Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
2.De beoordeling
- het saldo van de bankrekening Rabobank met nummer [nummer 1] op naam van de man, groot € 1.297,19;
- het saldo van de spaarrekening Rabobank met nummer [nummer 2] op naam van de vrouw, groot € 253,14;
- het saldo van de bankrekening Rabobank met nummer [nummer 3] op naam van de vrouw, groot € 0,00.
- een van haar ouders ontvangen schenking onder uitsluiting;
- een premie levensverzekering die zij voor de man heeft voldaan;
- door de man ten onrechte opgenomen gelden van haar privérekening.
De echtgenoten zijn, voorzover niet anders bepaald, verplicht aan elkaar te vergoeden hetgeen aan het vermogen van de ene echtgenoot is onttrokken ten bate van de andere echtgenoot, ten bedrage van of naar de waarde ten dage van de onttrekking.” De rechtbank overweegt dat de man betwist dat vermogen aan de vrouw is onttrokken en ten bate van hem is gekomen, nu de man immers aanvoert dat een bedrag van € 2.000,00 uit erfenis of schenking direct door de vrouw op haar privé-rekening is gestort en dat hij daar geen beheer over had; de man betwist dat de vrouw meer dan € 2.000,00 uit erfenis of schenking heeft ontvangen. De rechtbank is van oordeel dat de vrouw, gelet op de betwisting van de man, onvoldoende gesteld heeft dat zij een vergoedingsrecht heeft op de man, zodat de rechtbank haar verzoek zal afwijzen. Het had op de weg van de vrouw gelegen om concreet te stellen dat bedragen die zij heeft ontvangen uit erfenissen en schenkingen ten bate van de man zijn gekomen, door bijvoorbeeld te noemen welke bedragen uit erfenissen of schenkingen wanneer op de gezamenlijke rekening zijn gestort en daarvandaan niet direct zijn doorgestort naar de privé-bankrekeningen van de vrouw. Dat bedragen uit erfenissen en schenkingen daadwerkelijk onderdeel zijn gaan uitmaken van de gezamenlijke bankrekening, is immers allerminst zeker, nu de vrouw bij de mondelinge behandeling vertelt dat het inderdaad kan zijn dat het bedrag dat zij als erfenis of schenking heeft ontvangen op de gezamenlijke bankrekening, direct door haar is doorgestort naar haar privé-spaarrekening. De vrouw meent dat zij ook in dat geval een vergoedingsrecht heeft op de man. De rechtbank is van oordeel dat de vrouw daarvoor ook onvoldoende heeft gesteld. De enkele stelling dat haar privé-spaarrekening werd gebruikt als buffer voor bijvoorbeeld betaling van een eigen bijdrage van de ziektekostenkosten, is onvoldoende. Het is niet duidelijk of de buffer waar de vrouw over spreekt ook daadwerkelijk is aangesproken en ook is niet duidelijk of de eigen bijdrage van de ziektekosten betrekking had op de man. Nu de vrouw onvoldoende (gemotiveerd) heeft gesteld ter onderbouwing van haar vergoedingsrecht, kan niet aan bewijslevering worden toegekomen en zal de rechtbank het verzoek van de vrouw daarom afwijzen.
- de woning staande en gelegen aan de [adres en plaats] Spanje, bezwaard met een hypothecaire geldlening bij Deutsche Bank met nummer [nummer 6] ;
- het saldo op de bankrekening Deutsche Bank met nummer [nummer 5] ;
- het saldo op de bankrekening Rabobank met nummer [nummer 4] ;
- de inboedel;
- twee fietsen;
- een auto [merk en type] met kenteken [00-AB-CD] ;
- een scooter, [merk] ;
- een aanhangwagen.
- een doorlopend krediet bij de Rabobank, onder nummer [nummer 7] ;
- het saldo van de persoonlijke lening Deutsche Bank met nummer [nummer 8] .
