ECLI:NL:RBOBR:2023:4506

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
12 september 2023
Zaaknummer
C/01/395085 / FA RK 23-2963
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking inzake zorgregeling voor minderjarige in het kader van ouderschap en contactregeling

Op 1 september 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de zorgregeling voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De rechtbank heeft de ouders van [minderjarige], de moeder en de vader, als belanghebbenden aangemerkt. De procedure is gestart naar aanleiding van een brief van [minderjarige] aan de rechter, die op 14 juli 2023 is ontvangen, gevolgd door een e-mail op 28 juli 2023. Tijdens een gesprek op 22 augustus 2023 met de rechter, de ouders en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming, is het verzoek van [minderjarige] besproken. Zij heeft aangegeven dat zij minder vaak naar haar vader wil en niet bij hem wil logeren, en dat zij behoefte heeft aan een bijzondere curator.

De rechter heeft vastgesteld dat de ouders samen het gezag over [minderjarige] hebben en dat zij belangrijke beslissingen over haar moeten nemen. De ouders hebben eerder afspraken gemaakt over het contact tussen [minderjarige] en haar vader, maar [minderjarige] voelt zich niet gehoord in deze afspraken. De rechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders hulp zoeken om beter met elkaar te leren communiceren en goede afspraken te maken zonder conflicten. De rechter heeft hen opgedragen om samen met hun advocaten in gesprek te gaan over de meest geschikte hulpverlening, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om een psycholoog en systeemtherapeut in te schakelen.

Wat betreft het contact tussen [minderjarige] en haar vader, heeft de rechter besloten dat [minderjarige] voorlopig niet bij haar vader hoeft te slapen, maar dat zij wel drie middagen per week bij hem moet zijn. De rechter heeft deze regeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk ingaat, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De ouders zijn verplicht om samen afspraken te maken over de dagen waarop [minderjarige] bij haar vader is, en de moeder moet de vader informeren over het nieuwe schoolrooster van [minderjarige]. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Brunt, rechter en kinderrechter.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/395085 / FA RK 23-2963
Uitspraak : 1 september 2023
Beschikking op het verzoek van

[minderjarige] ,geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,

verder te noemen: [minderjarige] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende] ,

