ECLI:NL:RBOBR:2023:5982

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
82-146509-23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf en taakstraf voor illegale handel in professioneel vuurwerk via Telegramgroep

Op 22 december 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de illegale handel in professioneel vuurwerk via een openbare Telegramgroep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelingen heeft voorbereid en bevorderd die in strijd zijn met het Vuurwerkbesluit, door als eigenaar en beheerder van de Telegramgroep ' [naam groep 1] ' deze in de lucht te houden. De verdachte heeft in de periode van 1 maart 2022 tot en met 5 september 2023 anderen de gelegenheid geboden om professioneel vuurwerk te kopen, wat alleen is toegestaan voor personen met gespecialiseerde kennis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet alleen de eigenaar was, maar ook actief betrokken bij het aanmoedigen van illegale activiteiten binnen de groep. De verdachte werd eerder veroordeeld voor vuurwerkgerelateerde feiten, wat de rechtbank meeneemt in de strafmaat. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 150 dagen, waarvan 98 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. Daarnaast werd een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf afgewezen, omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het gevaar dat professioneel vuurwerk met zich meebrengt voor de samenleving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 82.146509.23
Parketnummer vordering: 02.997507.10
Datum uitspraak: 22 december 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1989] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 12 december 2023.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 26 september 2023. Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 12 december 2023 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2022 tot en met 5 september 2023 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk, teneinde handelingen als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid van artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, te weten,
het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik (lid 1) en/of
het aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk (lid 2) en/of
het als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk opslaan en/of voorhanden hebben en/of tot ontbranding brengen (lid 3),
voor te bereiden en/of te bevorderen, (telkens)
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken, en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, en/of
- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het verrichten van die handelingen te verschaffen,

door, al dan niet tezamen en in vereniging met die ander(en), de openbare Telegramgroep “ [naam groep 1] ” als eigenaar en/of beheerder van die groep te beheren en/of in de lucht te houden, zijnde een openbare Telegramgroep waarop (zwaar) professioneel vuurwerk te koop wordt aangeboden aan particulieren, in elk geval aan anderen dan personen met gespecialiseerde kennis en/of via welke Telegramgroep (zwaar) professioneel vuurwerk wordt besteld door en/of ter beschikking wordt gesteld aan particulieren, in elk geval door en/of aan anderen dan personen met gespecialiseerde kennis.

Voor zover in de tenlastelegging kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

De vordering na voorwaardelijke veroordeling.

De vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf in de zaak met parketnummer 02.997507.10 is aangebracht bij vordering van 9 december 2023. Deze vordering heeft betrekking op het arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 7 maart 2018, waarbij verdachte is veroordeeld tot - onder andere – een gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen waarvan 484 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De proeftijd is op 6 juli 2021 aangevangen.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijswaardering.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft betoogd dat verdachte van het tenlastegelegde feit dient te worden vrijgesproken, omdat verdachte – kort gezegd – niet actief was binnen de Telegram-groep ‘ [naam groep 1] ’ en niet wist of kon weten dat er illegale activiteiten in die groep plaatsvonden.
Het oordeel van de rechtbank.
A.
De bewijsmiddelen
01.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 12 december 2023, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Ik was in de tenlastegelegde periode onder de naam “ [chatnaam] ” de eigenaar/beheerder van de Telegramgroep “ [naam groep 1] ”. Het klopt dat ik de mogelijkheid had om de stekker uit deze groep te trekken.
02.
Het proces-verbaal van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer 10 (pag. 251), inhoudende de bevindingen van de verbalisant, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven-:
Op 23 mei 2023 zag ik dat de Telegramgroep genaamd “ [naam groep 1] ” de volgende eigenschappen had:
Soort groep: openbare groep (iedereen kan lid worden)
Aantal leden: 3509
Bericht verstuurd door [verdachte] tijdens de jaarwisseling van 2022/2023:
“Namens [naam groep 1] wens ik iedereen alvast een leuk uiteinde en een gelukkig Nieuwjaar… (wees sociaal koop/stook enkel illegaal)”
03.
Het proces-verbaal van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer 26 (pag. 257), inhoudende de bevindingen van de verbalisant, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Ik zag dat in Telegramgroep “ [naam groep 1] ” meerdere berichten en afbeeldingen werden geplaatst waar professioneel vuurwerk in grote hoeveelheden te koop en gevraagd werd. Ik herkende het vuurwerk op de afbeeldingen en de teksten ambtshalve als onder andere Shells en cobra 6 vuurwerk.
Het aangeboden vuurwerk betreft professioneel vuurwerk van de categorie F3 en/of F4 en mag uitsluitend door personen met gespecialiseerde kennis op het gebied van professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik opgeslagen worden, voorhanden worden gehouden of tot ontbranding worden gebracht. Vuurwerk van de categorie F3 en/of F4 mag niet worden verkocht aan anderen dan de hierboven genoemde personen met gespecialiseerde kennis.
04.
Het proces-verbaal van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer 80 (pag. 302), inhoudende de bevindingen van de verbalisant, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Op dinsdag 5 september ontving ik de telefoon Samsung Galaxy Flip Z 4 die in open toestand in beslag was genomen van [verdachte] . Ik zag dat op de telefoon de chatdienst Telegram was geïnstalleerd. Ik zag dat het gebruikersprofiel van dit account “ [chatnaam] ” was.
Ik zag dat de groep: “ [naam groep 1] ” in de lijst stond met telegram berichten. Ik zag dat de optie om de groep te bewerken zichtbaar was. Ik zag dat het account van [verdachte] de eigenaar was van de groep die andere beheerders kon toevoegen en verwijderen. Ik heb de rechten van de groep aangepast, zodat geen andere gebruikers meer een bericht konden plaatsen behalve de eigenaar.
Vervolgens heb ik met het Telegramaccount van [verdachte] op 5 september om 19:46 uur voor iedereen de groep verwijderd.
05.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van de politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer 92 (pag. 60), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
V: Hoe kan het dan dat jij de nieuwe beheerder bent geworden?
A: Omdat ik een van de eerste leden was van de groep. Ik was moderator, als de beheerder dan de groep verlaat wordt automatisch een nieuwe beheerder gekozen.
V: Weet je nog wanneer je de rol beheerder hebt gekregen?
A: Ik denk 4/5 jaar geleden, dat is al een tijd geleden.
O: Wij hebben gezien wat er op de Telegram groep [naam groep 1] werd geplaatst. Dit bleek professioneel vuurwerk te zijn en werd illegaal verhandeld. Jij hebt net verklaard te weten hoe illegaal vuurwerk eruitziet. Aan de verdachte worden foto 's getoond van de berichten die werden geplaatst op de Telegram groep [naam groep 1] en worden als bijlage 2 bij dit verhoor gevoegd.
V: Kan jij uitleggen wat dit is en is dit vuurwerk wat je hier ziet legaal om te verkopen in Nederland?
A: Nee, wat je hier ziet mag niet worden verhandeld in Nederland aan consumenten. Ik zie
Flashbangers, dat is consumentenvuurwerk. Ik zie shells, deze mogen niet in Nederland verkocht worden en zijn professioneel vuurwerk. Cobra 6 vuurwerk zie ik ook, dit zijn flashbangers, 99% hiervan mag niet worden verhandeld aan consumenten in Nederland.
V: Als je de teksten ziet mag dit dan worden verkocht in Nederland?
A: Je mag het niet kopen en hebben in Nederland als consument. Dit is niet legaal in Nederland.
V: Wat weet jij van deze berichtgeving af op de Telegramgroep [naam groep 1] en wat doe je eraan?
A: Ik zie de plaatjes wel voorbijkomen, ik doe hier niks aan.
Wanneer hiervoor is verwezen naar een proces-verbaal van politie is bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
B.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
De rechtbank overweegt dat artikel 1.2.2 lid 5 van het Vuurwerkbesluit verbiedt om voorbereidings- of bevorderingshandelingen te plegen met betrekking tot de in lid 1 tot en met 4 van hetzelfde artikel genoemde handelingen, zoals het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk voor particulier gebruik.
Het verwijt dat verdachte wordt gemaakt is dat hij als eigenaar/beheerder een Telegram-groep in de lucht heeft gehouden, waardoor hij de illegale handel van vuurwerk heeft voorbereid en bevorderd. De rechtbank is van oordeel dat dit feit wettig en overtuigend kan worden bewezen en overweegt daartoe het volgende.
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting van 12 december 2023 stelt de rechtbank allereerst vast dat verdachte in de tenlastegelegde periode onder de naam “ [chatnaam] ” de eigenaar/beheerder was van de Telegram-groep “ [naam groep 1] ” en dat verdachte daarvan op de hoogte was.
Verdachte heeft geen afstand gedaan van zijn positie in de groep en heeft – hoewel hij die mogelijkheid had – de groep niet beëindigd. Verdachte sprak in december 2022 juist alle leden van de Telegramgroep toe “namens [naam groep 1] ” en moedigde hen aan – al dan niet bij wijze van parodie op waarschuwingen in de media – om illegaal vuurwerk te kopen en te stoken.
Uit de bewijsmiddelen blijkt verder dat de leden van de Telegramgroep elkaar onderling benaderden voor handel. Zo werden onder andere shells en cobra’s te koop aangeboden en te koop gevraagd. Genoemd vuurwerk betreft professioneel vuurwerk van de categorie F3 en/of F4 en mag niet tussen particulieren worden verhandeld. Verdachte wist dat dit vuurwerk werd aangeboden in de Telegramgroep. Over aan hem getoonde foto’s uit de groep heeft verdachte verklaard: “99% hiervan mag niet worden verhandeld aan consumenten in Nederland.”
De suggestie van verdachte dat alle (3000+) gebruikers van de Telegramgroep wellicht personen met gespecialiseerde kennis waren, zodat voor verdachte niet zonneklaar was dat binnen de Telegramgroep illegale handel werd gefaciliteerd, schuift de rechtbank als aperte onzin terzijde. De naam “ [naam groep 1] ” en verdachtes aanmoediging om illegaal te kopen en te stoken, laten weinig aan de verbeelding over.
Voorts zijn de mate van bemoeienis met de dagelijkse gang van zaken binnen de Telegramgroep – volgens verdachte zeer beperkt – en de vraag of er daadwerkelijk deals tot stand zijn gekomen via de Telegramgroep niet relevant voor de bewijsvraag. Het gaat enkel om de vraag of verdachte de illegale handel heeft voorbereid en/of bevorderd.
Als eigenaar/beheerder van de Telegram-groep was verdachte bij uitstek degene die de groep uit de lucht kon halen. Hij wist ook dat hij deze mogelijkheid had. Toch heeft verdachte dit nagelaten. Doordat hij dit niet heeft gedaan, is hij de illegale handel van vuurwerk gedurende de ten laste gelegde periode blijven voorbereiden en bevorderen, een en ander zoals hierna in de bewezenverklaring is vermeld.