- primair, hem te machtigen de verkoop en levering van het pand met ondergrond voor rekening en risico van partijen tot stand te brengen;
- subsidiair, veroordeling van de vrouw om binnen twee weken na betekening van deze uitspraak medewerking te verlenen aan de verkoop en overdracht van de woning en daartoe alle noodzakelijke (rechts)handelingen te verrichten die met het voorgaande verband houden, waaronder in ieder geval, maar niet uitsluitend begrepen het verstrekken van een verkoopopdracht aan een nader aan te wijzen makelaar, of een makelaar naar de keuze van de vrouw, medewerking te verlenen aan bezichtigingen, het ondertekenen van de verkoopovereenkomst alsmede het verschijnen op afspraken bij de makelaar en notaris, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat de vrouw daartoe in gebreke blijft met een maximum van € 50.000,00;
- te bepalen dat als de vrouw deze termijn laat verstrijken, de uitspraak dezelfde kracht heeft en in de plaats treedt van de voor het sluiten van de koopovereenkomst en passeren van de leveringsakten vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van de vrouw, zodat het sluiten van de koopovereenkomst zal plaatsvinden door het aanhechten van de in deze te wijzen beschikking en levering zal plaatsvinden door inschrijving van de in deze te wijzen beschikking met de notariële akte in de daartoe bestemde openbare registers.
- haar te machtigen om voor rekening en risico van beide partijen de woning te verkopen en te leveren aan derden tegen een laatprijs van € 335.000,00;
- dan wel de man te veroordelen om binnen één week na betekening van de uitspraak voor rekening van partijen een opdracht te verstrekken tot verkoop van de woning aan
- hem te machtigen de verkoop en levering van het pand met ondergrond voor rekening en risico van partijen tot stand te brengen;
- te bepalen dat als de vrouw deze termijn laat verstrijken, de uitspraak dezelfde kracht heeft en in de plaats treedt van de voor het sluiten van de koopovereenkomst en passeren van de leveringsakten vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van de vrouw, zodat het sluiten van de koopovereenkomst zal plaatsvinden door het aanhechten van de in deze te wijzen beschikking en levering zal plaatsvinden door inschrijving van de in deze te wijzen beschikking met de notariële akte in de daartoe bestemde openbare registers.
- haar te machtigen om voor rekening en risico van beide partijen de woning te verkopen en te leveren aan derden tegen een laatprijs van € 335.000,00;
- te bepalen dat aan de vrouw vervangende toestemming wordt verleend voor hetgeen in alle bovengenoemde veroordelingen is genoemd indien de man niet op eerste verzoek van de vrouw medewerking verleent en te bepalen dat deze uitspraak op grond van 3:300 lid 2 BW mede in de plaats zal treden van de door de notaris op te stellen akte van levering.
- bepaalt dat de woning aan derden dient te worden verkocht en veroordeelt partijen tot medewerking aan het verkooptraject als volgt;
- bepaalt dat de man en de vrouw ieder een makelaar dienen aan te wijzen binnen twee weken na datum van deze beschikking;
- bepaalt dat beide aangewezen makelaars een derde makelaar aanwijzen die het verkooptraject van de woning ter hand zal nemen (hierna: de verkoopmakelaar);
- bepaalt dat partijen gehouden zijn binnen twee weken na aanwijzing de verkoopmakelaar een verkoopopdracht te geven tegen een door partijen in onderling overleg overeen te komen vraag- en laatprijs;
- bepaalt dat, indien partijen niet uiterlijk binnen de termijn van twee weken er in slagen om gezamenlijk de vraag- en laatprijs te bepalen, de verkoopmakelaar de verkoop- en laatprijs bindend zal vaststellen;
- bepaalt dat partijen gehouden zijn alle medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning tegen de door de verkoopmakelaar bindend vastgestelde vraag- en laatprijs;
- bepaalt dat alle kosten die gepaard gaan met de verkoop van de woning door partijen gezamenlijk, ieder bij helfte, worden gedragen;
- bepaalt dat het saldo van de persoonlijke lening bij Deutsche Bank met nummer [nummer 8] per datum levering van de woning aan de koper(s) wordt afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
- bepaalt dat het saldo van het doorlopend krediet bij de Rabobank met nummer [nummer 7] per datum levering van de woning aan de koper(s) wordt afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
- het saldo van de verkoopopbrengst minus het saldo van hypothecaire geldlening, minus het saldo van voornoemde persoonlijke lening en voornoemd doorlopend krediet, minus de verkoopkosten wordt tussen partijen bij helfte verdeeld.
- de twee bedden worden verkocht als onderdeel van de verkoop van de echtelijke woning, waardoor de opbrengst tot uitdrukking zal komen in de verkoopopbrengst van de woning;
- de opbrengst van de al verkochte gemeenschappelijke inboedelgoederen moet tussen partijen worden verdeeld.
- een tweetal fietsen;
- een aanhangwagen;
- een scooter [merk] ;
- een [merk en type] , kenteken [00-AB-CD] .
- gemeentelijke belastingen € 782,17;
- vaste energiekosten € 142,67 (12 x € 12.97);
- reparatie boiler € 76,07;
- opstalverzekering € 241,50.
