ECLI:NL:RBOBR:2023:484

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
6 februari 2023
Zaaknummer
C-01-367986 - HA ZA 21-121
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van overeenkomst wegens strijd met goede zeden en openbare orde in het kader van verblijfsvergunning voor kennismigrant

In deze zaak vorderde eiser, afkomstig uit Iran, de terugbetaling van € 33.000,00 van SAD Administraties B.V. wegens een overeenkomst die volgens hem nietig was. De overeenkomst hield in dat SAD een verblijfsvergunning voor eiser zou aanvragen als kennismigrant, terwijl eiser in werkelijkheid niet voldeed aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst in strijd was met de goede zeden en openbare orde, omdat deze was opgezet om de IND te misleiden. De rechtbank concludeerde dat de overeenkomst nietig was op grond van artikel 3:40 lid 1 BW en dat SAD de door eiser betaalde bedragen moest terugbetalen. Daarnaast werden SAD ook buitengerechtelijke kosten en beslagkosten opgelegd, evenals de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer: C/01/367986 / HA ZA 21-121
Vonnis van 18 januari 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. F. Mesri te Amsterdam,
tegen
SAD ADMINISTRATIES B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
gedaagde partij,
hierna te noemen: SAD,
advocaat: mr. A. Tekinerdogan te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 augustus 2021;
- de producties 15 tot en met 40 aan de zijde van [eiser] ;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van 27 september 2022 en de schriftelijke spreekaantekeningen die door de advocaten van beide partijen zijn voorgedragen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

[eiser] en SAD hebben een overeenkomst gesloten die inhoudt dat SAD voor [eiser] een verblijfsvergunning met als doel arbeid als kennismigrant aanvraagt. De strekking van de overeenkomst is echter dat [eiser] geen arbeid verricht en zijn eigen loonkosten betaalt. De overeenkomst is dus bedoeld om de IND te misleiden. De overeenkomst is daarom in strijd met de goede zeden en de openbare orde en aldus nietig op grond van artikel 3:40 lid 1 BW. SAD moet de door [eiser] betaalde bedragen terugbetalen.

3.De feiten

3.1.
[eiser] is afkomstig uit Iran.
3.2.
SAD, tevens handelend onder de naam Dutch Accounting House is een administratiekantoor. De heer [bestuurder SAD] (hierna: [bestuurder SAD] ) is (middellijk) enig aandeelhouder en bestuurder van SAD.
3.3.
Tussen SAD en [eiser] is een overeenkomst gesloten, welke is ondertekend door SAD op 20 juni 2017 en door [eiser] op 22 juni 2017 (productie 9 van SAD is het ondertekende exemplaar, productie 2 van [eiser] is een niet ondertekend exemplaar/offerte met gelijke inhoud). In die overeenkomst staat, voor voorover hier relevant, het volgende:
“(…)
Concerning
Introduction and Fee quotation for accounting services in The Netherlands and services to claim the Dutch ID cards which allow you to work and live in the Netherlands
(…)
Introduction Dutch HSM Knowledge Platform and Dutch Accounting House
Dutch HSM Knowledge Platform is Partner in business from Dutch Accounting House
(…)
Fee Quote

1.Incorporation of a Dutch Company

Dutch Accounting House can provide following services to set up your company (due to fiscal reasons, possibilities and liabilities we strongly recommend a Dutch BV):
(…)

3. Payroll + HRM

A. Complete salary administration
(…)
B. Individual residence permit procedure and costs
In order to apply for HSM procedure the employer (company) first must be registered in Dutch immigration service IND. After company registration, employment contract with employees must be agreed and the individual residence permit requests for those employees can be submitted to IND. One of the main requirements for this procedure is that the employees should have a minimum annual gross salary. Each year the minimum amounts are revised (increase of approximately 2%). Details and requirements of both procedures are shortly described below.
We recommend to start up this procedure for you as well.
Company registration procedure
INDregistration fee : Included in our fixed fee
Required data : Below mentioned data
Data required (Dutch Accounting House will provide)
1. Registration Extract from Dutch Chamber of Commerce
2. NFIA statement
Individual residence permit procedure
(…)
C. 30% Ruling: special tax regime for expats
The Netherlands has a special tax regime for expatriates, the so-called 30% ruling, which provides a
substantial income tax exemption of up to 30% , for a period of up to 96 months. This is viewed as a
reimbursement for the extra costs involved in living abroad.
According to this rule, the employer may grant the employee a tax-free allowance of up to a maximum of 30% of his or her remuneration. The remuneration includes incidental and flexible forms of income such as bonus payments and stock options. Termination and pension payments are excluded. Please note with approval we can change driving license to Dutch License.

4.Domiciliation

Domiciliation for private house is not included in this fee quotation. You need to find a Dutch Address. The rent fee depend per house, per location and per owner. If wished we can introduce you to some house owners.
(…)
Packaqe deal for the near 2017 up to including 2022
- incorporation of your Dutch BV
- business plan (financial paragraph)
- application 30% ruling tax
- application,of Dutch ID Cards (3)
- complete financial administration up to incl. 31 December 2022
- year end closing formalities up to incl. 31 December 2022
Fixed fee € 48.264,- excl. VAT. Please note, our fee is including payments fee to IND - Ministry of
Justice - safety, including the financial administration and year end closings up to including December
2022.
In case we can invoice your company directly in Iran no VAT applicable. In case we need to invoice your Dutch Company we need to invoice 21°/o Dutch VAT.
The ID card is valid for 5 years, after 5 years we can extend. Costs indication based on 2017 info of
extension ID card will be appr. € 1.200,- excl. VAT.
Payment schedule:
After approval of our fee quote € 23.000,- excl. VAT.
After your ID cards are ready to collect € 10.000,- excl. VAT.
At the start of second year ( beginning the remaining four years) of our agreement € 15.264,-excl.VAT
Please pay amounts on our bank account at:
Stichting HSM Dutch Knowledge Platform
Bank account : (…)
Additional costs: see Excel sheet
(…)
Please note that we will work closely together with Dutch HSM Knowledge Platform. Dutch HSM Knowledge will be in charge for the daily performance.
(…)”
3.4.
Bij de offerte heeft [eiser] een Cash Flow overview ontvangen van SAD (productie 2 van [eiser] , pagina 9), waarin onder meer en voor zover hier relevant, staat:

Cashflow overviewMr. [eiser]
Assumptions:
Highly Skilled Migrant
Payroll tax* and social securities included in this sheet. Not incl. is net salary to pay
Accounting costs on average: 300 per month based on low profile (incl. all obligations such as profit tax
Education cost and domiciliation costs are unknown
Basically after 5 years paying taxes in Nl(and living in NL) after speaking Dutch you will get Dutch ID card for indefinete period of time
Low tax rate, calculated with 30% ruling tax advantage. You need approval from Dutch Tax Authorities first to apply (…)”
3.5.
Bij e-mail van 11 juli 2017 (productie 3 van [eiser] ) heeft [bestuurder SAD] namens SAD een factuur aan [eiser] gestuurd met een factuurbedrag van € 23.000,00. In de factuur staat verder, voor zover hier relevant:
“(…)
Please note the fee is incl. services Dutch Accounting House up to incl. calendar year 2022.
Bank details:
Please pay amounts on our bank account at:
Stichting HSM Dutch Knowledge Platform
Bank account:
(…)”
3.6.
De aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf is op 12 september 2017 goedgekeurd door de IND (productie 5 van [eiser] ). In de beschikking die is geadresseerd aan SAD, staat onder meer en voor zover hier relevant:
“(…)
Op 18 augustus 2017 hebt u namens HanaDah BV de procedure Toegang- en Verblijf (TEV) gestart door de aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in te dienen. De vreemdelingen beogen verblijf in het kader van het verblijfsdoel 'Arbeid als kennismigrant 'Verblijf als familie - of gezinslid’.”
3.7.
In zijn e-mail van 28 november 2017 (productie 6 van [eiser] ) schrijft [bestuurder SAD] aan [eiser] :
“Dear [eiser]
See attached the following documents:
- invoice 'services' according to the agreement
- updated cash flow
In contrary to our service agreement you can pay the amount ad € 15.264,- in 4 years. We also should change the legal name into DTIP BV. We will send you a separate agreement for those services. Hopefully you will have no objections?
(…)”
3.8.
Bij de e-mail gevoegd is een factuur op naam van HanaDah B.V. (hierna: HanaDah) voor het tot dan toe betaalde bedrag van € 33.000,00 waarop staat vermeld:.
“(…)
We confirm you paid Fase 1 and 2 in total € 33.000,-. The remaining amount ad € 15.264,- excl. VAT will be invoiced by Dutch Accounting House periodically. Please note the total fee ad € 48.264,- is incl. services Dutch Accounting House up to incl. calendar year 2022.
(…)”
3.9.
Op 6 februari 2018 is een overeenkomst gesloten tussen SAD en Dutch Tourism Innovation Platform B.V. (hierna: DTIP), zijnde de vennootschap die voor [eiser] is opgericht uit hoofde van de overeenkomst van 22 juni 2017. De overeenkomst betreft door SAD te leveren accounting services (productie 10 van SAD).
3.10.
[bestuurder SAD] schrijft in zijn e-mail van 18 juli 2018 aan [eiser] (productie 12 van SAD) onder meer en voor zover hier relevant:
“Dear [eiser] ,
As discussed today. Passports depends on our Government and is partially in your own hands, we can't influence. Dutch Accounting House will take care of all topics mentioned in our agreement for 5
years.
We discussed further today:
- health insurance will be paid automatically from your own bank account as from 1-1-2019
- Service invoices - accounting matter will be invoiced by DAH to your Company as from 1-1-2019
- Payroll tax will be paid by your Company each month directly to the Dutch Tax Authorities as from 1-1-2019
(…)”
3.11.
[eiser] (althans [eiser] via DTIP) is aanvankelijk als werknemer in dienst genomen door HanaDah. [bestuurder SAD] was via [bestuurder SAD] Beheer B.V. bestuurder van HanaDah. HanaDah is op enig moment ontbonden. [eiser] heeft geen arbeid verricht voor HanaDah. Hij verbleef niet in Nederland in de betreffende periode.
3.12.
Bij e-mail van 26 december 2019 (productie 7 van SAD) van [eiser] aan de heer [A] , werkzaam bij SAD, staat onder meer en voor zover hier relevant het volgende:
“(…)
Due to Mr. [bestuurder SAD] advice in terms of his new strategy adoption,
Dutch Tourism Innovation platform B.V. has been assigned to choose a different provider as of January 1st, 2020 .
Therefore I like to terminate the contract from that date for the accounting as well as for the virtual office.
Please give your full support to transfer our file to the new provider Cars Consultancy.
Finally, I want to thank you and your staff for the good service they provided.
(…)”
3.13.
De verblijfsvergunning van [eiser] is in 2020 ingetrokken (productie 9 van [eiser] ), omdat [eiser] niet meer voldeed aan de criteria voor het zijn van kennismigrant.
3.14.
[eiser] heeft op een andere wijze een verblijfsvergunning verkregen.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat – veroordeling van SAD tot betaling van:
- € 48.264,00, te vermeerderen met rente vanaf veertien dagen na dit vonnis,
- € 1.257,64 aan buitengerechtelijke kosten,
- € 1.135,12 aan beslagkosten,
met veroordeling van SAD in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met rente.
4.2.
