vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01/324929-22
Datum uitspraak: 20 juli 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] ,
ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting van 6 juli 2023 gedetineerd te: P.I. Grave en aldaar ingeschreven in de Basisregistratie Personen.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 10 mei 2023 en 6 juli 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 7 april 2023.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 juli 2022 te Eindhoven
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning gelegen aan de [adres]
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in/uit een woning gelegen aan de [adres] ) heeft weggenomen een geldbedrag (ongeveer 1500 euro) en/of een telefoon (iPhone) en/of een of meer gouden armbanden en/of een gouden ketting en/of een handtas (met daarin onder andere een paspoort en/of twee creditcards en/of een hoeveelheid cosmetica en/of een hoeveelheid fentanyl pleisters en/of een hoeveelheid medicijnen en/of een zilveren pashouder gevuld met een of meer passen en/of een geldbedrag van ongeveer 300 euro) en/of twee beveiligingscamera’s, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- naar de woning van genoemde [slachtoffer] (gelegen aan de [adres] ) te gaan en/of
- (met kracht) de voordeur van de woning van die [slachtoffer] open te duwen en/of trappen en/of
- (vervolgens) de woning van die [slachtoffer] binnen te dringen en/of
- die [slachtoffer] vast te pakken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] meermalen (met gebalde vuist) tegen haar hoofd en/of in het gezicht en/of tegen haar zij, in elk geval tegen haar lichaam te slaan/stompen en/of
- die (op de grond liggende) [slachtoffer] meermalen tegen haar hoofd en/of in het gezicht en/of tegen haar zij en/of haar ribben, in elk geval tegen haar (boven)lichaam te schoppen/trappen en/of slaan/stompen en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen: “geld, geld” en/of “waar ligt het geld” en/of “anders maken we je hondje dood”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- (met kracht) de keel van die [slachtoffer] dicht te knijpen en/of
- op de zij, in elk geval op het lichaam van die op de grond liggende [slachtoffer] te gaan en/of blijven zitten en/of
- (vervolgens) die (op de grond liggende) [slachtoffer] (wederom) meermalen (met gebalde vuist) tegen haar hoofd en/of in het gezicht te slaan/stompen en/of
- die [slachtoffer] aan haar haren vast te pakken en/of aan haar haren te trekken en/of een of meer plukken haar uit het hoofd van die [slachtoffer] te trekken en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] aan haar haren door de woning en/of de trap op te sleuren en/of
- (vervolgens) die [slachtoffer] (wederom) meermalen (met gebalde vuist) tegen haar hoofd en/of in het gezicht en/of tegen haar lichaam te slaan/stompen en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen: “je gaat geen politie bellen”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen op basis van, in onderling verband en samenhang bezien, het proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) d.d. 26 juli 2022, het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 25 juli 2022, de geneeskundige verklaring d.d. 4 augustus 2022 en de processen-verbaal waaruit volgt dat DNA-materiaal van verdachte is aangetroffen op de stroomkabel waarmee is geprobeerd aangeefster vast te binden. De officier van justitie heeft gevorderd de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat waaruit zonder gerede twijfel vast te stellen is dat verdachte bij de woningoverval op [slachtoffer] betrokken is geweest. Daartoe heeft hij – samengevat – het volgende naar voren gebracht.
Verdachte ontkent het feit. De verklaringen van de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] zijn gebaseerd op informatie afkomstig van één bron, te weten [slachtoffer] . Het betreffen
de auditu-verklaringen waaraan geen bewijswaarde toekomt. Daarnaast is niet uitgesloten en zelfs aannemelijk dat er sprake is geweest van secundaire overdracht van het DNA-materiaal van verdachte via medeverdachte [medeverdachte] , destijds een huisgenoot van verdachte. Verdachte en medeverdachte deelden destijds spullen, kleding en woonden in dezelfde ruimte. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.
Vrijspraak.
De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie en met de raadsman, niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de woninginbraak waarbij geweld is gebruik tegen [slachtoffer] , zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Op grond van het dossier en de behandeling ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat er volgens de verklaring van [slachtoffer] in de nacht van 25 juli 2022 twee mannen haar woning binnen kwamen. Bij het binnendringen van de woning en ín de woning, werd geweld gebruikt tegen [slachtoffer] . Daarnaast stelt de rechtbank vast dat er in de ochtend van 25 juli 2022 sprake was van letsel aan het hoofd en in het gezicht van [slachtoffer] . Uit de geneeskundige verklaring van het Catharina Ziekenhuis te Eindhoven volgt dat er sprake was van ten minste vier gebroken ribben, een klaplong en bloeduitstortingen in het gelaat van [slachtoffer] . De rechtbank stelt tot slot vast dat er DNA-materiaal van verdachte op een stroomkabel uit de woning van [slachtoffer] is aangetroffen.
Verder volgt uit het dossier dat [slachtoffer] heeft verklaard dat één van de twee mannen ‘ [naam 1] ’ betrof, een man die ze via een ex-vriendin van haar kende. De andere man was een onbekende voor haar. De overvallers zouden geprobeerd hebben om haar vast te binden met de – later op DNA bemonsterde – stroomkabel.
Daarnaast verklaren getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] – kort gezegd – dat naast ‘ [naam 1] ’ ook ‘ [naam 2] ’ bij de overval betrokken was. Op basis van deze verklaringen en verder onderzoek naar deze personen, zijn deze ‘ [naam 1] ’ en ‘ [naam 2] ’ volgens het openbaar ministerie respectievelijk medeverdachte en verdachte. Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte en medeverdachte elkaar kennen en ten tijde van het ten laste gelegde een (kamer)woning met elkaar deelden.
De rechtbank constateert dat de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] niet zelf hebben waargenomen dat verdachte betrokken was bij de overval van [slachtoffer] . Zij hebben niet van verdachte zelf gehoord dat hij betrokken was en evenmin hebben zij dit vernomen van [slachtoffer] , die immers heeft verklaard niet te weten wie – naast [naam 1] – de tweede persoon is die haar heeft overvallen. Alle drie de getuigen zouden van een ander hebben vernomen dat verdachte betrokken was. Dat maakt dat de rechtbank deze verklaringen met de nodige voorzichtigheid beoordeelt.
Deze getuigen wijzen ieder naar een andere bron als het gaat om de door hen verkregen informatie over de mogelijke daders van de woningoverval. Daarbij wijzen zij naar elkaar, maar ook naar [slachtoffer] . De rechtbank kan op basis van dit dossier en de behandeling ter terechtzitting niet vaststellen hoe de verklaringen van getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] tot stand zijn gekomen en wie de werkelijke bron is van de door getuigen verkregen informatie over de woningoverval. Dit geldt overigens temeer voor getuige [getuige 1] , die met grote stelligheid bij de politie en de rechter-commissaris verklaart dat medeverdachte tegenover getuige zou hebben verklaard over zijn betrokkenheid bij de woningoverval samen met verdachte. Niet alleen heeft medeverdachte met grote stelligheid ontkend dat hij dit tegen [getuige 1] heeft gezegd, het bevreemdt de rechtbank bovendien dat zij deze informatie met niemand anders heeft gedeeld, terwijl zij in voortdurend contact met de andere getuigen uit het dossier leek te staan. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de verklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] daarom op zichzelf onvoldoende bewijs dat verdachte samen met een ander [slachtoffer] heeft overvallen.
De rechtbank constateert verder dat het DNA-materiaal van verdachte is aangetroffen op een verplaatsbaar voorwerp, te weten een stroomkabel. Het aantreffen van het DNA-mengprofiel van verdachte op dit verplaatsbare voorwerp is voor de rechtbank onvoldoende om – enkel op grond daarvan – te komen tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde woningoverval. De rechtbank kan niet vaststellen dat het DNA-materiaal van verdachte enkel op het voorwerp kan zijn gekomen door het vastpakken daarvan door verdachte. Daarnaast zijn er geen DNA sporen van verdachte aangetroffen op de beide uiteinden van die kabel, wat wel in de lijn der verwachting zou liggen in het door het openbaar ministerie geschetste scenario dat verdachte die kabel heeft gebruikt om [slachtoffer] in haar woning te knevelen. Ook betrekt de rechtbank bij haar oordeel dat [slachtoffer] heeft verklaard dat zij dacht dat ‘ [naam 1] ’ diegene was die de kabel zou hebben vastgehad.
De vraag is dan of er voldoende steunbewijs is om te komen tot een bewezenverklaring. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt dit steunbewijs, gelet op hetgeen hierboven is overwogen ten aanzien van de getuigenverklaringen.
Conclusie.
Al met al kan de rechtbank op basis van dit procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet met de vereiste mate van zekerheid vaststellen dat verdachte betrokken was bij de woningoverval op [slachtoffer] . De rechtbank constateert op basis van het bovenstaande eveneens dat het alternatieve scenario ten aanzien van de aanwezigheid van het DNA-materiaal van verdachte op de stroomkabel niet uit te sluiten is. De rechtbank acht bij deze stand van zaken dan ook niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat de rechtbank verdachte daarvan zal vrijspreken.
Voorwaardelijk verzoek van de verdediging.
De rechtbank stelt vast dat de raadsman in een voorwaardelijk verzoek heeft gepersisteerd bij enkele eerder op 10 mei 2023 ter terechtzitting door hem ingediende onderzoekswensen, te weten de verstrekking van alle audio-opnames van alle verhoren en telefoongesprekken, het verlenen van de audio-opname van het verhoor van mevrouw [slachtoffer] d.d. 26 juli 2022, de verstrekking van audio-fragmenten dan wel de exacte notities van het gesprek zoals weergegeven op pagina 65 van het dossier alsmede het opvragen en de analysering van de historische verkeersgegevens van het nummer van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat dit verzoek geen bespreking behoeft, nu de rechtbank verdachte vrijspreekt.