ECLI:NL:RBOBR:2023:5787

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
01-207754-23
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor heling, diefstal en diefstal met geweld wegens onvoldoende bewijs

Op 13 december 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van heling, diefstal en diefstal met geweld. De rechtbank oordeelde dat het dossier op meerdere fronten tekort schoot en dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte te veroordelen. De zaak was aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 19 oktober 2023 en de zitting vond plaats op 29 november 2023. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van een jas en tas met inhoud, en de heling van een telefoon. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding beoordeeld en vastgesteld dat deze voldeed aan de minimumeisen. De officier van justitie had gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de feiten, maar de rechtbank vond de bewijsvoering onvoldoende. De verdachte werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er geen overtuigend bewijs was dat hij de daden had gepleegd. De rechtbank verklaarde de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummers: 01.207754.23 en 01.188862.23 (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 13 december 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1978] ,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 november 2023.
Op deze zitting heeft de rechtbank de tegen verdachte, onder de hiervoor genoemde parketnummers, aanhangig gemaakte zaken gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte en zijn raadsman naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaardingen van 19 oktober 2023. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
ten aanzien van parketnummer 01.207754.23:
1.
hij op of omstreeks 19 augustus 2023 te Helmond een jas en/of een tas met inhoud, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door voornoemde [slachtoffer 1] meermalen, met kracht, tegen diens achterhoofd te slaan en/of (daarbij/ vervolgens) met kracht, tegen diens gezicht te slaan en/of (voorafgaand/ daarbij/ vervolgens) meermalen, althans eenmaal, te trappen tegen diens buik en/of hoofd;
ten aanzien van parketnummer 01.188862.23:
1. primair,

hij op of omstreeks 28 juli 2023 te Helmond een (elektrische) fiets ( [merk en type fiets] ) en/of een fietstas met inhoud (waaronder een portemonnee met 150 euro contant geld, 20 drankbonnen en 7 portofoons), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door middel van het gebruik van een sleutel waartoe verdachte niet gerechtigd is;

1. subsidiair,

hij op of omstreeks 28 juli 2023 te Helmond een (elektrische) fiets ( [merk en type fiets] ) en/of een fietstas met inhoud (waaronder een portemonnee met 150 euro contant geld, 20 drankbonnen en 7 portofoons), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

2.
hij op of omstreeks in de periode van 18 juli 2023 tot en met 26 juli 2023 te Helmond, een telefoon, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

De formele voorvragen.

De geldigheid van de dagvaarding.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft bepleit dat sprake is van nietigheid van de dagvaarding van het onder 2 van parketnummer 01.188862.23 ten laste gelegde feit. Volgens de verdediging is op basis van het dossier onvoldoende duidelijk welke telefoon in de tenlastelegging wordt bedoeld.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het voldoende duidelijk is om welke telefoon het gaat, gelet op de beschrijving van de Samsung telefoon op pagina 24 van het dossier in combinatie met de kennisgeving van inbeslagneming van deze telefoon en de verklaring van verdachte over de foto’s op de Samsung telefoon.
Het oordeel van de rechtbank.
Artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering bevat enkele minimumeisen voor een belangrijk gedeelte van de dagvaarding; de tenlastelegging. Als de tenlastelegging niet aan die eisen voldoet, kan zij niet fungeren als grondslag voor een terechtzitting. De dagvaarding moet dan nietig worden verklaard.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting het voldoende duidelijk is welke telefoon wordt bedoeld in de tenlastelegging, waardoor de tenlastelegging voldoet aan voormelde minimumeisen. De officier van justitie heeft daarbij op zitting nog een kennisgeving van inbeslagneming van de Samsung telefoon verstrekt, waaruit blijkt dat deze telefoon in beslag is genomen bij de aanhouding van verdachte op 28 juli 2023. Verdachte wist dus waartegen hij zich moest verdedigen, zodat ook in zoverre niet gezegd kan worden dat hij – door de wijze waarop het ten laste gelegde feit in de dagvaarding is omschreven – op enigerlei wijze in zijn belangen is geschaad.
De rechtbank stelt vast dat de dagvaardingen ook voor het overige geldig zijn en dus inhoudelijk kunnen worden beoordeeld.
De overige voorvragen.
De rechtbank is verder bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de aan verdachte tenlastegelegde feiten. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Wat betreft de gestolen fiets en bijhorende fietstas volgt dit uit de korte tijdspanne tussen het moment dat deze zijn weggenomen en het moment dat verdachte wordt aangehouden en het feit dat de fietssleutel alsmede 20 papieren munten van de Kasteeltuinconcerten bij verdachte worden aangetroffen. Daarbij acht de officier van justitie de verklaring van verdachte dat hij het pakje sigaretten met daarin de fietssleutel had gevonden ongeloofwaardig.
Ten aanzien van de heling van de telefoon volgt dit uit het verblijf van verdachte samen met zijn vriendin in de woning van aangever en dat verdachte wist dat de telefoon van aangever was weggenomen. De verklaring van verdachte dat hij de telefoon via Markplaats van een Poolse man op straat had gekocht, blijft volgens de officier van justitie onduidelijk.
Met betrekking tot de straatroof volgt dit uit de aangifte van [slachtoffer 1] , de camerabeelden en de verklaring van [getuige] . Verdachte is kort na het incident op basis van een specifiek signalement aangehouden en de weggenomen goederen werden aangetroffen tussen de plek van de straatroof en de aanhouding. Daarnaast is de verklaring van verdachte dat hij met zijn vriendin in de stad was ongeloofwaardig.