wonende in [woonplaats] ,
verder te noemen: de moeder,
en

[belanghebbende] ,

wonende in [woonplaats] ,
verder te noemen: de vader.
De procedure
[minderjarige] heeft een brief geschreven aan de rechter. Die brief is bij de rechtbank op 14 juli 2023 binnengekomen. Daarna heeft [minderjarige] op 28 juli 2023 nog een e-mail geschreven.
De rechter heeft op 22 augustus 2023 met [minderjarige] , de moeder en de vader (en zijn advocaat) gesproken. Bij het gesprek met de ouders was ook iemand van de raad voor de kinderbescherming aanwezig (mevrouw [vertegenwoordigster van de raad] ). Zij geeft advies aan de rechter.
De feiten
[minderjarige] woont bij haar moeder.
De ouders van [minderjarige] hebben samen het gezag over haar. Dat betekent dat zij samen belangrijke beslissingen over haar moeten nemen.
De ouders hebben samen afspraken gemaakt over het contact tussen [minderjarige] en haar vader. Die afspraken heeft de rechter opgenomen in een uitspraak van 17 april 2023.
Het verzoek van [minderjarige]
wil dat de rechter bepaalt dat ze minder vaak naar haar vader hoeft en dat ze niet bij hem hoeft te logeren. [minderjarige] wil bijvoorbeeld een bijzondere curator om daarbij te helpen.
De beoordeling van het verzoek van [minderjarige]
Wat wil [minderjarige] ?
heeft in het gesprek met de rechter verteld dat haar ouders de afspraken over het contact met haar vader niet met haar besproken hebben. Dat vindt ze vervelend, want ze vindt het nog heel moeilijk om bij haar vader te slapen. Dat komt bijvoorbeeld door hoe haar vader soms tegen haar doet. Het komt dan over alsof hij schreeuwt en [minderjarige] heeft het ook vaak in de gaten als hij slecht over haar moeder praat tegen anderen, ook al probeert hij dat te verbergen. [minderjarige] zou het fijn vinden als er goede afspraken worden gemaakt waarmee iedereen tevreden kan zijn. Ze zou het bijvoorbeeld oké vinden om 2 of 3 middagen in de week naar haar vader te gaan. Haar vader hoeft dan niet bang te zijn dat hij haar kwijtraakt, want het blijft haar vader. Als het dan uiteindelijk beter gaat, kan ze misschien een nachtje blijven slapen.
Wat vindt de rechter dat er nu moet gebeuren?
De rechter vindt het heel belangrijk dat de ouders hulp gaan zoeken om beter met elkaar te leren praten. De ouders hebben tegen de rechter gezegd dat ze dat ook graag willen, want ze begrijpen dat ze moeten leren om samen goede afspraken te maken zonder ruzie en gedoe. De hulp die de ouders hadden gezocht, namelijk een kindbehartiger en Topaze, is om verschillende redenen gestopt. De rechter geeft de ouders en hun advocaten daarom een opdracht: zij moeten met z’n vieren in gesprek gaan over de vraag welke hulpverlening het meest geschikt is. De raad voor de kinderbescherming heeft gezegd dat de hulpverlener het beste een psycholoog en systeemtherapeut kan zijn. De ouders kunnen aan de gemeente vragen welke hulp mogelijk is. Hulp via de gemeente wordt namelijk vergoed. Ze zouden ook kunnen informeren bij Bijzonder & Wijs of Kinderen uit de Knel. In ieder geval moet er zo snel mogelijk hulpverlening starten.
Wat vindt de rechter over het contact tussen [minderjarige] en haar vader?
De rechter vindt dat [minderjarige] uiteindelijk weer bij haar vader moet gaan slapen. Alleen als er heel erg goede redenen zijn om minder contact te hebben met een van de ouders dan kan de rechter de regeling aanpassen. Die redenen zijn er niet. De rechter heeft goed gehoord dat [minderjarige] het niet altijd fijn vindt bij haar vader thuis en dat ze dan heel verdrietig is en haar moeder mist. Dat is ook begrijpelijk als je ouders gaan scheiden. Maar toch moet [minderjarige] uiteindelijk weer bij haar vader gaan slapen. De rechter vindt wel dat [minderjarige] daar langzaam aan moet kunnen wennen. Daarom zal de rechter de regeling die de ouders hebben afgesproken
voorlopigaanpassen. [minderjarige] hoeft dan voorlopig nog niet bij haar vader te gaan slapen, maar ze moet wel elke week drie middagen naar hem toe (van na schooltijd tot na het avondeten). De rechter zal dat opnemen in deze uitspraak. Dat betekent dat iedereen zich hieraan moet houden. De rechter hoopt dat [minderjarige] op deze manier kan wennen bij haar vader thuis en aan de nieuwe situatie.
Uitvoerbaar bij voorraad
De rechter zal deze uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaren. Dat betekent dat deze beslissing meteen ingaat, ook als iemand het er niet mee eens is en in hoger beroep gaat (dat betekent dat een hogere rechter nog een keer gaat kijken of dit een goede beslissing is).
Beslissing
De rechtbank:
wijzigt de beschikking van 17 april 2023 voor wat betreft de zorgregeling en bepaalt het volgende:
  • [minderjarige] is drie middagen in de week bij haar vader, van na schooltijd tot na het avondeten;
  • Zodra het nieuwe schoolrooster van [minderjarige] bekend is zal de moeder de vader daarover informeren. De ouders moeten dan samen afspreken op welke drie dagen [minderjarige]
’s middags bij haar vader is;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.W. Brunt, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 1 september 2023.
Conc: db
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch:
a. namens de minderjarige door zijn wettelijk vertegenwoordiger of de bijzondere curator, door tussenkomst van een advocaat: binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
b. door de minderjarige zelf als zijn verzoek ziet op de benoeming van een bijzondere curator: binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
c. door de anderen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden door tussenkomt van een advocaat: binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;
d. door andere belanghebbenden door tussenkomst van een advocaat: binnen 3 maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op een andere manier bekend is geworden.