[eiser] stelt primair dat de tussen partijen op 22 juni 2017 gesloten overeenkomst nietig is wegens strijd met de wet. Subsidiair is hij van mening dat de strekking of inhoud van de overeenkomst van 22 juni 2017 strijdig is met de goede zeden en openbare orde en dat de overeenkomst daarom nietig is. Meer subsidiair is hij van mening dat de overeenkomst moet worden ontbonden wegens wanprestatie. SAD moet daarom in alle gevallen de uit hoofde van de overeenkomst door [eiser] betaalde bedragen terugbetalen.
4.3.
SAD voert verweer. SAD concludeert – uiterst verkort weergegeven – tot niet – ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] .
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Welke overeenkomsten zijn gesloten tussen partijen en uitgevoerd?
5.1.
Partijen zijn het erover eens dat zij de overeenkomst van 22 juni 2017 hebben gesloten. SAD stelt echter dat geen uitvoering is gegeven aan die overeenkomst. Volgens SAD is na deze overeenkomst een nieuwe overeenkomst met DKP gesloten, welke in de plaats is gekomen van de overeenkomst van 22 juni 2017. Er zijn volgens SAD dus geen bedragen aan SAD betaald uit hoofde van de overeenkomst van 22 juni 2017 en SAD is niet verantwoordelijk voor het aanvragen van de verblijfsvergunning en het opzetten van de daarbij behorende constructie, als vermeld in de overeenkomst van 22 juni 2017. SAD heeft haar diensten namelijk beperkt tot het leveren van administratieve diensten en heeft daartoe op 6 februari 2018 een nieuwe overeenkomst met [eiser] (althans DTIP) gesloten, aldus SAD.
5.2.
De rechtbank gaat niet mee in het betoog van SAD. [eiser] heeft namelijk betwist dat hij een nieuwe overeenkomst heeft gesloten met DKP die in de plaats is gekomen van de overeenkomst van 22 juni 2017. SAD heeft het bestaan van de overeenkomst met DKP gesteld, zonder dat concreet toe te lichten met te staven feiten. Zij stelt namelijk zelf dat zij geen afschrift van die overeenkomst heeft en heeft de gestelde overeenkomst dus niet in het geding gebracht. Ook anderszins zijn geen concrete feiten gesteld over totstandkoming of inhoud van de gestelde overeenkomst met DKP. De rechtbank kan bij gebreke van concrete feiten niet vaststellen dat de gestelde overeenkomst is gesloten, laat staan dat het sluiten van die overeenkomst tot gevolg heeft gehad dat aan de overeenkomst van 22 juni 2017 tussen SAD en [eiser] geen uitvoering meer is gegeven.
5.3.
Bovendien blijkt uit de feiten dat wél uitvoering is gegeven aan de overeenkomst van 22 juni 2017. Zo stelt [eiser] terecht dat het feit dat bedragen aan DKP zijn betaald, aansluit bij wat in de overeenkomst van 22 juni 2017 staat, te weten dat bedragen uit hoofde van die overeenkomst op de bankrekening van DKP moeten worden betaald (“please pay amounts on our bank account
Stichting HSM Dutch Knowledge Platform”). De factuur betreffende de eerste betaling van € 23.000,00 is ook aan [eiser] verstuurd door [bestuurder SAD] per e-mail met het logo van DAH, de handelsnaam van SAD, eronder. In die factuur van 20 juni 2017 betreffende € 23.000,00 wordt ook verwezen naar het “contract total” van € 48.264,-, dat aansluit bij de fixed fee uit de overeenkomst van 22 juni 2017 tussen SAD en [eiser] .
5.4.
Ook uit overige omstandigheden van na het sluiten van de overeenkomst van 22 juni 2017 blijkt dat de overeenkomst tussen SAD en [eiser] nog steeds gold en werd uitgevoerd.
Zo blijkt uit de door [eiser] als productie 5 bij dagvaarding overgelegde beschikking van de IND dat SAD op 18 augustus 2017 de aanvraag heeft ingediend om een machtiging tot voorlopig verblijf te verkrijgen. Bovendien blijkt uit productie 34 van [eiser] dat DKP per 30 november 2017 is opgehouden te bestaan. Dat er in de (korte) periode tussen het sluiten van de overeenkomst en de ontbinding van DKP door DKP werkzaamheden zijn verricht in het kader van de uitvoering van een overeenkomst met [eiser] is gesteld noch gebleken.
Uit de e-mail van 28 november 2017 blijkt voorts dat de overeenkomst van 6 februari 2018 slechts een wijziging van de afspraken betreft over de betalingsverplichtingen van [eiser] inzake het bedrag van € 15.264,00; die hoeven niet direct, maar verspreid over vier jaar te worden betaald.
Van een beperking van de werkzaamheden van SAD is geen sprake. Sterker nog, uit de e-mail van 18 juli 2018 blijkt dat SAD ook dan aangeeft dat zij nog steeds bezig is met de uitvoering van de overeenkomst van 22 juni 2017. Immers schrijft [bestuurder SAD] daarin namens SAD: “As discussed today. Passports depends on our Government and is partially in your own hands, we can't influence. Dutch Accounting House will take care of all topics mentioned in our agreement for 5 years.” Dit betreft, gelet op de inhoud van de e-mail ook de werkzaamheden omtrent het verkrijgen van de verblijfsvergunning. Kortom SAD en [eiser] hebben uitvoering gegeven aan de overeenkomst van 22 juni 2017.
5.5.
Uit hoofde van de overeenkomst van 22 juni 2017 is € 33.000,00 betaald. Dat de bedragen (op verzoek van SAD) aan derden zijn betaald doet niet ter zake. Voor het overige zijn de betalingen gedaan uit hoofde van de overeenkomst van 6 februari 2018, zo blijkt ook uit productie 18 van SAD, waarbij de betreffende facturen zijn overgelegd. Omdat niet [eiser] , maar DTIP partij is bij die overeenkomst, en DTIP geen partij is in deze procedure, kunnen die betalingen hier verder onbesproken worden gelaten. [eiser] kan die betaalde bedragen immers niet terugvorderen.
Is de overeenkomst van 22 juni 2017 nietig?
5.6.
Volgens [eiser] is het sluiten van de overeenkomst in strijd met de wet en daarom nietig. Hij vindt dat de overeenkomst moet worden gekwalificeerd als bedrog als bedoeld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Ook meent hij dat de overeenkomst in strijd is met artikel 197a lid 2 Sr. Om die reden is de overeenkomst naar het oordeel van [eiser] nietig op grond van artikel 3:40 lid 2 van het Burgerlijk wetboek (BW).
De overeenkomst dient (subsidiair) te worden aangemerkt als strijdig met de goede zeden en of de openbare orde daar deze slechts kon worden nagekomen door het overtreden van
wettelijke voorschriften als bedoeld in artikel 3:40 lid 1 BW. SAD heeft naar buiten toe de schijn gewekt een arbeidsovereenkomst te hebben gesloten voor [eiser] , terwijl de werkelijke strekking van de overeenkomst slechts het verkrijgen van een verblijfsstatus voor [eiser] is. Er is daarmee sprake van een bewuste discrepantie tussen wil en verklaring, met het doel de IND te misleiden.
De IND valt onder het Ministerie van Justitie en Veiligheid, waaruit kan worden opgemaakt dat de verlening van een verblijfsstatus een belangrijke taak is in de handhaving van de openbare orde. Aan het verlenen van een verblijfsvergunning zijn strenge voorwaarden verbonden om de openbare orde te beschermen. Mede door de strenge vereisten met het oog op de bescherming van de openbare orde zijn er lange wachtlijsten. De IND tracht een eerlijke afweging te maken in het verlenen van verblijfsvergunningen aan vreemdelingen die het meeste (sociale) belang hebben bij verblijf in Nederland en vreemdelingen die een (financiële) bijdrage leveren aan de samenleving. Vanwege de verwachte bijdrage aan de samenleving worden kennismigranten bijvoorbeeld vrijgesteld van het inburgeringsvereiste. [eiser] is afkomstig uit Iran, een land dat door de IND het stempel 'veilig' heeft gekregen.
