ECLI:NL:RBOBR:2023:6118

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 september 2023
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
10358912 CV EXPL 23-1175
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis wegens verzuim te beslissen over deel gevorderde

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, is op 28 september 2023 een herstelvonnis uitgesproken in de zaak met zaaknummer 10358912. De eisers, waaronder The Wrap Group Europe B.V., hebben verzocht om aanvulling en verbetering van een eerder vonnis van de kantonrechter te Eindhoven, gedateerd 6 juli 2023. Dit verzoek was ingediend door mr. D. Kohelet, die stelde dat een belangrijke brief van 24 februari 2023, waarin beslagkosten waren gespecificeerd, over het hoofd was gezien bij het opstellen van het vonnis. De eisers vroegen om een verhoging van de toegewezen deurwaarderskosten en een aanpassing van de advocaatkosten.

De kantonrechter heeft het verzoek om herstel gehonoreerd, aangezien de over het hoofd geziene brief leidde tot een kennelijke fout in het eerdere vonnis. De rechter heeft vastgesteld dat de deurwaarderskosten moeten worden verhoogd van € 425,18 naar € 1.468,98 en dat het salaris van de advocaat, dat eerder was vastgesteld op € 540,00, moet worden aangepast naar € 1.620,00. Dit bedrag is gebaseerd op het liquidatietarief en de aard van de ingediende verzoekschriften.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat het eerdere vonnis wordt verbeterd, waarbij de nieuwe bedragen worden opgenomen in het dictum. De rechter heeft het vonnis voor het overige gehandhaafd. Dit herstelvonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de betrokken partijen en hun gemachtigden aanwezig waren.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht Eindhoven
Zaaknummer : 10358912
Rolnummer : 23-1175
Uitspraak : 28 september 2023
in de zaak van:

1.[eiser 1] , h.o.d.n. [bedrijfsnaam eiser 1] , en als zodanig

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. The Wrap Group Europe B.V.,h.o.d.n. Wrap my Ride,
statutair gevestigd te Oud Gastel,
3. [eiser 3] ,h.o.d.n. [bedrijfsnaam eiser 3]
en als zodanig gevestigd te [vestigingsplaats] ,
4. [eiser 4] ,h.o.d.n. [bedrijfsnaam eiser 4] , en als zodanig gevestigd te [vestigingsplaats] .
eisers,
gemachtigde: mr. D. Kohelet,
t e g e n :
[gedaagde] ,
in casu m.h.o.d.n. [bedrijfsnaam gedaagde] ,
wonende en zaakdoende te [plaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: voorheen mr. B.A.P. Sijben, thans geen.

1.Het verloop van het geding

1.1.
Dit blijkt uit het volgende:
  • het vonnis van de kantonrechter te Eindhoven van 6 juli 2023;
  • de e-mail van mr. D. Kohelet van 17 augustus 2023 met drie bijlagen.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.Het verzoek om herstel

2.1.
Bij brief van 17 augustus 2023 heeft mr. D. Kohelet verzocht om aanvulling c.q. verbetering van voornoemd vonnis, daartoe stellende dat zijn brief van 24 februari 2023 bij het opstellen van het vonnis kennelijk over het hoofd is gezien. Hij verzoekt het vonnis aan te vullen c.q. te verbeteren in die zin dat bij het toegewezen bedrag aan deurwaarderskosten ad € 425,18 het bedrag van € 1.043,80 wordt opgeteld, zodat in totaal € 1.468,98 aan deurwaarderskosten wordt toegewezen. Tevens verzoekt hij het vonnis aan te vullen c.q. te verbeteren in die zin dat het toegewezen bedrag aan advocaatkosten ad € 540,- wordt gewijzigd in € 5.832,20, subsidiair wordt gewijzigd in € 1.080,- (twee maal € 540,-).
2.2.
Bij brief van 25 augustus 2023 is gedaagde in de gelegenheid gesteld op het verzoek te reageren. Gedaagde heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter is van oordeel dat juist is, zoals mr. D. Kohelet aanvoert, dat de bedoelde brief van 24 februari 2023, waarin de beslagkosten zijn gespecificeerd, over het hoofd is gezien en de beslagkosten aldus onjuist in het vonnis van 6 juli 2023 zijn vermeld. Het gaat om een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent als bedoeld in artikel 31 Rv.
3.2.
Het vonnis dient te worden verbeterd in die zin dat onder IV van het dictum, bij de toewijzing van de kosten van de conservatoire beslagprocedures ex artikel 706 Rv., een bedrag van € 1.468,98 aan deurwaarderskosten wordt toegewezen.
3.3.
Ten aanzien van het salaris advocaat bij conservatoir beslag wordt het volgende overwogen. Dat dient (in beginsel) overeenkomstig het liquidatietarief te worden berekend. Het primair gevorderde bedrag ad € 5.832,20 is daarom niet toewijsbaar. Er is twee maal een verzoekschrift tot het leggen van conservatoir beslag ingediend. Omdat het om meerdere eisende partijen gaat en het omvangrijke verzoekschriften betreft, zullen drie punten van het liquidatietarief worden toegekend, zodat in totaal € 1.620,00 (3 x € 540,00) toewijsbaar is. Het vonnis zal in die zin worden verbeterd.

4.De beslissing

De kantonrechter:
verbetert het vonnis van 6 juli 2023, onder
3. De beslissing, onder IV., als volgt:
in plaats van:
“IV. veroordeelt gedaagde, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, in de kosten van
de conservatoire beslagprocedures ex art. 706 Rv aan de zijde van eisers tot op heden vastgesteld op € 990,00 aan griffierecht in verband met conservatoire beslagen, € 425,18 aan deurwaarderskosten, en € 540,00 aan salaris advocaat, met dien verstande dat deze bedragen eisers hoofdelijk toekomen en dat betaling aan de één bevrijdend werkt ten opzichte van de andere drie eisers;”
dient te worden gelezen:
“IV. veroordeelt gedaagde, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, in de kosten van
de conservatoire beslagprocedures ex art. 706 Rv aan de zijde van eisers tot op heden vastgesteld op € 990,00 aan griffierecht in verband met conservatoire beslagen, € 1.468,98
aan deurwaarderskosten, en € 1.620,00 aan salaris advocaat, met dien verstande dat deze bedragen eisers hoofdelijk toekomen en dat betaling aan de één bevrijdend werkt ten opzichte van de andere drie eisers;”
handhaaft bedoeld vonnis voor het overige.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Wiggers, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 september 2023.