Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 september 2022 met producties 1 t/m 18;
- de conclusie van antwoord van 9 november 2022 met producties 1 t/m 4;
- het tussenvonnis van 23 november 2022 waarin de mondelinge behandeling is bepaald;
- de aanvullende producties 19 t/m 26 van [eiser] ;
- de mondelinge behandeling van 1 november 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
- de spreekaantekeningen van [eiser] ;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde] .
2.De beoordeling
1 januari 2022 terug te treden als (indirect) bestuurder van de holding en daarmee van [bedrijfsnaam 1] . [gedaagde] is per 1 januari 2022 uitgeschreven als bestuurder uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel.