ECLI:NL:RBOBR:2023:4601
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting garagebox op grond van Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 19 september 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker, eigenaar van een garagebox in Eindhoven, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester om de garagebox voor 12 maanden te sluiten op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De sluiting volgde op de ontdekking van 400 gram gedroogde henneptoppen en andere druggerelateerde goederen in de garagebox door de politie op 8 mei 2023. De burgemeester had op 29 juni 2023 het besluit genomen, dat verzoeker aanvocht met de stelling dat hij in een spoedeisende financiële noodsituatie verkeerde door de sluiting van de garagebox.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat er sprake was van een spoedeisend belang. Hoewel verzoeker stelde dat hij de garagebox nodig had voor eigen gebruik en opslag voor de bouw van een appartementencomplex, werd vastgesteld dat hij niet in acute financiële nood zou komen door de sluiting. De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure bedoeld is om in afwachting van de bezwaarprocedure een voorlopige maatregel te treffen, maar dat in dit geval geen onomkeerbare situatie dreigde. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen evident onrechtmatig besluit was en wees het verzoek af, waardoor de burgemeester het besluit tot sluiting van de garagebox mocht uitvoeren.
De uitspraak heeft geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet en er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskostenveroordeling.