Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De formele voorvragen.
Bewijs
De bewezenverklaring.
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Beslag.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
poging tot zware mishandeling
jeugddetentievoor de duur van
60 dagenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
33 dagen voorwaardelijken een proeftijd van 2 jaren.
werkstrafvoor de duur van
80 urensubsidiair 40 dagen jeugddetentie.
- Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van € 2.288,36, bestaande uit € 538,36 materiële schade en € 1.750,00 immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 03 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
- Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen.