Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 juni 2022
- een akte van de curator over woonplaatskeuze
- het antwoord/eis in reconventie
- het antwoord in reconventie
- het tussenvonnis van 26 oktober 2022 (mondelinge behandeling)
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling van 18 juli 2023.
1.De feiten
1.De vorderingen
1.De beoordeling
- In de definitie van “Cliënten” in de pandakte staat uitdrukkelijk de term “Impuls Krediet”. Personen die een dergelijk krediet hebben gesloten bij Atlantis zijn de “Cliënten” die in de pandakte overgaan tot verpanding.
- De overeenkomst tussen Atlantis en TPC vermeldt de naam “Impuls Krediet” niet. Nergens in dat document staat dat een dergelijke overeenkomst in dat document aan de orde is. Nergens in dat document staat een formulering waar zoiets uit zou kunnen worden afgeleid. Dit roept de vraag op of TPC behoort tot de “Cliënten” die in de pandakte overgaan tot verpanding.
- De overeenkomst tussen Atlantis en TPC is genummerd 2 van 20 tot en met 20 van 20; bladzijde 1 van 20 is niet overgelegd en onduidelijk is of deze bladzijde belangrijke informatie bevat zoals een naam of beschrijving van de overeenkomst (is dit een “Impuls Krediet” in de zin van de pandakte of staat op bladzijde 1 een andere naam?). Bovenaan bladzijde 2 van 20 staat geen koptekst of titel en dat roept de vraag op of er relevante informatie staat op bladzijde 1 van 20.
- Atlantis heeft in haar conclusie en tijdens de mondelinge behandeling wisselende verklaringen gegeven wat betreft de aard van haar overeenkomst met TPC. Gaat het bij die overeenkomst om kredietverstrekking of bevoorschotting? Atlantis heeft geen duidelijk standpunt hierover ingenomen.
Atlantis heeft naar voren gebracht dat haar overeenkomst met TPC een “Impuls Krediet” was. Atlantis heeft tijdens de mondelinge behandeling verteld dat het product “Impuls Krediet” haar standaard product voor alle klanten was (in de relevante periode) en dat alle klanten dus dit product hadden. Zij vindt dat de pandakte dus de strekking heeft namens alle klanten van het bedrijf tot verpanding over te gaan.
De rechtbank verwerpt dit standpunt. Het standpunt van Atlantis is naar het oordeel van de rechtbank niet voldoende gemotiveerd omdat de naam “Impuls Krediet” niet voorkomt in het (beschikbare deel van het) document tussen Atlantis en TPC. Zie ook de bullets hiervoor. Atlantis heeft haar standpunten verder niet concreet gemaakt aan de hand van informatie en documentatie uit haar administratie.
Atlantis heeft naar voren gebracht dat het de wil en de bedoeling van haar en TPC is geweest om alle vorderingen op derden inclusief de vordering op het UWV te verpanden.
De rechtbank verwerpt dit standpunt. Ook als dit standpunt klopt, is dat niet genoeg voor een ander oordeel, omdat de documentatie voor de verpanding niet op orde is. Een akte is vereist voor de verpanding.
1.De beslissing
9 augustus 2023.