In deze zaak heeft de ondernemingsraad (OR) van VDL GL Precision B.V. verzocht om een beschikking van de kantonrechter met betrekking tot het instemmingsrecht bij een besluit van de onderneming om de datum van individuele salarisaanpassingen te verschuiven van januari naar maart. De OR is van mening dat dit besluit instemming behoeft op grond van artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en een eerder afgesloten convenant. De kantonrechter heeft op 21 september 2023 uitspraak gedaan.
De feiten van de zaak zijn als volgt: VDL GL, onderdeel van de VDL Groep, heeft in november 2022 besloten om de individuele salarisaanpassingen voortaan per 1 maart in plaats van per 1 januari door te voeren. De OR heeft hiertegen bezwaar gemaakt en stelt dat dit besluit instemmingsplichtig is. De OR heeft de nietigheid van het besluit ingeroepen, omdat zij niet betrokken is bij de besluitvorming. VDL GL betwist dat er sprake is van een instemmingsplichtig besluit en heeft de OR niet om instemming gevraagd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het besluit van VDL GL niet onder de instemmingsplicht van artikel 27 WOR valt, omdat het niet gaat om een wijziging van het beloningssysteem of een regeling op het gebied van personeelsbeoordeling. Ook het beroep van de OR op het convenant uit 2015 werd verworpen, omdat het besluit geen wijziging van bedrijfsregelingen met zich meebrengt. De verzoeken van de OR zijn afgewezen, en de kantonrechter heeft geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.