ECLI:NL:RBOBR:2023:4300

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
1 september 2023
Publicatiedatum
31 augustus 2023
Zaaknummer
01/010055-22
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno met oplegging van gevangenisstraf en tbs-maatregel

Op 1 september 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere feiten die verband houden met kinderporno. De tenlastelegging omvatte onder andere het verspreiden van afbeeldingen en video's van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast zijn er maatregelen opgelegd, waaronder tbs met dwangverpleging en een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de psychische toestand van de verdachte en het recidiverisico. De verdachte heeft eerder soortgelijke feiten gepleegd en is eerder veroordeeld, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om tbs op te leggen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen in het geding is en dat langdurig toezicht noodzakelijk is.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.010055.22
Datum uitspraak: 01 september 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans preventief gedetineerd te: P.I. Grave.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 7 juni 2022, 25 augustus 2022, 11 november 2022, 3 februari 2023, 14 april 2023, 9 juni 2023 en 18 augustus 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 29 april 2022.
Nadat op de terechtzitting van 14 april 2023 de tenlastelegging is aangepast ex. artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, is aan verdachte ten laste gelegde dat:

Ten aanzien van feit 1:

1

hij,
op een of meer tijdstippen
op of omstreeks 12 augustus 2021
te Oss en/of Beuningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens),
afbeeldingen, te weten (een) video('s) en/of (een) film(s) - en/of
gegevensdragers, bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is
betrokken,
- heeft verspreid en/of
- aangeboden en/of
- verworven en/of
- in bezit heeft gehad en/of
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt
((onder andere) omschreven op pag. 364-365 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 83, bestandsnaam:
[bestandsnaam 3] en tevens opgenomen op pag. 4-7 van de
toonmap behorende bij proces-verbaal nr. 83, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 3]
en/of
omschreven op pag. 365 van het proces-verbaal van bevindingen met
proces-verbaalnummer 83, bestandsnaam: [bestandsnaam 4]
en tevens opgenomen op pag. 1-3 van de toonmap behorende bij
proces-verbaal nr. 83, onder vermelding van bestandsnaam:
[bestandsnaam 4] );

Ten aanzien van feit 2:

hij,
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 18 februari 2021 tot en met 20 mei 2021
te Oss en/of Beuningen, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens),
afbeeldingen, te weten (een) foto(s) - en/of gegevensdragers, bevattende
afbeeldingen -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, te weten een of meer onbekend
gebleven minderjarige personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn
betrokken,
heeft vervaardigd,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt
((onder andere) omschreven op pag. 468 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam:
[bestandsnaam 5] en tevens opgenomen op pag. 1 van de toonmap
behorende bij proces-verbaal nr. 105, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 5]
en/of
omschreven op pag. 470 van het proces-verbaal van bevindingen met
proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam: [bestandsnaam 6] en
tevens opgenomen op pag. 8 van de toonmap behorende bij
proces-verbaal nr. 168 + nr. 178, onder vermelding van bestandsnaam:
[bestandsnaam 6] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog sliet had bereikt, waarbij deze
persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving
en/of met een voorwerp(en) en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/ filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose
en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de
foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of
billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
((onder andere) omschreven op pag. 469 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam:
[bestandsnaam 7] en tevens opgenomen op pag. 1 van de toonmap
behorende bij proces-verbaal nr. 31, onder vermelding van File Name:
[bestandsnaam 7]
en/of
omschreven op pag. 469-470 van het proces-verbaal van bevindingen
met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam: [bestandsnaam 8]
en tevens opgenomen op pag. 1 van de toonmap behorende bij
proces-verbaal nr. 31, onder vermelding van File Name:
[bestandsnaam 8] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) èen onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
((onder andere) omschreven op pag. 472-473 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam:
[bestandsnaam 9] en tevens opgenomen op pag. 4 van de toonmap
behorende bij proces-verbaal nr. 168 + nr. 178, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 9] );
(artikel 240b Wetboek van Strafrecht)

Ten aanzien van feit 3:

hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 17 december 2021 tot en met 21 februari
2022
te Uden, gemeente Maashorst, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens),
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een)
film(s) - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een
GSM (merk Alcatel, goednummer 707896)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is
betrokken,
- heeft verworven en/of
- in bezit heeft gehad en/of
- zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met

gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,

welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar
nog niet had bereikt
((onder andere) omschreven op pag. 639 van het proces-verbaal
voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 10] en tevens opgenomen op pag. 1 van de
toonmap behorende bij proces-verbaal nr. 176, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 10]
en/of
omschreven op pag. 641-642 van het proces-verbaal voorlopige
bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 11] en tevens opgenomen op pag. 5 van de
toonmap behorende bij proces-verbaal nr. 176, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 11] )
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of
borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had
bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of
borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
((onder andere) omschreven op pag. 640 van het proces-verbaal
voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 12] en tevens opgenomen op pag. 3 van de
toonmap behorende bij proces-verbaal nr. 176, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 12]
en/of
omschreven op pag. 641 van het proces-verbaal voorlopige bevindingen
onderzoek aanwezigheid kinderpornografische afbeeldingen (TBKK)
met proces-verbaalnunmer 176, bestandsnaam: [bestandsnaam 1] en
tevens opgenomen op pag. 4 van de toonmap behorende bij
proces-verbaal nr. 176, onder vermelding van bestandsnaam:
[bestandsnaam 1] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze
persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving
en/of met een voorwerp(en) en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose [bestandsnaam 13]
en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de
foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of
billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( (onder andere) omschreven op pag. 639 van het proces-verbaal
voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 14] en tevens opgenomen op pag. 2 van de
toonmap behorende bij proces-verbaal nr, 176, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 14]
en/of
omschreven op pag. 640 van het proces-verbaal voorlopige bevindingen
onderzoek aanwezigheid kinderpornografische afbeeldingen (TBKK)
met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 15] en
tevens opgenomen op pag. 2 van de toonmap behorende bij
proces-verbaal nr. 176, onder vermelding van bestandsnaam:
[bestandsnaam 15] )
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij /naast het gezicht en/of lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
((onder andere) omschreven op pag. 642 van het proces-verbaal
voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen ("I'BKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 2] en tevens opgenomen op pag. 5 van de toonmap
behorende bij proces-verbaal nr. 176, onder vermelding van
bestandsnaam: [bestandsnaam 2] );

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Inleiding.
Op 12 augustus 2021 komt er een melding binnen bij de politie. De melder geeft aan die dag op een website genaamd “ [websitenaam] ”, in contact te zijn gekomen met een koppel, dat gebruik maakte van de naam “ [accountnaam] ”.
Door “ [accountnaam] ” is tijdens het chatten aangegeven dat zij onder andere interesse hebben in kinderporno en dierenporno. De melder is in de chat hierop verder ingegaan, waarna hij via WhatsApp diverse afbeeldingen en filmpjes toegestuurd kreeg. Daarvan is melding gedaan bij de politie. Uit nader onderzoek komen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] naar voren als het koppel waar melder over sprak.
Op gegevensdragers van verdachte en de medeverdachte is kinderporno aangetroffen. Tevens is uit onderzoek naar voren gekomen dat verdachte en medeverdachte ervan worden verdacht kinderporno te hebben vervaardigd door zichzelf in beeld te brengen met bestaand kinderpornografisch beeldmateriaal zichtbaar op de achtergrond.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde acht de officier van justitie het medeplegen niet bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de feiten 1 en 3 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte bekent het onder 1 en 3 ten laste gelegde, met uitzondering van het onder 1 ten laste gelegde medeplegen.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman verzocht verdachte vrij te spreken, nu er geen sprake is van (voorwaardelijk) opzet op het vervaardigen van kinderporno.
Het oordeel van de rechtbank. [1]

Ten aanzien van feit 1:

Uit de bewijsmiddelen blijkt het navolgende.
Op 12 augustus 2021 is [persoon 1] (hierna: [persoon 1] ) via [websitenaam] in contact gekomen met een stel, waarvan is gebleken dat dit verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn geweest.
[persoon 1] heeft verklaard dat tijdens de chats al snel werd gevraagd of [persoon 1] en zijn partner interesse hadden in kinderporno en dierenporno. Via WhatsApp gaf het stel, waarmee [persoon 1] contact had, aan van kinderporno te houden. Ook in een gevoerd telefoongesprek, waarbij zowel de man (lees: verdachte) en de vrouw (lees: [medeverdachte] ) met [persoon 1] en/of diens partner een gesprek hebben gevoerd, is aangegeven dat ze van kinderporno houden.
Vervolgens zijn naar [persoon 1] filmpjes verstuurd, waaronder filmpjes van kinderporno.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend de in de tenlastelegging vermelde filmpjes op 12 augustus 2021 te hebben gestuurd.
De rechtbank kan niet vaststellen dat één of meer van de op 12 augustus 2021 verstuurde filmpjes door medeverdachte [medeverdachte] zijn verstuurd.
Uit de verklaring van getuige [persoon 1] leidt de rechtbank echter wel af dat medeverdachte [medeverdachte] tijdens het chatten en het telefoongesprek met [persoon 1] actief betrokken is geweest en ook met hem over seks met kinderen heeft gesproken. Verdachte heeft verklaard dat hij de kinderporno heeft verstuurd, terwijl medeverdachte [medeverdachte] in de nabijheid was.
Medeverdachte [medeverdachte] wist dat verdachte in het bezit was van kinderporno en dat hij tijdens chatgesprekken met haar account ‘ [accountnaam] ’ wel eens vaker kinderporno deelde met anderen.
De rechtbank vindt de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] , , die zich tijdens het chatten niet onbetuigd heeft gelaten en actief heeft deelgenomen aan het telefoongesprek over kinderporno, dat zij niet wist dat er kinderpornografisch materiaal gedeeld werd door verdachte, ongeloofwaardig. Het versturen van kinderporno naar [persoon 1] en zijn partner is gebeurd tijdens het chat- en telefooncontact met verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en sluit hierop qua inhoud naadloos aan.
Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en is het om het even wie de afbeeldingen heeft verstuurd en zijn verdachte en medeverdachte daar samen verantwoordelijk voor.
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde medeplegen dan ook wettig en overtuigend bewezen.

Ten aanzien van feit 2:

Op de gegevensdragers van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn afbeeldingen aangetroffen, waarbij medeverdachte alleen of met verdachte is te zien, met op de achtergrond een groot beeldscherm waarop kinderporno zichtbaar is. Medeverdachte [medeverdachte] ligt op bed voor het scherm en is daarbij geheel of gedeeltelijk naakt of in lingerie en/of met een gezichtsmasker en/of met een seksueel stimulatie apparaat. Op een aantal afbeeldingen is te zien dat medeverdachte in de richting van het beeldscherm (met daarop de kinderporno) kijkt. Het is overduidelijk dat de afbeeldingen op het beeldscherm kinderpornografisch zijn en een onmiskenbare seksuele strekking hebben en strekken tot seksuele prikkeling.
Verdachte heeft verklaard dat hij deze beeldopnamen heeft gemaakt.
De verdediging heeft het verweer gevoerd dat het beeldscherm met daarop de kinderporno niet bewust in beeld is gebracht en dat het niet duidelijk is dat het om kinderporno gaat.
De rechtbank constateert dat het beeldscherm met daarop kinderporno precies gekaderd in beeld is gebracht, in het verlengde van het bed, waarop medeverdachte [medeverdachte] ligt. Het gaat om een groot beeldscherm aan het voeteneinde van het bed. Dat op het beeldscherm kinderporno zichtbaar is, is overduidelijk. Het gaat om zeer jonge kinderen, onder andere zelfs een baby. Daar kan geen enkel misverstand over bestaan.
Tevens is zichtbaar dat medeverdachte een aantal keren met haar gezicht richting het beeldscherm, met daarop de kinderporno, is gericht. Uit de wijze waarop de afbeeldingen zijn gemaakt, leidt de rechtbank af dat het de bedoeling was dat het scherm met daarop de kinderporno binnen de afbeelding met daarop medeverdachte en/of verdachte zou vallen.
Dat de kinderporno per ongeluk binnen het beeld is gevallen, acht de rechtbank, gelet op de kadrering en positionering van de medeverdachte en het scherm, niet aannemelijk.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat medeverdachte wist van de kinderporno op het scherm en dat zij op dat moment ook wist dat verdachte afbeeldingen van haar of hen en de kinderporno op het beeldscherm heeft gemaakt. Er is sprake van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte, dat gesproken kan worden van medeplegen.
Het op deze wijze fotograferen van medeverdachte en/of verdachte bij bestaand kinderpornografisch beeldmateriaal kan worden aangemerkt als het vervaardigen van kinderporno. Het bestaande materiaal wordt immers voorzien van nieuwe/andere beeldopnamen, waarmee nogmaals een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers op de bestaande beelden wordt gemaakt.
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de in de bewijsbijlage uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:

