ECLI:NL:RBOBR:2023:459
Rechtbank Oost-Brabant
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning en de onderbouwing door de heffingsambtenaar
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiser tegen de hoogte van de WOZ-waarde van zijn woning in Veldhoven. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning vastgesteld op € 318.000, welke waarde later verlaagd werd naar € 298.000 na een bezwaar van eiser. Eiser stelde dat de waarde te hoog was en bepleitte een waarde van € 254.000, onderbouwd met een taxatierapport. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar de vergelijkingsobjecten adequaat heeft gekozen en dat de verschillen met de woning voldoende zijn onderbouwd. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd om de waarde van de heffingsambtenaar te betwisten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat partijen het recht hebben om in hoger beroep te gaan bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.