In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 9 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekende locatie, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.C.S. Lalesse. De mondelinge behandeling vond plaats op de verblijfplaats van de betrokkene, waarbij ook de dochters van de betrokkene en een specialist ouderengeneeskunde aanwezig waren.
De advocaat van de betrokkene voerde aan dat de opsteller van de medische verklaring, die essentieel was voor het verzoek, niet als psychiater geregistreerd stond in het BIG-register. Dit leidde tot de conclusie dat de medische verklaring niet voldeed aan de wettelijke eisen, aangezien deze moest zijn opgesteld door een ter zake deskundige arts. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de opsteller van de verklaring aan deze vereisten voldeed.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling af te wijzen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er staat een rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beslissing.