Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de weigering van het UWV om haar een WIA-uitkering toe te kennen. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), maar het UWV had deze aanvraag afgewezen op basis van de conclusie dat zij per 1 november 2021 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het UWV handhaafde zijn besluit.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 1 augustus 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV. De rechtbank heeft de medische situatie van eiseres beoordeeld aan de hand van rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Eiseres stelde dat haar beperkingen onvoldoende waren meegenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en dat zij volledig arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde echter dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres op 1 november 2021 in staat was om arbeid te verrichten, rekening houdend met de vastgestelde beperkingen.
De rechtbank concludeerde dat de medische en arbeidskundige beoordelingen van het UWV overtuigend waren en dat er geen reden was om aan de geschiktheid van de geduide functies te twijfelen. Eiseres kreeg geen gelijk in haar beroep, wat betekent dat de rechtbank de beslissing van het UWV om de WIA-uitkering te weigeren heeft bevestigd. De proceskosten van eiseres werden niet vergoed, aangezien zij in het ongelijk werd gesteld.