Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
Onderzoek van de zaak.
De vordering.
Het standpunt van de verdediging.
De beoordeling.
en als bijlage aan dit vonnis is gehecht, blijkt dat [medeverdachte 1] en de Provincie op 16 mei 2023 een overeenkomst hebben gesloten, waarin onder meer is bepaald welk bedrag [medeverdachte 1] ten onrechte van de Provincie heeft ontvangen en moet terugbetalen, te weten € 850.000,-. Uit de brief blijkt verder dat veroordeelde zich heeft verplicht tot het betalen van een gedeelte van dit totale bedrag, namelijk een bedrag van € 162.500,-. Zowel veroordeelde als [medeverdachte 1] heeft uiteindelijk aan de betalingsverplichting voldaan. De overeenkomst is aangemerkt als een vaststellingsovereenkomst en als onderdeel van die overeenkomst zijn partijen over en weer finale kwijting overeengekomen.