Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Parketnummer vordering: 01.147031.23
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
De bewezenverklaring.Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
- begeleiding door de William Schrikker Groep en een meldplicht;
- ambulante behandeling bij Kairos en IrisZorg;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- dagbesteding; en
- meewerken aan middelencontrole.
Krachtens artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), kan de rechtbank ten aanzien van een verdachte die ten tijde van het begaan van een strafbaar feit de leeftijd van 18 jaren maar nog niet die van 23 jaren heeft bereikt recht doen overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg Sr (het jeugdstrafrecht), indien de rechtbank daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of in de omstandigheden waaronder het feit is begaan.
De rechtbank stelt vast dat verdachte het bewezen verklaarde feit heeft gepleegd toen hij 22 jaar oud was.
De rechtbank ziet, anders dan de officier van justitie en de raadsman, geen aanleiding om aan verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 01.147031.23.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
gevangenisstrafvoor de duur van
8 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht;
€ 8.859,84. Bepaalt dat indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 79 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.