Ten aanzien van feit 1:

1

op 12 augustus 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
afbeeldingen, te weten video’s van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is
betrokken,
- heeft verspreid en
- in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt door een ander,
omschreven op pag. 364-365 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 83, bestandsnaam:
[bestandsnaam 3] ,
en omschreven op pag. 365 van het proces-verbaal van bevindingen met
proces-verbaalnummer 83, bestandsnaam: [bestandsnaam 4] .

Ten aanzien van feit 2:

op tijdstippen in de periode van 18 februari 2021 tot en met 20 mei 2021 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander, telkens, afbeeldingen, te weten foto’s, bevattende
afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van
achttien jaar nog niet had bereikt, te weten een of meer onbekend
gebleven minderjarige personen is/zijn betrokken of schijnbaar is/zijn
betrokken, heeft vervaardigd,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren van het lichaam van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het oraal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
omschreven op pag. 468 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam:
[bestandsnaam 5]
en
omschreven op pag. 470 van het proces-verbaal van bevindingen met
proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam: [bestandsnaam 6]
en
het geheel naakt (laten) poseren van/door een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze
persoon poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past
en door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de
foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of
billen van die persoon in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
omschreven op pag. 469 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam:
[bestandsnaam 7]
en
omschreven op pag. 469-470 van het proces-verbaal van bevindingen
met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam: [bestandsnaam 8]
en
het houden van een penis bij/naast het gezicht van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
omschreven op pag. 472-473 van het proces-verbaal van
bevindingen met proces-verbaalnummer 105, bestandsnaam:
[bestandsnaam 9]

Ten aanzien van feit 3:

op tijdstippen in de periode van 17 december 2021 tot en met 21 februari
2022 in Nederland, een gegevensdrager, te weten een
GSM (merk Alcatel, goednummer 707896) bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
het vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
omschreven op pag. 639 van het proces-verbaal
voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 10]
en
omschreven op pag. 641-642 van het proces-verbaal voorlopige
bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 11]
en
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
omschreven op pag. 640 van het proces-verbaal
voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 12] .
en
omschreven op pag. 641 van het proces-verbaal voorlopige bevindingen
onderzoek aanwezigheid kinderpornografische afbeeldingen (TBKK)
met proces-verbaalnunmer 176, bestandsnaam: [bestandsnaam 1]
en
het naakt (laten) poseren van een persoon
die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
waarbij deze poseert in een omgeving en met een voorwerp en in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij haar leeftijd passen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, van die persoon in beeld gebracht worden,
waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,
omschreven op pag. 639 van het proces-verbaal voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam: [bestandsnaam 14]
en
omschreven op pag. 640 van het proces-verbaal voorlopige bevindingen
onderzoek aanwezigheid kinderpornografische afbeeldingen (TBKK)
met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 15]
en
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
waarbij de afbeelding aldus (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling,
((onder andere) omschreven op pag. 642 van het proces-verbaal
voorlopige bevindingen onderzoek aanwezigheid kinderpornografische
afbeeldingen (TBKK) met proces-verbaalnummer 176, bestandsnaam:
[bestandsnaam 2] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 20 maanden met aftrek van het voorarrest gevorderd. Voorts heeft de officier van justitie de (gemaximeerde) maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging en een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (Sr) gevorderd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft verzocht de duur van een eventuele gevangenisstraf te beperken. Voorts heeft de raadsman verzocht een terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen in plaats van een terbeschikkingstelling met dwangverpleging.
De verdediging heeft geen bezwaar tegen de maatregel ex artikel 38z Sr.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. Verdachte heeft bij dit alles een initiërende rol gehad.
De aard van de afbeeldingen weegt ernstig in het nadeel van verdachte.
Het gaat (ook) om zeer jonge kinderen en zelfs baby’s, die op grove wijze worden misbruikt.
Door het downloaden en verspreiden van kinderporno is het verdachte mede aan te rekenen, dat uiterst verwerpelijke praktijken, die plaatsvinden met kinderen van veelal zeer jonge leeftijd, in stand worden gehouden en bevorderd. Het mag als algemeen bekend worden verondersteld dat kinderen door betrokkenheid bij de op de afbeeldingen voorkomende seksuele gedragingen psychische schade kunnen oplopen die ook vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten.
Verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het tezamen en in vereniging met een ander vervaardigen van kinderporno. Hoewel verdachte en medeverdachte ‘slechts’ afbeeldingen hebben gemaakt met reeds bestaand kinderpornografisch materiaal en deze hebben voorzien van nieuwe/andere beeldopnamen van zichzelf, wordt daarmee wel nogmaals een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers op de bestaande beelden.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank ten nadele van verdachte rekening met de omstandigheid dat verdachte eerder voor soortgelijke feiten onherroepelijk is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met ambulante behandeling.
Dit heeft verdachte er niet van weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat uit een omtrent de geestvermogens van verdachte uitgebracht rapport van 30 maart 2023 door het Pieter Baan Centrum, rapporteurs [naam gz-psycholoog] , gz-psycholoog, [psychiater] , psychiater en [klinisch psycholoog] , klinisch psycholoog, blijkt, dat de door verdachte gepleegde strafbare feiten in sterk verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend. De rechtbank neemt deze conclusie over.
De op te leggen gevangenisstraf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek van het voorarrest.
De op te leggen maatregelen
Tbs-maatregel met verpleging van overheidswege
De psychiater en de psychologen van het Pieter Baan Centrum hebben in voornoemd rapport onder meer het volgende geconcludeerd en geadviseerd:
“Bij betrokkene is sprake van moeilijk te beschrijven complexe psychopathologie.
Thans kan slechts met zekerheid een zogenaamde anders gespecificeerde parafiele stoornis
worden vastgesteld, maar nadere seksuologische diagnostiek dient in de behandeling plaats
te vinden.
Hoewel betrokkene geen primair antisociale man is, heeft de persoonlijkheid van betrokkene
ook antisociale kenmerken. die feitelijk het gevolg zijn van de kwetsbare borderline structuur samengaand met de narcistische afweer. De antisociale kenmerken laten zich vooral zien in een gebrekkig verantwoordelijkheidsgevoel, egocentrisme, antisociale cognities, impulsiviteit, sensatiezucht, impulsregulatie-problemen en een gebrekkige gewetensfunctie.
Wanneer de problematiek van betrokkene volgens DSM 5 wordt geclassificeerd is er sprake
van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline- en antisociale-
kenmerken. Daarnaast is er sprake van een zogenaamde andere gespecificeerde parafiele
stoornis. Ook is er sprake van een stoornis in het gebruik van stimulantia (xtc en speed) en
een stoornis in het gebruik van een hypnoticum of anxiolyticum (GHB), beide matig van ernst en in vroegtijdige remissie.
Van deze stoornissen was eveneens sprake ten tijde van het ten laste gelegde.
Klinisch wordt het recidiverisico als hoog ingeschat, niet alleen speelt hierin het ontbreken
van adequate coping mechanismen en de bestaande seksuele coping een rol, Maar ook
draagt de andere gespecificeerde parafiele stoornis op zich bij aan het hoge recidiverisico.
Bij de Static-99 komen als risicofactoren naar voren het feit dat sprake is van eerdere seksuele delicten en eerdere veroordelingen voor “hands-off” delicten en dat sprake is van niet verwante en onbekende slachtoffers. Op grond van het voorgaande kan betrokkene in de risicocategorie matig-hoog worden ingedeeld.
Toepassing van de Stable-2007 toont als risicofactoren dat betrokkene geen diepe
verbondenheid met anderen ervaart, desinteresse heeft in het welzijn van anderen (hij is egocentrisch ingesteld en houdt onvoldoende rekening met de belangen van anderen), dat hij impulsief gedrag vertoont, dat er ontoereikende probleemoplossingsvaardigheden zijn, dat sprake is van seksuele preoccupatie, seksuele coping en seksuele deviantie, en dat hij voorwaarden heeft geschonden (ondanks behandeling ging hij door met delict gedrag). Uit de Stable-2007 komt - samenvattend - een hoog recidiverisico naar voren (de risicocategorieën zijn laag,
matig en hoog).
Betrokkene valt (uitgaande van de combinatie van beide instrumenten) in de risicocategorie
hoog.
Onderzoekers merken op dat escalatiegevaar naar hands-on delicten niet uit te sluiten valt,
gezien het feit dat de seksuele stoornis zich in de loop der jaren naar steeds extremere vormen heeft uitgebreid en het betrokkene niet is gelukt hier weerstand tegen te bieden. Uit het dossier komt naar voren dat betrokkene met zijn eerdere sekspartner [persoon 2] belangstelling had voor hands-on contact met een jonge jongen. Het contact heeft naar het zich laat aanzien geen doorgang gevonden als gevolg van contextuele omstandigheden en niet zo zeer door terughoudendheid van betrokkene. Het is aldus - mede gezien de interpersoonlijke vervloeiing- niet uit te sluiten dat de parafiele stoornis zich verder zou door ontwikkelen.
Betrokkene heeft intensieve klinische behandeling nodig gericht op de bij de persoonlijkheidsstoornis behorende emotieregulatieproblematiek en verstoorde gevoelsafweer, op het verstevigen van het zelfgevoel en de eigen identiteit, op het aanleren van meer adequate copingmechanismen, op de willoze inschikkelijkheid en op het verstevigen van het zwakke persoonlijkheidsfundament, waarbij het afstand nemen van en niet langer vervloeien met anderen, en het zich niet langer overgeven aan de wensen van anderen aandacht behoeft.
Daarnaast dient behandeling van de seksuele stoornis plaats te vinden, waarbij deze gaande
de behandeling nader in kaart gebracht dient te worden.
Van belang is dat betrokkene allereerst meer adequate copingmechanismen leert ontwikkelen in plaats van de door hem gehanteerde seksuele coping.
Naar de mening van het onderzoekend team is schematherapie aangewezen om ontstane
gedragspatronen te doorbreken.
Het onderzoekend team heeft uitgebreid overwogen of de geadviseerde klinische behandeling mogelijk zou zijn in het kader van een tbs met voorwaarden en kwam daarbij tot de volgende overwegingen: een voordeel van de tbs met voorwaarden zou kunnen zijn dat betrokkene aangesproken kan worden op de eigen verantwoordelijkheid en zelf het heft in handen kan nemen in de voortgang van zijn behandeling. De ervaring in de eerdere behandeling heeft echter geleerd dat betrokkene zich heeft onttrokken en de behandelaar geen inzicht in zijn wezenlijke belevingswereld ten aanzien van delictgedrag heeft gegeven. Betrokkene is tijdens de eerdere voorwaardelijk opgelegde behandeling gerecidiveerd. Het onderzoekend team is van mening dat de druk die uitgaat van de seksuele stoornis dusdanig
veelomvattend is dat de craving van betrokkene zal predisponeren tot het mislukken van het voorwaardelijk kader.
Aldus ziet het onderzoekend team geen andere mogelijkheid dan betrokkene de behandeling
op te leggen in het kader van een tbs met verpleging.”
Op 28 juli 2023 heeft GGZ irisZorg TBS unit Arnhem-Nijmegen, [persoon 3] , reclasseringswerker en [persoon 4] , unitmanager een maatregelrapport opgemaakt, betreffende verdachte. Dit rapport houdt onder meer het navolgende in:
