ECLI:NL:RBOBR:2023:5075
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een vrijstaande woning in Budel-Schoot
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedaan op 25 oktober 2023, wordt het beroep van eiser tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn woning beoordeeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde vastgesteld op € 436.000 voor het kalenderjaar 2022, maar eiser betwist deze waarde en stelt dat de waarde € 377.000 zou moeten zijn. De rechtbank behandelt het beroep en constateert dat de heffingsambtenaar onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de vastgestelde waarde. De rechtbank wijst op de gebrekkige onderbouwing van de waarde-opbouw in het taxatieverslag en de inconsistenties in de verkoopprijzen van vergelijkingsobjecten. Eiser heeft zijn beoogde waarde ook niet voldoende onderbouwd, waardoor de rechtbank besluit de waarde schattenderwijs vast te stellen op € 400.000. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van eiser, die op € 1.557,26 worden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het beginsel van gelijkwaardigheid van partijen en de goede procesorde, waarbij de rechtbank de ingediende stukken van de heffingsambtenaar buiten beschouwing laat vanwege te late indiening.