Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, Hans Anders Nederland B.V. De werknemer had verzocht om een billijke vergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en een transitievergoeding, na ontslag op staande voet door de werkgever. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgever een dringende reden had voor het ontslag, namelijk een reeks onregelmatigheden die de werknemer had gepleegd in de periode van 4 november 2022 tot en met 24 maart 2023. Deze onregelmatigheden omvatten het niet afsluiten van de kassa, het zonder toestemming sluiten van het filiaal voor de voorgeschreven openingstijden, en het niet inschakelen van het alarm. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer met zijn handelen een situatie had gecreëerd die het voor de werkgever onaanvaardbaar maakte om de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De verzoeken van de werknemer om schadevergoeding en transitievergoeding werden afgewezen, omdat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was. De kantonrechter veroordeelde de werknemer bovendien in de kosten van de procedure, vastgesteld op € 528,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van naleving van bedrijfsregels en de gevolgen van fraude in de arbeidsrelatie.