Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 8 september 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een WIA-uitkering door het UWV. Eiser, die zich op 2 maart 2020 ziekmeldde als technical support engineer, had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het UWV had deze aanvraag afgewezen, omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiser ging in bezwaar, maar het UWV handhaafde zijn besluit. De rechtbank beoordeelde het beroep van eiser, waarbij de medische situatie op 28 februari 2022 centraal stond.
De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiser op de genoemde datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De verzekeringsarts B&B had de medische belastbaarheid van eiser overtuigend gemotiveerd en rekening gehouden met zowel fysieke als psychische klachten. Eiser had betoogd dat zijn beperkingen niet goed waren ingeschat, maar de rechtbank vond dat de verzekeringsarts voldoende had onderbouwd waarom er geen aanvullende urenbeperking nodig was. Eiser had ook verzocht om een onafhankelijke deskundige, maar de rechtbank zag hier geen aanleiding toe. Uiteindelijk werd het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen recht had op de gevraagde WIA-uitkering en dat de proceskosten niet vergoed werden.