Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[gedaagde sub 2],
7 [gedaagde sub 7] ,
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering op grond van artikel 843a Rv van [eiseres] van 15 juli 2022;
- de conclusie van antwoord in incident van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] van 7 september 2022 (met prod. 1 t/m 19);
- de conclusie van antwoord in het 843a incident van [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , [gedaagde sub 5] en VLC van 7 september 2022 (met prod. 1 t/m 7);
- de incidentele conclusie van antwoord van [gedaagde sub 7] (met prod. 1);
- de conclusie van antwoord (hoofdzaak) van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] van 21 december 2022;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak van [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , [gedaagde sub 5] en VLC van 21 december 2022;
- de conclusie tot referte (in de hoofdzaak) van [gedaagde sub 7] van 21 december 2022;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling in het incident op 30 mei 2023 (en de in dat kader namens [eiseres] en namens [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 1] overgelegde spreekaantekeningen).
2.Het geschil en de beoordeling in het incident
Een korte schets van de hoofdzaak:
project Tesla” genoemd) overgedragen aan VLC. Tussen [eiseres] en [gedaagde sub 1] is vervolgens een geschil ontstaan over de vraag of [gedaagde sub 1] en VLC binnen de vijf-jaarstermijn uit de nabetalingsclausule overeenstemming hebben bereikt over deze aandelentransactie. Voor het geval die overeenstemming inderdaad uiterlijk op 12 juli 2021 is bereikt, stelt [eiseres] dat zij recht heeft op de nabetaling zoals vastgelegd in Koopovereenkomst I. Zij vordert daarom in de hoofdzaak veroordeling van [gedaagde sub 1] tot betaling van het bedrag van de nabetaling.
signing and closing” heeft uiteindelijk pas op 10 september 2021 plaatsgevonden. Dat is het beslissende moment waarbij [eiseres] en [gedaagde sub 1] in de nabetalingsclausule hebben bedoeld aan te sluiten. Bovendien diende een derde betrokkene bij de fusie, De Goudse N.V., nog goedkeuring voor de fusie te verlenen. Die goedkeuring was een vereiste voor de totstandkoming van de fusie-overeenkomst en die werd vanuit het bestuur en de Raad van Commissarissen van De Goudse gegeven op respectievelijk 14 juli 2021 en 27 juli 2021. Dit alles is ruim ná het einde van de vijf-jaarstermijn, die volgens [gedaagden] c.s. op 11 juli 2021 eindigde.
er gesprekken waren met VLC”. Vervolgens stelt [eiseres] dat op 8 april 2021 al “
concreet uitzicht op (wils-) overeenstemming” was tussen [gedaagde sub 1] en VLC. Ten derde stelt [eiseres] dat op 17 april 2021 “
de transactie al in een vergevorderd stadium” was. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit deze stellingen van [eiseres] zelf, dat ook zijzelf ervan uitgaat dat op de genoemde data nog geen overeenstemming tussen [gedaagde sub 1] en VLC is bereikt.
de ophanden zijnde transactie met [gedaagde sub 1]” daarvoor de reden is. Ook [eiseres] gaat er dus kennelijk van uit, dat volledige overeenstemming tussen [gedaagde sub 1] en VLC op 31 mei 2021 nog niet is bereikt. De rechtbank is daarom van oordeel dat [eiseres] belang heeft bij de bescheiden vanaf 1 juni 2021. Als slotdatum is toewijsbaar de gevorderde datum van 31 juli 2021. Dit sluit aan bij het feit dat de Raad van Commissarissen van De Goudse op 27 juli 2021 haar goedkeuring heeft gegeven aan de fusie, wat volgens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] een vereiste is voor de totstandkoming van die fusie.
3.De beslissing
- de bescheiden zijn aangetroffen bij [gedaagde sub 2] of bij [gedaagde sub 1] ;
- het betreft de correspondentie, concepten, stukken, informatie en informatie op de mobiele telefoon, zowel fysiek als digitaal, die door [gedaagde sub 1] en/of de heer [gedaagde sub 2] zijn/is gewisseld met betrekking tot een eventuele overname van de aandelen van [gedaagde sub 1] in [gedaagde sub 3] , de Aandelenfusie en/of project Tesla in de periode van 1 juni 2021 tot en met 31 juli 2021;
- de navolgende werkwijze wordt gevolgd,
parkeerrol van 3 april 2024;