De bewezenverklaring.

Op grond van de inhoud van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen, in onderling (tijds)verband en samenhang bezien, en op grond van de inhoud van het vorenoverwogene, is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 1 maart 2022 tot en met 5 september 2023 in Nederland, opzettelijk, teneinde handelingen als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid van artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, te weten,
het aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik (lid 1) en
het aan een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk (lid 2)
voor te bereiden en te bevorderen,
- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid tot het verrichten van die handelingen te verschaffen,
door, de openbare Telegramgroep “ [naam groep 1] ” als eigenaar en/of beheerder van die groep te beheren en in de lucht te houden, zijnde een openbare Telegramgroep waarop (zwaar) professioneel vuurwerk te koop wordt aangeboden aan particulieren, in elk geval aan anderen dan personen met gespecialiseerde kennis en/of via welke Telegramgroep (zwaar) professioneel vuurwerk ter beschikking wordt gesteld aan particulieren, in elk geval door en/of aan anderen dan personen met gespecialiseerde kennis.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

De verdediging heeft betoogd dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat aan hem de medeplichtigheid aan het plegen van voorbereidingshandelingen ten laste is gelegd, hetgeen in een te ver verwijderd verband staat tot het gronddelict.
De rechtbank kan dit verweer niet goed duiden, maar wijst erop dat dit standpunt van de verdediging in elk geval getuigt van een verkeerde lezing van de tenlastelegging, zodat het verweer geen doel treft.
Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straffen.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren geëist.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft betoogd dat bij een bewezenverklaring dient te worden volstaan met de oplegging van een taakstraf.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft als eigenaar/beheerder een Telegramgroep in de lucht gehouden, waarvan de gebruikers zich bezighielden met de illegale handel in vuurwerk. Zodoende heeft verdachte de illegale handel van vuurwerk voorbereid en bevorderd.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Professioneel vuurwerk mag enkel door professionals worden gehanteerd. Bij ondeskundig gebruik is het gevaar voor lijf en leden van mensen en voor materiele schade erg groot. Zwaar vuurwerk wordt bovendien gebruikt voor andere vormen van criminaliteit, zoals plofkraken en bedreigingen. Dat dit alles verdachte er niet van heeft weerhouden om de groep in de lucht te houden, neemt de rechtbank hem kwalijk.
Blijkens de Justitiële documentatie van 15 november 2023 is verdachte eerder veroordeeld voor vuurwerkgerelateerde feiten. Verdachte heeft toen een forse gevangenisstraf met een groot voorwaardelijk deel opgelegd gekregen. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij ondanks deze eerdere veroordeling opnieuw een vuurwerkgerelateerd feit heeft gepleegd. Verdachte was immers al eens gewaarschuwd waardoor hij beter had moeten weten. In dit licht vindt de rechtbank de ogenschijnlijk lakse houding van verdachte ten opzichte van het verwijt dat aan hem wordt gemaakt onbegrijpelijk. Verdachte lijkt erop gericht te zijn koste wat het kost zwaar vuurwerk voor hemzelf en anderen bereikbaar te houden.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het reclasseringsadvies van 30 november 2023, omtrent de persoon van verdachte, waarin wordt geadviseerd om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
In het licht van het voorgaande rechtvaardigt de ernst van het bewezenverklaarde in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In dat opzicht is de eis van de officier van justitie, die ook is bedoeld om andere mensen ervan te weerhouden dit soort misdrijven te plegen (generale preventie), alleszins begrijpelijk. De rechtbank zal in het voordeel van verdachte echter ook rekening houden met het volgende.
Niet komen vast te staan dat verdachte de initiatiefnemer van de Telegramgroep was, hetgeen nog kwalijker zou zijn geweest. In zoverre kan de verklaring van verdachte worden gevolgd dat hij beheerder/eigenaar van de groep is geworden omdat de vorige eigenaar/beheerder uit de groep is gegaan en verdachte één van de oudste leden was van de groep. Hoewel verdachte wel enkele berichten heeft gestuurd in de groep, is niet komen vast te staan dat verdachte zelf vuurwerk heeft aangeboden in de Telegramgroep.
Alles afwegende en met het oog op een juiste normhandhaving kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met uitsluitend een andersoortige straf, dan een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf pasend en geboden. De rechtbank zal een gedeelte van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
De door de rechtbank op te leggen (voorwaardelijke) gevangenisstraf zal van kortere duur zijn dan de door de officier van justitie gevorderde straf omdat de op te leggen straf naar het oordeel van de rechtbank voldoende recht doet aan zowel het strafvorderlijke belang, het belang van de maatschappij als ook rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank acht daarnaast termen aanwezig om ook een forse taakstraf op te leggen van na te noemen duur.