“Wij adviseren negatief over tbs met voorwaarden. De reclassering ziet geen mogelijkheden om met voorwaarden de risico's te beperken of het gedrag te veranderen. De seksuele stoornis is te groot, te hardnekkig en te lang al aanwezig bij betrokkene. Dat startte al op jonge leeftijd met exhibitioneren en obsessief plegen van telefoonseks tot het meerdere malen downloaden en verspreiden van kinder- en dierenporno. Betrokkene heeft zich in zijn laatste toezicht niet gehouden aan de voorwaarden, waardoor er niet gewerkt kon worden aan gedragsverandering dan wel risicobeperking. Wij vinden het recidiverisico te hoog. De reclassering sluit zich aan bij het advies van het Pieter Baan Centrum.”
Ter terechtzitting van 18 augustus 2023 is reclasseringswerker [reclasseringswerker] als deskundige gehoord. Zij heeft gepersisteerd bij voornoemd advies van de reclassering van 28 juli 2023.
Voorts heeft zij aangevoerd dat verdachte al een aantal jaren door de reclassering wordt begeleid. Gebleken is dat verdachte het lastig vindt om te zeggen wat er echt speelt en de schijn dat het goed gaat te veel wil ophouden. De verwachting is dat verdachte zich bij een klinische behandeling prima zal gedragen, maar dat het op het moment van resocialiseren toch weer mis zal gaan. Een klinische behandeling in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden is te kort om een grote verandering te bewerkstelligen.
De rechtbank neemt de bovenstaande conclusies en adviezen van het Pieter Baan Centrum en de reclassering over.
Met de psycholoog en de psychiater is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege noodzakelijk maakt.
De rechtbank overweegt voorts dat is voldaan aan de formele voorwaarden om de maatregel van terbeschikkingstelling op te leggen. De hierna te kwalificeren feiten betreffen misdrijven waarop naar wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld.
Gelet op het vorenstaande zal de rechtbank verdachte ter beschikking stellen.
Gezien voornoemde adviezen van het Pieter Baan Centrum en de reclassering vindt de rechtbank een klinische behandeling in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden onvoldoende om het recidiverisico, dat wordt ingeschat als hoog, in te perken.
De rechtbank zal dan ook bevelen dat verdachte van overheidswege wordt verpleegd.
De rechtbank merkt hierbij op dat de bewezen verklaarde feiten geen misdrijven betreffen die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar niet te boven gaan.
De maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Naast de tbs-maatregel kent het Wetboek van Strafrecht ook de zogenaamde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38z. Dit is een maatregel van toezicht waarmee door het stellen van voorwaarden ter bescherming van de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen na een detentie of terbeschikkingstelling langdurig toezicht kan worden gehouden op daders van zedenfeiten of ernstige geweldsfeiten.
In de aard en ernst van de gepleegde delicten, de recidive en de persoon van verdachte ziet de rechtbank aanleiding ter bescherming van de algemene veiligheid van personen, voormelde maatregel op te leggen. De rechtbank heeft het volgende in haar overwegingen betrokken.
Verdachte is reeds eerder veroordeeld voor soortgelijke delicten en is daarvoor ook ambulant behandeld. Desondanks is verdachte opnieuw de fout in gegaan.
Het kost verdachte moeite inzicht te geven in zijn wezenlijke belevingswereld ten aanzien van het delictgedrag. Er is sprake van een diepgewortelde problematiek.
De rechtbank acht het noodzakelijk dat verdachte aan het einde van de terbeschikkingstelling langdurig onder toezicht kan worden gesteld en dat er kan worden bekeken of het in het kader van het recidiverisico noodzakelijk is om verdachte te begeleiden in zijn resocialisatie en/of om toezicht te houden.
Aan de bij de wet gestelde eisen voor het opleggen van de maatregel wordt voldaan. Verdachte wordt ter beschikking gesteld als bedoeld in artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht en de rechtbank acht de maatregel noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
37a, 37b, 38z, 47, 57, 63, 240b Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Verklaart het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van feit 1:
Medeplegen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden en in bezit hebben, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
Medeplegen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregelen.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
Een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
Terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3:
Een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. L.R.H. Koekoek, voorzitter,
mr. S.J.W. Hermans en mr. S.A.E.M. Rampaart, leden,
in tegenwoordigheid van L. Scholl, griffier,
en is uitgesproken op 01 september 2023.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van politie Oost-Brabant, Denst Regionale Recherche, afdeling Thematische Opsporing, Team Kinderporno, onderzoek Bourne, OBTBD21024, met proces-verbaal nummer 20220713.0900.01084, , pag. 1 tot en met 667.