ECLI:NL:RBOBR:2023:5185
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke overtreding van de Geneesmiddelenwet door het bereiden en in voorraad hebben van ketamine
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk overtreden van artikel 38 lid 1 van de Geneesmiddelenwet. De verdachte werd ervan beschuldigd zonder registratie een hoeveelheid van ongeveer 11,17 kilogram ketamine in voorraad te hebben gehad en deze ook te hebben bereid. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 1 april 2021 tijdens een doorzoeking in een woning in Aalsmeer circa 11 kilo ketamine werd aangetroffen, evenals een in werking zijnde productieruimte voor de bereiding van ketamine. De verdachte had wetenschap van de aanwezigheid van de ketamine en deze bevond zich in zijn machtssfeer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde, ondanks zijn verweer dat hij geen fabrikant of groothandelaar was in de zin van de Geneesmiddelenwet. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 19 maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten en de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank benadrukte dat ketamine, als een werkzame stof, onder de Geneesmiddelenwet valt en dat de illegale productie en handel van deze stof ernstige risico's voor de volksgezondheid met zich meebrengt.