Daarmee maakt [eiser] , onder normale omstandigheden, geen aanspraak op een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Duidelijk mag zijn dat [eiser] op het moment van de aanvraag ook niet voldeed aan de vereisten die aan kennismigranten worden gesteld. Van SAD mag worden verondersteld dat zij bekend is met dit gegeven, maar zij kiest er uit winstbejag voor om het systeem moedwillig te omzeilen. Dit dient niet alleen als in strijd met de openbare orde maar eveneens als strijdig met de goede zeden te worden geacht, aldus [eiser] . De constructie betreft een gefingeerd dienstverband, waarmee [eiser] een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als kennismigrant verkrijgt zonder daadwerkelijk werkzaamheden te verrichten. [eiser] en SAD zijn overeengekomen dat [eiser] boven het overeengekomen bedrag van € 48.264, maandelijks de loonheffing diende te betalen, zonder dat hij gehouden was werkzaamheden te verrichten voor het bedrijf. [eiser] betaalde SAD hiervoor maandelijks een bedrag, bestaande uit zijn eigen brutosalaris verhoogd met een additionele vergoeding voor SAD. Vervolgens stortte SAD – via de door haar geselecteerde rechtspersoon – het nettosalaris op de rekening van [eiser] . SAD hield op het maandelijkse bedrag in (i) de loonheffing, (ii) alsmede haar eigen additionele vergoeding.
Na enkele maanden in dienst van HanaDah te zijn geweest kon [eiser] volgens SAD via een eigen nieuw op te richten besloten vennootschap, DTIP, zijn verblijfsrecht behouden. Het voordeel van deze constructie is – volgens SAD – dat [eiser] op die manier geen (of minder) loonheffing hoeft af te dragen, aldus nog steeds [eiser] .
5.7.
Volgens SAD is de overeenkomst van 22 juni 2017 niet nietig. SAD doet gemiddeld meer dan 200 aanvragen in het kader van de 'Kennismigrant - en Arbeid als Zelfstandigen' regelingen per jaar. Elk van deze aanvragen en onderliggende (arbeids)contracten worden nauwgezet door de IND getoetst. Alle aanvragen die SAD bij de IND indient, zijn volledig in lijn met de Nederlandse wetgeving en de door de IND gehanteerde werkinstructies. Dat geldt ook voor de aanvragen van haar samenwerkingspartner DKP. Het is de IND die op grond van de Vreemdelingenwet, het Vreemdelingenbesluit, het Voorschrift Vreemdelingen, de Vreemdelingencirculaire en haar werkinstructies bepaalt of een aanvraag wordt gehonoreerd. De IND gaat daarbij niet over één nacht ijs. In het geval een aanvraag en de onderliggende contracten niet in orde wordt bevonden met de wet, volgt een afwijzing. In het jaar 2018 heeft de IND nog een bezoek verricht aan SAD ter controle van haar zorgplicht, de informatieplicht en de administratieplicht ingevolge de Wet Modern Migratiebeleid (MoMiverplichtingen) en daarbij geen onregelmatigheden aangetroffen.
[eiser] is door bemiddeling van DKP, geheel in lijn met de toen geldende Werkinstructie van de IND, met zijn vennootschap DTIP formeel als kennismigrant tewerkgesteld bij HanaDah Anders dan [eiser] valselijk doet voorkomen gaat het om een volstrekt wettige detachering/payroll-constructie, die door de IND bij elke aanvraag strikt wordt getoetst. Vervolgens zou op basis van de actuele financiële cijfers, de financiële prognose van de onderneming DTIP en op basis van [eiser] 's ondernemingsplan, waarvoor een
puntenstelsel van toepassing is, een vergunning arbeid als zelfstandige of een
certificering erkent referent op DTIP worden aangevraagd. [eiser] levert in strijd met
zijn toezeggingen echter geen ondernemingsplan aan, gaat niet in op
investeringsvoorstellen en onderneemt geen activiteiten om omzet te genereren met DTIP. Het is dus juist geheel door toedoen van [eiser] zelf dat de beoogde aanvraag erkend referent/arbeid als zelfstandige niet kan worden ingediend. Het past dan ook niet dat [eiser] zijn verplichtingen en/of toezeggingen zelf niet nakomt om vervolgens bij dagvaarding met krokodillentranen te stellen dat er sprake zou zijn van een schijnhandeling. Het betreft geen schijnhandeling van DKP en/of HanaDah, maar juist een handeling conform de toen geldende Werkinstructie van de IND op basis waarvan de aanvraag van [eiser] door de IND is goedgekeurd, aldus SAD.
