ECLI:NL:RBOBR:2023:3908

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 augustus 2023
Publicatiedatum
3 augustus 2023
Zaaknummer
SHE 23/1894
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen evenement zonder omgevingsvergunning

Op 3 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel. Verzoekster had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen de afwijzing van haar aanvraag om handhavend op te treden tegen het evenement 'Smullen at the Park', dat gepland stond van 4 tot 8 augustus 2023. Het college had eerder een evenementenvergunning verleend, maar geen omgevingsvergunning voor het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen redelijke kans van slagen was voor het bezwaar van verzoekster, omdat er concreet zicht op legalisatie bestond. De organisator van het evenement had aangegeven een aanvraag voor een omgevingsvergunning in te dienen, en het college was bereid deze te verlenen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat het evenement niet kon worden tegengehouden en verzoekster geen recht had op vergoeding van proceskosten of griffierecht.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 23/1894

uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 augustus 2023 in de zaak tussen

[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. M.R.A. Arntz),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel, het college

(gemachtigden: mr. K. van de Loo, S.J.G.W. Willem en R.A.M. Freijters).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[naam] , handelend onder de naam Smullen Grand Caféuit Boekel
(gemachtigde mr. T.F.M. Wijgergans).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de afwijzing van haar aanvraag om handhavend op te treden tegen het evenement ‘Smullen At The Park’.
1.1.
Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 27 juli 2023 afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen op diezelfde datum bezwaar gemaakt en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Zij verzoekt de voorzieningenrechter om het college te gelasten uiterlijk 3 augustus 2023 een last onder dwangsom op te leggen met een dwangsom van € 100.000,- per dag of bestuursdwang toe te passen of een andere passende voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 1 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, de gemachtigden van het college, de derde-partij, de gemachtigde van de derde-partij en [adviseur] (adviseur van de derde-partij).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.1 De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar tegen de afwijzing van het handhavingsverzoek een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om een voorlopige voorziening te treffen.
Vooraf:
3. De voorzieningenrechter gaat uit van het volgende:
 Bij besluit van 20 juli 2023, gepubliceerd op 25 juli 2023, heeft het college aan de derde-partij een evenementenvergunning verleend voor het organiseren van activiteiten rondom de kermis in Boekel. Deze activiteiten bestaan onder meer uit het organiseren van een evenement met versterkte muziek van 4 augustus tot en met 8 augustus 2023. De geluidsinstallatie mag op vrijdag 4 en zaterdag 5 augustus tot 2.00 uur ’s nachts worden gebruikt en op zondag 6 augustus tot en met dinsdag 8 augustus tot 1.00 uur ’s nachts. Na deze tijden is elektronisch versterkt geluid niet meer toegestaan en mag op de locatie Park ook niet langer geschonken worden.
 Dit evenement vindt plaats op de locatie Park tussen De Raadstraat en Meester van Hooffstraat in Boekel. Verzoekster woont aan [adres] .
 De werkzaamheden voor de opbouw van het evenement starten op 26 juli 2023 en eindigen op 3 augustus 2023, en duren tot maximaal 22.00 uur ‘s avonds. De werkzaamheden voor de afbouw van het evenement starten op 9 augustus 2023 en eindigen op 12 augustus 2023, en duren tot maximaal 22.00 uur ‘s avonds.
 Het geldende planologische regime voor de locatie waarop het evenement plaatsvindt betreft de Beheersverordening Kom Boekel van de gemeente Boekel (de beheersverordening). Artikel 2, onder a, onder 1, van de beheersverordening bepaalt voor de locatie waarop het evenement plaatsvindt dat de regeling zoals opgenomen in bijlage Kom Boekel 2007 (het bestemmingsplan) geldt. [1]
 Het evenement vindt plaats op gronden die in het bestemmingsplan zijn bestemd als “Groen” en “Maatschappelijk”.
 Verzoekster heeft het college verzocht om over te gaan tot handhaving omdat geen omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan is verleend.
Spoedeisend belang
4. Om een voorlopige voorziening te kunnen krijgen, moet spoedeisend belang bestaan. Dat is hier aanwezig. Het evenement zal vrijdag 4 augustus starten en de opbouwwerkzaamheden zijn al begonnen. Daaruit blijkt duidelijk dat verzoekster een spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening.
De afwijzing van het verzoek om handhaving
5. Het verzoek om handhaving is afgewezen bij e-mail van 27 juli 2023. De derde-partij voert aan dat dit geen besluit van het college zou zijn omdat onderaan de e-mail slechts de naam van een ambtenaar van de gemeente Boekel is vermeld. De voorzieningenrechter gaat daar niet in mee. In de e-mail is expliciet vermeld dat het verzoek tot handhaving wordt afgewezen. Tijdens de zitting heeft het college gesteld dat dit besluit krachtens mandaat namens het college is genomen. Volgens het college is dit abusievelijk niet vermeld onder het besluit. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dit gebrek in de bezwaarfase kan worden hersteld. De derde-partij heeft ook aangevoerd dat de bevoegdheid van de betrokken ambtenaar om het besluit in mandaat te nemen nog niet is gecontroleerd. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan die controle in de bezwaarfase plaatsvinden en kan een eventueel gebrek op dat punt ook in de bezwaarfase worden hersteld.
Is sprake van een overtreding?
6. Verzoekster voert aan dat een evenement op deze locatie in strijd is met de beheersverordening (in samenhang met het bestemmingsplan). In de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘Groen’ staan evenementen namelijk niet genoemd. Volgens verzoekster is voor het evenement een omgevingsvergunning nodig voor afwijken van het bestemmingsplan. Volgens verzoekster is geen sprake van een zodanig kortdurend en incidenteel gebruik, dat het van het bestemmingsplan afwijkende gebruik zich hier niet tegen verzet. Het evenement duurt namelijk vijf dagen exclusief op- en afbouwen, en ook is het voornemen geuit om dit evenement jaarlijks op deze locatie te laten plaatsvinden. Verzoekster verwijst daarbij naar een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 april 2005 (de Afdeling). [2]
6.1.
Volgens het college is geen sprake van een overtreding van de beheersverordening (in samenhang met het bestemmingsplan) omdat het organiseren van een evenement niet wordt uitgesloten. Een evenement kan op verschillende terreinen met verschillende bestemmingen plaatsvinden. Volgens het college is dit kortdurende, incidentele gebruik niet in strijd met de beheersverordening. De derde-partij voegt daaraan toe dat het evenement ten dele op de bestemming “Maatschappelijk” plaatsvindt. In de bestemmingsomschrijving van “Maatschappelijk” staat dat sociaal-culturele voorzieningen zijn toegestaan. Het evenement kan volgens de derde-partij worden aangemerkt als een sociaal-culturele voorziening.
6.2. De voorzieningenrechter stelt vast dat de beheersverordening in samenhang met het bestemmingsplan een evenement op de locatie niet toestaat. Het evenement vindt grotendeels plaats op gronden met de bestemming “Groen”. Die gronden zijn op grond van artikel 10.1 van de planregels bestemd voor groenvoorzieningen, bermen en beplantingen, speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, voorzieningen voor verkeer en verblijf, en nutsvoorzieningen. Evenementen vallen hier niet onder. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat het vergunde evenement in strijd is met het bestemmingsplan, en dus de beheersverordening. De voorzieningenrechter kan en zal hierbij in het midden laten of ook sprake is van strijd met de bestemming “Maatschappelijk”. De voorzieningenrechter gaat er namelijk van uit dat het evenement in het park één geheel is en niet kan plaatsvinden zonder gronden met de bestemming “Groen” te gebruiken. Daarom is strijd met de bestemming “Groen” al voldoende voor de conclusie dat het evenement als geheel in strijd met het bestemmingsplan.
6.3. Volgens vaste rechtspraak [3] verzet een bestemmingsplan zich bij wijze van uitzondering niet tegen kortdurend en incidenteel gebruik van een perceel in strijd met het bestemmingsplan. Tijdens de zitting is gebleken dat het niet duidelijk is of het evenement volgend jaar weer op dezelfde locatie zal plaatsvinden. Het college wil de ervaringen van dit jaar evalueren en op basis daarvan afwegen of, als het evenement weer plaatsvindt, dit volgend jaar een geschikte locatie zou zijn. Dat neemt niet weg dat het niet om een kortdurend evenement gaat. Het evenement vindt immers vijf dagen aaneengesloten plaats. Verder neemt de opbouw van het evenement acht dagen in beslag en de afbouw vier dagen. Per dag kunnen maximaal 3000 bezoekers komen. Daarmee gaat het naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet om kortdurend en incidenteel gebruik waartegen het bestemmingsplan zich bij wijze van uitzondering niet verzet.
6.4.
Op grond van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren dat bestaat uit het gebruik van gronden in strijd met het bestemmingsplan. Voor het evenement is geen omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan verleend. Dat betekent dat sprake is van een overtreding. Het college is dus bevoegd om handhavend op te treden.
Dient het college de bevoegdheid tot handhaving te gebruiken?
7. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren, dit te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Verder kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
7.1.
Het college kan ten behoeve van het evenement een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de beheersverordening, in samenhang met het bestemmingsplan, zolang dit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening (gelet op artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo). Het college is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen, maar is daartoe niet verplicht. Het college zal bij deze keuze alle planologisch relevante belangen moeten meewegen en moeten kijken of bij de verlening van de vergunning de belangen van de omwonenden zoals verzoekster niet onevenredig worden geschaad. Hierbij kan het college onder meer nagaan of door alternatieven of door aanvullende maatregelen of voorschriften voldoende evenwicht wordt bereikt tussen het evenement en de woon- en leefsituatie van omwonenden. Het is aan het college om deze afweging te maken.
7.2. De derde-partij heeft tijdens de zitting aangegeven onmiddellijk na de zitting een aanvraag om een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan in te zullen dienen. Het college heeft tijdens de zitting aangegeven bereid te zijn om de omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij heeft het college in aanmerking genomen dat het in het kader van de verleende evenementenvergunning al een afweging is gemaakt met het oog op de bescherming van het woon- en leefklimaat. In dat kader zijn de sluitingstijden ten opzichte van de aanvraag gewijzigd zijn ook geluidsvoorschriften aan de evenementenvergunning verbonden. Het college is voornemens de omgevingsvergunning zeer snel te verlenen, zo mogelijk voordat het evenement plaatsvindt.
7.3. De voorzieningenrechter beoordeelt of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Daarbij kijkt de voorzieningenrechter naar het moment waarop het besluit op bezwaar zal worden genomen. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat de derde-partij dan een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan heeft ingediend en dat het college bereid is om die omgevingsvergunning te verlenen. Als aan die twee voorwaarden is voldaan, bestaat concreet zicht op legalisatie. Concreet zicht op legalisatie is over het algemeen aanleiding om af te zien van handhaving.
7.4. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat het bezwaar van verzoekster geen redelijke kans van slagen heeft.
8. Verzoekster heeft nog aangevoerd dat ten onrechte geen rechtsmiddelenclausule in het besluit is opgenomen. Aan verzoekster moet worden toegegeven dat het college daarmee in strijd heeft gehandeld met artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht. Tegelijkertijd constateert de voorzieningenrechter dat verzoekster door deze fout niet in haar belangen is geschaad. Zij heeft immers tijdig een bezwaarschrift bij het college ingediend. Dit formele gebrek zal er dan ook niet toe leiden dat het college alsnog tot handhaving overgaat.

