Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijswaardering.
De bewijsmiddelen.
1.
Het proces-verbaal van de politie Eenheid Oost-Brabant, met nummer PL2100-2022234750-19 (pagina 200), inhoudende de bevindingen van de verbalisant, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
2.
Het proces-verbaal van de politie Districtsrecherche Eindhoven, met nummer -51 (pagina 202), inhoudende de bevindingen van de verbalisant, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
3.
Het proces-verbaal van de politie Districtsrecherche Eindhoven, met nummer -74 (pagina 217), inhoudende de bevindingen van de verbalisant, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
[p.226]Gelijk hierop is te ziendat [verdachte] met zijn rechterarm voorwaartse prikkende bewegingen maakt naar het bovenlichaam van [slachtoffer] (linkerzijkant/achterkant). Ik, verbalisant zag in ieder geval een vijftal van deze prikkende bewegingen.Hierna is te zien dat [slachtoffer] overeind komt en strompelend over het fietspad richting trottoir loopt.
4.
Een geschrift als bedoeld in art. 344, eerste lid, aanhef en onder 4° Sv, te weten een sectierapport van het NFI d.d. 20 januari 2023, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs.