Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
2.
De formele voorvragen.
De bewijsbeslissing.
De bewezenverklaring.
1.
2.
in de periode van 1 februari 2022 tot en met 28 februari 2022 te Best [ slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregelen.
De vordering van de benadeelde partij [ slachtoffer 1] .
- daggeldvergoeding (€ 155,00);
- eigen risico (€ 385,00);
- kosten herstel bovenkaak/-gebit (€ 212,29);
- kosten psychische begeleiding (€ 182,00);
- verlies van arbeidsinkomsten (€ 3.656,06);
- toekomstige medische kosten (€ 385,00);
- kilometervergoeding (€ 662,70).
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
- kosten therapiesessies psycholoog (€ 411,40);
- kosten toekomstige therapiesessies psycholoog (€ 1.161,60).
De toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
feit 1 en feit 2 bewezenzoals hiervoor is omschreven;
gevangenisstrafvoor de duur
van 10 jaren met aftrekovereenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, inhoudende een
contactverbodvoor de duur van
5 jaren.
- [ slachtoffer 1] , geboren te [geboorteplaats] [geboortejaar 2] 1967 én
- [slachtoffer 2] , geboren te [geboorteplaats] [geboortejaar 3] 1987.
beveeltdat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt
2 weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden.
De rechtbank beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
legtaan de verdachte
op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [ slachtoffer 1] , van een bedrag van € 29.013,75, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 180 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
legtaan de verdachte
op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 13.573,00, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 102 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
wijst de vorderingtot schadevergoeding van de benadeelde partij
gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [ slachtoffer 1] , van een bedrag van € 29.013,75, bestaande uit € 5.013,75 als vergoeding voor materiële schade en € 24.000,00 als vergoeding voor immateriële schade.
proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden
vastgesteld op € 190,09, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
wijst de vorderingvoor zover deze ziet op
reiskostengemaakt ten behoeve van het
slachtoffergesprekbij de officier van justitie en voor het
bijwonen van de zitting af;
reiskostengemaakt ten behoeve van
bezoeken aan een psycholoog in Polen niet ontvankelijkis en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
wijst de vorderingtot schadevergoeding van de benadeelde partij
gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 13.573,00, bestaande uit € 1.573,00 als vergoeding voor materiële schade en € 12.000,00 als vergoeding voor immateriële schade.
veroordeeltverdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden vastgesteld op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
niet ontvankelijkis en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen.