ECLI:NL:RBOBR:2023:3954
Rechtbank Oost-Brabant
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot uitsluiting van gebruik van een studio in kort geding met betrekking tot bewindvoering en huurrecht
In deze zaak, die zich afspeelt in Eindhoven, heeft de kantonrechter op 4 augustus 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de bewindvoerder van [rechthebbende] en [gedaagde]. De bewindvoerder vorderde dat [rechthebbende] met uitsluiting van [gedaagde] gerechtigd zou zijn tot het gebruik van de studio die zij samen huurden. De achtergrond van de zaak betreft een beëindigde relatie tussen [rechthebbende] en [gedaagde], waarbij [gedaagde] in mei 2023 een deel van de inboedel van de studio op de galerij heeft gegooid, wat leidde tot escalatie van de situatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat beide partijen zich in een kwetsbare sociale positie bevinden en dat het voor hen niet eenvoudig is om alternatieve woonruimte te vinden. Echter, gezien de mentale gezondheidstoestand van [rechthebbende] en de noodzaak voor een stabiele woonomgeving, heeft de kantonrechter geoordeeld dat het belang van [rechthebbende] om in de studio te blijven zwaarder weegt dan dat van [gedaagde]. De vordering van de bewindvoerder is toegewezen, waarbij [gedaagde] is veroordeeld om de studio binnen 24 uur te verlaten en zich uit te schrijven uit de gemeentelijke basisregistratie. Tevens is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de helft van de huur aan de bewindvoerder.