3.De beslissing
- hem te machtigen de verkoop en levering van het pand met ondergrond voor rekening en risico van partijen tot stand te brengen;
- te bepalen dat als de vrouw deze termijn laat verstrijken, de uitspraak dezelfde kracht heeft en in de plaats treedt van de voor het sluiten van de koopovereenkomst en passeren van de leveringsakten vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van de vrouw, zodat het sluiten van de koopovereenkomst zal plaatsvinden door het aanhechten van de in deze te wijzen beschikking en levering zal plaatsvinden door inschrijving van de in deze te wijzen beschikking met de notariële akte in de daartoe bestemde openbare registers;
- haar te machtigen om voor rekening en risico van beide partijen de woning te verkopen en te leveren aan derden tegen een laatprijs van € 335.000,00;
- te bepalen dat aan de vrouw vervangende toestemming wordt verleend voor hetgeen in alle bovengenoemde veroordelingen is genoemd indien de man niet op eerste verzoek van de vrouw medewerking verleent en te bepalen dat deze uitspraak op grond van 3:300 lid 2 BW mede in de plaats zal treden van de door de notaris op te stellen akte van levering;
- bepaalt dat de woning aan derden dient te worden verkocht en veroordeelt partijen tot medewerking aan het verkooptraject als volgt;
- bepaalt dat de man en de vrouw ieder een makelaar dienen aan te wijzen binnen twee weken na datum van deze beschikking;
- bepaalt dat beide aangewezen makelaars een derde makelaar aanwijzen die het verkooptraject van de woning ter hand zal nemen (hierna: de verkoopmakelaar);
- bepaalt dat partijen gehouden zijn binnen twee weken na aanwijzing de verkoopmakelaar een verkoopopdracht te geven tegen een door partijen in onderling overleg overeen te komen vraag- en laatprijs;
- bepaalt dat, indien partijen niet uiterlijk binnen de termijn van twee weken er in slagen om gezamenlijk de vraag- en laatprijs te bepalen, de verkoopmakelaar de verkoop- en laatprijs bindend zal vaststellen;
- bepaalt dat partijen gehouden zijn alle medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning tegen de door de verkoopmakelaar bindend vastgestelde vraag- en laatprijs;
- bepaalt dat alle kosten die gepaard gaan met de verkoop van de woning door partijen gezamenlijk, ieder bij helfte, worden gedragen;
- bepaalt dat het saldo van de persoonlijke lening bij Deutsche Bank met nummer [nummer 8] per datum levering van de woning aan de koper(s) wordt afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
- bepaalt dat het saldo van het doorlopend krediet bij de Rabobank met nummer [nummer 7] per datum levering van de woning aan de koper(s) wordt afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
- bepaalt dat het saldo van de verkoopopbrengst minus het saldo van hypothecaire geldlening, minus het saldo van voornoemde persoonlijke lening en voornoemd doorlopend krediet, minus de verkoopkosten tussen partijen bij helfte wordt verdeeld;
- de tot de inboedel behorende bedden worden verkocht als onderdeel van de echtelijke woning, waardoor de opbrengst tot uitdrukking zal komen in de verkoopopbrengst van de woning;
- de opbrengst van de verkochte gemeenschappelijke inboedelgoederen moet tussen partijen worden verdeeld;
- het saldo van gezamenlijke bankrekening Rabobank met nummer [nummer 5] per datum dat deze rekening wordt opgeheven wordt bij een positief saldo door partijen bij helfte verdeeld en bij een negatief saldo door partijen bij helfte gedragen;
- het saldo van de gezamenlijke bankrekening Deutsche Bank met nummer [nummer 5] per datum levering van de echtelijke woning aan de koper(s) wordt bij een positief saldo door partijen bij helfte verdeeld en bij een negatief saldo door partijen bij helfte gedragen;
- aan ieder van partijen wordt de fiets toebedeeld die bij hem / haar in gebruik is;
- de man voldoet aan de vrouw een bedrag van € 50,00 ter verdeling van de verkoopopbrengst van de auto [merk en type] met kenteken [00-AB-CD] ;
- de scooter [merk] wordt aan de man toebedeeld, waarbij de man aan de vrouw een bedrag van € 150,00 aan de vrouw moet voldoen ter verdeling van de waarde;
- de vrouw voldoet aan de man een bedrag van € 100,00 ter verdeling van de verkoopopbrengst van de aanhangwagen;