In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.A. Stoop-Klaassen, en het UWV, vertegenwoordigd door mr. C.J.G. Oom-Roumen. Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het UWV had vastgesteld dat zij geen recht had op een uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid op 0,00% was vastgesteld. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 9 januari 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. Eiseres had zich ziekgemeld na een auto-ongeluk in 2018 en voerde aan dat haar beperkingen niet volledig waren erkend. De rechtbank heeft de medische rapporten van het UWV beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat de artsen de klachten van eiseres adequaat hadden beoordeeld.
De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres op 6 november 2020 voor 0,00% arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de medische beoordeling en heeft het verzoek van eiseres om een onafhankelijke deskundige te benoemen afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg en dat de afwijzing van haar WIA-aanvraag door het UWV terecht was.