Het sluiten van de overeenkomst is niet in strijd met de wet.
5.8.
Artikel 3:40 lid 2 BW geeft aan dat ‘strijd met een dwingende wetsbepaling’ in principe nietigheid van de rechtshandeling meebrengt. De parlementaire geschiedenis leert, dat de wetgever in artikel 3:40 lid 2 BW alleen het oog heeft op wetten (in formele zin) die het
sluitenvan de overeenkomst — de daad van het contracteren — als zodanig verbieden (en dus niet pas de inhoud of strekking van het overeengekomene). Denkbaar is dat het sluiten van een overeenkomst al een strafbaar feit oplevert (bijvoorbeeld: de toezegging van geld tegenover de belofte om een misdrijf te begaan (uitlokking, art. 47 Sr) of het opzettelijk kopen van gestolen zaken (heling, art. 416 Sr)). Dat het sluiten van dergelijke overeenkomsten zijn verboden door de wet, staat buiten twijfel. Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende onderbouwd dat het
sluitenvan de onderhavige overeenkomst een strafbaar feit oplevert. Met het sluiten van de overeenkomst is immers in ieder geval nog geen sprake van bedrog (art. 326 Sr). Beide partijen wisten immers precies waar ze mee bezig waren en er was nog geen derde bij betrokken. Met het sluiten van de overeenkomst is voorts geen (wederrechtelijke) toegang verschaft tot Nederland of anderszins voldaan aan de vereisten van artikel 197a lid 2 Sr. Van strijd met de wet en nietigheid op grond van artikel 3:40 lid 2 BW is aldus geen sprake.
De strekking van de overeenkomst is wel in strijd met goede zeden/openbare orde.
5.9.
Weliswaar betwist SAD dat de overeenkomst van 22 juni 2017 naar de strekking nietig is omdat volgens haar de detacherings-payroll-constructie die beoogd was door partijen volgens de regels van de IND was. Maar of de beoogde payroll-detacheringsconstructie op zichzelf bezien al dan niet volgens de regels was, doet hier niet ter zake nu [eiser] deugdelijk heeft toegelicht dat het mede de strekking van de overeenkomst was dat [eiser] geen betaalde arbeid zou verrichten, terwijl de constructie wel de suggestie wekte dat hij werkte en loon daarvoor ontving. SAD ontkent weliswaar dat het de bedoeling was dat [eiser] zijn eigen loonkosten (inclusief werkgeverslasten) zou betalen en het netto loon zou krijgen teruggestort, maar uit de door [eiser] overgelegde producties blijkt anders. Ook uit het feit dat [eiser] eerst bij HanaDah ‘tewerk is gesteld’ – hoewel dat geen onderdeel is van de overeenkomst van 22 juni 2017 – terwijl hij daar in die periode niet daadwerkelijk heeft gewerkt, blijkt van de bewuste intentie van partijen om de situatie anders voor te spiegelen dan deze in werkelijkheid was. De stelling van SAD dat het aan [eiser] was om ‘te investeren’ met zijn eigen onderneming DTIP, dat daaruit inkomsten en werk zouden moeten worden gegenereerd is (gelet op het voorgaande) niet geloofwaardig. Daarbij merkt de rechtbank tevens op dat de mvv kort na de overeenkomst van 22 juni 2017 is aangevraagd en uit de stellingen en producties van SAD blijkt allerminst dat destijds al concreet zicht was op een succesvolle investering. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de overeenkomst van 22 juni 2017 tot het aanvragen van een verblijfsvergunning en het optuigen van de daarbij behorende constructie naar haar strekking in strijd is met de goede zeden en de openbare orde nu deze overeenkomst en de daarop volgende handelingen gericht waren op misleiding van de IND. De strekking was immers om de IND te doen geloven dat [eiser] betaalde arbeid zou gaan verrichten in Nederland, conform de criteria die gelden voor een mvv, zodat hij aanspraak kon maken op de mvv. Dit terwijl [eiser] in feite zelf zijn loonkosten betaalde en geen arbeid verrichte. Hij was niet eens in Nederland. Dat wisten beide partijen. De constructie die partijen hiermee in gang hebben gezet strekte tot het bewust misleiden van de IND om willens en wetens op onjuiste gronden een verblijfsvergunning te verkrijgen. De regels omtrent het verstrekken van verblijfsvergunningen beogen mede de bescherming van fundamentele belangen van de Nederlandse staat, zoals [eiser] terecht stelt, en deze regels zijn hierdoor doelbewust geschaad.
