ECLI:NL:RBOBR:2023:4640
Rechtbank Oost-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verkeersbesluit voor aanleg tijdelijke bouwweg nabij woningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil over een verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Land van Cuijk. Het college had op 2 november 2022 besloten tot de aanleg van een tijdelijke bouwweg, inclusief het instellen van een maximumsnelheid van 30 km/h en het regelen van voorrang. Eisers, bewoners nabij de geplande bouwweg, maakten bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde hun bezwaar ongegrond op 28 februari 2023. Hierop hebben eisers beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het college niet onredelijk gebruik heeft gemaakt van zijn beoordelingsruimte. De rechtbank oordeelde dat de nadelige gevolgen voor eisers niet onevenredig zijn in verhouding tot de doelen van het verkeersbesluit. De rechtbank benadrukte dat de keuze voor het tracé van de bouwweg, dat dicht bij de woningen van eisers ligt, gerechtvaardigd is, omdat andere alternatieven meer overlast voor andere burgers zouden veroorzaken. De rechtbank heeft de belangen van eisers afgewogen tegen de belangen van de gemeenschap en vastgesteld dat het college de belangen op een redelijke manier heeft gewogen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en wees hun verzoek om proceskostenvergoeding af. De rechter merkte op dat de situatie voor eisers vervelend is, maar dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen soms vereisen dat eerdere keuzes heroverwogen worden. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de bouwweg een tijdelijk karakter heeft en dat het college de mogelijkheid heeft om het verkeersbesluit in te trekken indien nodig. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen hebben het recht om in hoger beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.