Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
5.9 De parkeerder en zijn voertuig dienen de parkeerfaciliteit uitsluitend te verlaten met gebruikmaking van een geldig, door Q-Park geaccepteerd parkeerbewijs of middel. Het zonder gebruikmaking van een geldig door Q-Park geaccepteerd parkeerbewijs of middel verlaten van de parkeerfaciliteit is onder geen beding toegestaan. De parkeerder is in dat geval het door Q-Park voor de betreffende parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” verschuldigd (afhankelijk van de parkeerfaciliteit bedraagt dit éénmaal, tweemaal of driemaal het geldende dagtarief), vermeerderd met een bedrag aan aanvullende schadevergoeding ad € 300,00 en zulks onverminderd de rechten van Q-Park tot het vorderen van overige daadwerkelijk geleden (gevolg-)schade. Het hiervoor genoemde tarief “verloren kaart” laat onverlet het recht van Q-Park om de parkeerder de werkelijke parkeerkosten in rekening te brengen mochten die hoger zijn dat het tarief “verloren kaart”.
3.De vordering en de standpunten van partijen
4.De beoordeling
07-2018”, wat logischerwijs verwijst naar maand 7 van het jaar 2018. Q-Park heeft deze voorwaarden toen kennelijk in gebruik genomen en dat was nog vóór 20 september 2020, de datum waarop het 'treintje rijden' door [gedaagde] plaatsvond. [gedaagde] heeft tegen deze achtergrond onvoldoende gemotiveerd weersproken dat deze algemene voorwaarden op die datum golden én dat het informatiebord op dat moment naar deze algemene voorwaarden verwees. Dat er nu op het informatiebord een andere website staat genoemd en dat de algemene voorwaarden van Q-Park nu anders luiden, is daarvoor onvoldoende. Hierin is dus geen grond voor vernietiging van de algemene voorwaarden gelegen en andere gronden heeft [gedaagde] niet aangevoerd.
de parkeerder” en dat is gedefinieerd als “
degene die het voertuig op of in de parkeerfaciliteit brengt.” [gedaagde] kwalificeert niet als parkeerder, omdat zij niet (feitelijk) de auto heeft bestuurd, aldus [gedaagde] .