Beslag.

Onttrekking aan het verkeer.
De rechtbank is van oordeel dat de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen (meerdere stuks consumentenvuurwerk) vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, omdat dit voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. Het gaat namelijk om losse stuks consumentenvuurwerk die zich niet bevinden in de primaire verpakking waarop de vereiste gegevens zijn aangebracht, terwijl de losse items niet op andere wijze (volledig) voldoen aan het bepaalde in artikel 2.1.3 van het Vuurwerkbesluit.
Teruggave inbeslaggenomen goed.
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp (mobiele telefoon) dient te worden teruggeven aan verdachte. Naar het oordeel van de rechtbank verzet het belang van strafvordering zich niet meer tegen de teruggave van hete inbeslaggenomen goed.

Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 02.997507.10.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf gevorderd.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft betoogd dat de vordering tot tenuitvoerlegging dient te worden afgewezen.
Het oordeel van de rechtbank.
De vordering voldoet aan alle wettelijke eisen. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd tot behandeling van deze vordering. Uit onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
De rechtbank zal de gevorderde tenuitvoerlegging afwijzen, omdat die tenuitvoerlegging naar het oordeel van de rechtbank in dit stadium geen redelijk met de strafrechtspleging na te streven doel meer dient. De veroordeling tot de deels voorwaardelijke gevangenisstraf heeft namelijk betrekking op feiten die zijn gepleegd in 2010 en 2011. Omdat het lange tijd heeft geduurd voordat de zaak in hoger beroep heeft gediend, is de uitspraak pas op 6 juli 2021 onherroepelijk geworden. De proeftijd is daardoor pas geëindigd op 6 juli 2023. Daar komt bij dat de vordering is ingediend op 9 december 2023, derhalve meer dan vijf maanden na het verstrijken van de proeftijd. Hoewel de huidige wetgeving dat toelaat, acht de rechtbank dat in dit concrete geval onredelijk laat.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36d Wetboek van Strafrecht,
1a, 2 en 6 Wet op de economische delicten,
1.1, 9.9.2.1, 22.2 Wet milieubeheer, en
1.1.1, 1.2.2 en 5.4.3 Vuurwerkbesluit.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2 lid 5 van het Vuurwerkbesluit), opzettelijk begaan.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen.
Een gevangenisstrafvoor de duur van 150 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 98 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.

Een taakstraf voor de duur van 100 uren subsidiair 50 dagen hechtenis.

Teruggave inbeslaggenomen goed, vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen:
1 STK Telefoontoestel (PL2000-2023121573-G2633334), aan verdachte.

Onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen goed, te weten:

Vuurwerk (PL2000-2023121573).
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling:
wijst af de vordering met parketnummer 02-997507-10 van de officier van justitie van
9 december 2023.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R. van den Munckhof, voorzitter,
mr. S.J.H. van de Kant en mr. R.B.H. Hebbink, leden,
in tegenwoordigheid van mr. G. van de Luijtgaarden, griffier,
en is uitgesproken op 22 december 2023.