Op 2 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekster en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden. Verzoekster had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen een besluit van 23 mei 2023, waarin haar hond als gevaarlijk werd aangemerkt en een aanlijn- en muilkorfgebod werd opgelegd. Verzoekster stelde dat er sprake was van spoedeisend belang en dat het besluit evident onrechtmatig was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat er goede redenen waren om het besluit niet af te wachten. De voorzieningenrechter stelde vast dat het muilkorven en kort aanlijnen van een hond niet ongebruikelijk is, en dat verzoekster niet kon aantonen dat de situatie onhoudbaar was. Bovendien was er geen evident onrechtmatig besluit, aangezien het college bevoegd was om het besluit te nemen, ook al berustte de bevoegdheid formeel bij de burgemeester.
De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was en dat het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. S.D.M. Michael, in aanwezigheid van griffier mr. J.R. Leegsma, en is openbaar uitgesproken op 2 augustus 2023. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.