ECLI:NL:RBOBR:2023:5184
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke overtreding van de Geneesmiddelenwet door het bereiden van ketamine zonder registratie
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 oktober 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk bereiden van ketamine zonder registratie, in strijd met artikel 38 lid 1 van de Geneesmiddelenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen opzettelijk ketamine heeft bereid in een laboratorium dat was ingericht in een woning. Tijdens een doorzoeking op 1 april 2021 werd ongeveer 11 kilo ketamine aangetroffen, evenals materialen die gebruikt werden voor de productie van deze stof. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het in voorraad hebben van ketamine, omdat niet bewezen kon worden dat hij wetenschap had van de aanwezigheid van de stof op het moment van de doorzoeking. De rechtbank heeft de strafoplegging gebaseerd op de ernst van het feit, de rol van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn. Uiteindelijk is er een gevangenisstraf van 15 maanden opgelegd, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de omstandigheden van de verdachte en de aard van het delict. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op 3 november 2023.