Conclusie en gevolgen

9. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de voorzieningenrechter geen voorziening zal uitspreken om het evenement tegen te houden. Verzoekster heeft geen recht op een vergoeding van haar proceskosten of vergoeding van het griffierecht.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.J. Hutten, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R.G. van der Korput, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
3 augustus 2023.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

BIJLAGE

Beheersverordening Kom Boekel van de gemeente BoekelArtikel 2 Algemene bouw- en gebruiksregelsIn het verordeningengebied gelden de volgende regels:a. ten aanzien van het gebruik, het bouwen en het uitvoeren van werken en werkzaamheden geldt, ter plaatse van het besluitvlak:1. ‘Kom Boekel 2007’: de regeling zoals opgenomen in bijlage Kom Boekel 2007– Voorschriften en de daarbij behorende kaarten zoals opgenomen in bijlage Kom Boekel 2007 – Plankaarten,(…).

Kom Boekel 2007 (de regeling in bijlage 1 bij de Beheersverordening)

Artikel 10 Groen (G)
10.1
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor ‘Groen’ (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. groenvoorzieningen;
b. bermen en beplantingen;
c. speelvoorzieningen;
d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
e. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
f. nutsvoorzieningen.
Artikel 13 Maatschappelijk (M)
13.1
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor ‘Maatschappelijk’ (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
(…)
c. sociaal-culturele voorzieningen;
(…).

Voetnoten

1.Zie de bijlage bij deze uitspraak voor de relevante artikelen uit de beheersverordening en het bestemmingsplan.
3.Zie o.m. de door verzoekster genoemde uitspraak van de Afdeling van 13 april 2005.