Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
Tot het bedrijfsdebiet behoren ook de gedane investeringen in [eiser] . [eiser] die geen enkele kennis en ervaring had, is volledig opgeleid door Beter Horen.
4.De beoordeling
In artikel 13 van de richtlijn staat – voor zover relevant – dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat wanneer de werkgever op grond van het Unierecht of het nationale recht of collectieve overeenkomsten verplicht is zijn werknemers een opleiding te verstrekken om het werk waarvoor zij zijn aangeworven uit te voeren, deze opleiding kosteloos wordt aangeboden aan de werknemers. Uit overweging 37, opgenomen in de considerans van de richtlijn, blijkt dat deze verplichting geen betrekking heeft op beroepsopleidingen of opleidingen die de werknemers verplicht moeten volgen voor het verkrijgen, behouden of vernieuwen van een beroepskwalificatie, zolang de werkgever niet verplicht is deze aan te bieden op grond van het Unierecht of het nationale recht of een collectieve overeenkomst.
(Kamerstukken II 2021/22, 35962, nr. 3 p. 10-11)is de uitzondering op artikel 7:611a lid 2 BW, als omschreven in consideransoverweging 37 van de richtlijn, herhaald. Daaraan is het volgende toegevoegd:
De beroepskwalificatierichtlijn heeft tot doel hinderpalen voor het vrije verkeer van personen en diensten tussen lidstaten af te schaffen door richtlijnen vast te stellen inzake de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten en andere titels en aan personen die hun beroepskwalificaties in een lidstaat hebben behaald de garantie te bieden dat zij toegang hebben tot hetzelfde beroep in een andere lidstaat en dit kunnen uitoefenen met dezelfde rechten als de onderdanen van dat land.
uitsluitendgeldt voor beroepen die in de bijlage behorend bij de regeling zijn opgenomen. De verwijzing moet naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter ook niet zo worden opgevat, omdat de verwijzing naar de beroepskwalificatierichtlijn dan zinledig zou zijn. De kantonrechter gaat er daarom voorshands vanuit dat de verwijzing naar de regeling enkel betekent dat de beroepen die in de bijlage zijn opgenomen
in elk gevalonder de uitzondering van artikel 7:611a richtlijn vallen. Uit de memorie van toelichting volgt dat voor de beantwoording van de vraag wat nog meer onder deze uitzondering valt, moet worden aangesloten bij de beroepskwalificatierichtlijn.
eenaspect (en niet hét doorslaggevende aspect) kiest, oploopt bij terugkerende klanten zegt naar het oordeel van de kantonrechter niets over het belang van het hebben van een ‘vaste’ audicien, laat staan over de neiging van de klant om die audicien bij vertrek te volgen. Uit het overgelegde onderzoek blijkt niet dat die laatstgenoemde specifieke aspecten zijn onderzocht. Dat klanten grote waarde hechten aan deskundigheid en vriendelijkheid vindt de kantonrechter niet verrassend. Aangenomen mag worden dat elke willekeurige audicien aan die kwalificaties voldoet.