Het standpunt van de verdediging.

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de diefstal van de fiets en bijhorende fietstas en de heling van de telefoon. Verdachte ontkent beide feiten. Ook heeft niemand gezien dat hij de fiets en fietstas heeft meegenomen, en blijkt nergens uit dat hij wist dat de telefoon een uit misdrijf verkregen goed was.
Ten aanzien van de straatroof heeft de raadsman zich ook op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken. In het dossier is er namelijk geen link te vinden tussen het incident en de aanhouding. Verdachte is niet herkend en de gestolen goederen zijn niet bij verdachte aangetroffen.

Het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank acht de aan verdachte ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Parketnummer 01.188862.23 feit 1.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de diefstal van de fiets en bijhorende fietstas dat er geen bewijs voorhanden is dat verdachte deze heeft weggenomen. De redenering van de officier van justitie, dat verdachte kort na het wegnemen in de buurt van de fiets is aangetroffen met de fietssleutel in zijn bezit, gaat in deze situatie niet op. Aangever heeft om 14.30 uur zijn fiets gestald en om 16.55 uur kwam hij erachter dat zijn fiets weg was. Om 17.40 uur kreeg de politie de melding om naar de [adres 2] te rijden alwaar zij vervolgens verdachte nabij de fiets aantroffen. Het exacte moment van wegnemen is dus niet vast te stellen, waardoor het niet duidelijk is of er een korte of juist langere tijdspanne zit tussen het wegnemen en het aantreffen van de fiets. Het is dus niet zonder meer duidelijk dat er sprake is van zodanige korte duur om op basis daarvan al de gerechtvaardigde conclusie te kunnen trekken dat het de verdachte is geweest die de fiets heeft weggenomen. Hoewel de verklaring van verdachte, die kort gezegd inhoud dat hij de fietssleutel en de bonnen in een sigarettenpakje vond, vragen oproept, kan deze gelet op de leefomstandigheden van verdachte niet worden uitgesloten. Uit het dossier komt meer het beeld naar voren van een heling, maar dat feit is niet aan verdachte ten laste gelegd. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd onder 1 van het parketnummer 01.188862.23.
Parketnummer 01.188862.23 feit 2.
Wat betreft de heling van de telefoon overweegt de rechtbank dat het dossier aan alle kanten tekort schiet. Niet voor niets had de raadkamer gevangenhouding eerder een signaal afgegeven door geen ernstige bezwaren aan te nemen, maar daar is door het Openbaar Ministerie niets meer mee gedaan. Het dossier dat is opgemaakt met betrekking tot de feiten 1 en 2 bevat geen relaas, waardoor de verschillende processen-verbaal die kennelijk betrekking hebben op feit 2 er door de rechtbank ‘uitgevist’ moeten worden. Het eerste proces-verbaal dat mogelijk betrekking heeft op feit 2 treft de rechtbank aan op pagina 13 van 58. Daar gaat het immers over een telefoon. Op geen enkele manier is hierin geverbaliseerd om welke telefoon het gaat. Het proces-verbaal begint plompverloren met ‘Uit onderzoek van de telefoon…’. De rechtbank kan dus niets met dit proces-verbaal.
Met het ter terechtzitting door de officier van justitie verstrekken van een kennisgeving van inbeslagname is pas duidelijk geworden dat verdachte kennelijk een Samsung telefoon onder zich had. Gelet op de gebreken van het hiervoor genoemde proces-verbaal kan die telefoon echter niet aan de daarin bedoelde telefoon gekoppeld worden. Weliswaar staat in de kennisgeving van inbeslagneming dat de telefoon