5.10.
De conclusie is dan ook dat de overeenkomst van 22 juni 2017 nietig is op grond van artikel 3:40 lid 1 BW. Dat de overeenkomst van 22 juni 2017 eerder al is opgezegd door [eiser] staat aan nietigheid niet in de weg. [eiser] heeft aldus € 33.000,00 onverschuldigd betaald. SAD zal worden veroordeeld om de betaalde bedragen terug te betalen.
5.11.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De rechtbank zal gelet op de hoogte van het toegewezen bedrag aan hoofdsom een bedrag van € 1.105,00 toewijzen.
5.12.
De vordering met betrekking tot de beslagkosten is, gelet op het bepaalde in artikel 706 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op:
  • explootkosten € 698,99
  • griffierecht € 304,00
  • salaris gemachtigde € 721,00 (1 x tarief € 721,00)
Totaal € 1.723,99
5.13.
SAD is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
109,71
- griffierecht
648,00
- salaris advocaat
1.442,00
(2,00 punten × € 721,00)
Totaal
2.199,71
5.14.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.15.
Uitgangspunt is dat een vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard als dat wordt gevorderd. SAD heeft echter verzocht het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De rechtbank dient dus een belangenafweging te maken. Maatstaf daarbij is of het belang van degene die de uitvoerbaarheid bij voorraad vordert, zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij bij behoud van de bestaande toestand totdat de uitspraak kracht van gewijsde heeft of op een eventueel rechtsmiddel is beslist. Degene die een veroordeling tot betaling van een geldsom verkrijgt (in dit geval [eiser] ), wordt volgens vaste rechtspraak vermoed het vereiste belang bij uitvoerbaarverklaring bij voorraad te hebben. SAD heeft daartegenover gesteld dat zij in hoger beroep zal gaan, betaling van het bedrag verzwaard volgens SAD haar financiële positie. Die omstandigheden maken echter niet dat het belang van [eiser] ondergeschikt is aan het belang van SAD. SAD heeft niet gesteld dat ernstig moet worden getwijfeld aan de financiële positie van [eiser] zodat voor haar een restitutierisico bestaat. Voor de subsidiair bepleite zekerheidsstelling is om het voorgaande ook geen aanleiding. De rechtbank zal dit vonnis dus uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
veroordeelt SAD om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 33.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis, tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt SAD tot betaling van € 1.105,00 aan buitengerechtelijke kosten,
6.3.
veroordeelt SAD tot betaling van € 1.723,99 aan beslagkosten,
6.4.
veroordeelt SAD in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 2.199,71, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.5.
veroordeelt SAD in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 163,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 85,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als SAD niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
6.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A. Maarschalkerweerd en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2023.