vermoedelijkvan [persoon] is, maar dit is niet door de rechtbank vast te stellen.
Zoals ook volgt uit de bespreking van de voorvragen is weliswaar duidelijk (genoeg) dat de verdenking om de Samsung telefoon gaat, maar niet is gebleken wanneer de onder verdachte in beslag genomen telefoon door verdachte is verkregen en onder welke omstandigheden. Uit niets volgt dat verdachte wist dat de telefoon een door een misdrijf verkregen goed betrof. Verdachte zal daarom ook worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd onder 2 van het parketnummer 01.188862.23.
Parketnummer 01.207754.23.
De rechtbank overweegt dat de link tussen de gepleegde straatroof en verdachte onvoldoende duidelijk is geworden op basis van het dossier. Verdachte is aangehouden op basis van een signalement van een getuige van de straatroof. Uit het dossier volgt echter niet dat deze getuige of het slachtoffer is geconfronteerd met (een foto van) verdachte om tot een herkenning te kunnen komen. Sterker, verdachte heeft ter zitting verklaard dat het slachtoffer kwam aanlopen op het moment dat verdachte door de politie werd staandegehouden en dat het slachtoffer hem toen niet zou hebben herkend als zijnde de persoon die hem zojuist had beroofd. Deze verklaring vindt steun in het proces-verbaal van aanhouding verdachte, waarin de politie beschrijft dat, terwijl zij verdachte controleerden, de aangever kwam aanlopen en met hen in gesprek ging.
Het enkele gegeven dat verdachte die nacht in Helmond aanwezig was en mogelijk paste in het signalement is, mede gelet op de stellige ontkenning van verdachte, onvoldoende om zonder redelijke twijfel vast te stellen dat verdachte ook de dader is. Daarbij speelt mee dat de getuige het heeft over een dader van naar zij denkt ongeveer dertig jaar oud, terwijl verdachte 45 jaar is en er naar het oordeel van de rechtbank ook niet als een dertigjarige uitziet. Voor de rechtbank speelt ook mee dat de politie verzuimd heeft een foto aan het dossier toe te voegen van verdachte toen hij werd aangehouden, om te kunnen beoordelen in hoeverre hij aan het signalement voldeed en of hij eventueel alsnog op de camerabeelden herkend zou kunnen worden.
Kortom, het dossier schiet ook ten aanzien van dit feit op meerdere fronten tekort met als gevolg dat verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde onder parketnummer 01.207754.23.

De vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] .

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De benadeelde partij zal worden veroordeeld in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.

De vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] .

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien verdachte wordt vrijgesproken van het feit waarop de vordering van de benadeelde partij betrekking heeft.
De benadeelde partij zal worden veroordeeld in de kosten door de verdachte in deze strafzaak gemaakt als na te melden.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :
- bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
- bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.M. Zandbergen, voorzitter,
mr. C.A. Mandemakers en mr. R.B.H. Hebbink, leden,
in tegenwoordigheid van mr. G.H.P. van den Berkmortel, griffier,
en is uitgesproken op 13 december 2023.