ECLI:NL:RBOBR:2023:367

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 januari 2023
Publicatiedatum
25 januari 2023
Zaaknummer
21/1459
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering na medische evaluatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.A. Stoop-Klaassen, en het UWV, vertegenwoordigd door mr. C.J.G. Oom-Roumen. Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het UWV had vastgesteld dat zij geen recht had op een uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid op 0,00% was vastgesteld. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 9 januari 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. Eiseres had zich ziekgemeld na een auto-ongeluk in 2018 en voerde aan dat haar beperkingen niet volledig waren erkend. De rechtbank heeft de medische rapporten van het UWV beoordeeld en geconcludeerd dat deze zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat de artsen de klachten van eiseres adequaat hadden beoordeeld.

De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres op 6 november 2020 voor 0,00% arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de medische beoordeling en heeft het verzoek van eiseres om een onafhankelijke deskundige te benoemen afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg en dat de afwijzing van haar WIA-aanvraag door het UWV terecht was.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 21/1459

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. A.A. Stoop-Klaassen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen,het UWV
(gemachtigde: mr. C.J.G. Oom-Roumen).

Procesverloop

Met het besluit van 29 oktober 2020 (het primaire besluit) heeft het UWV vastgesteld dat eiseres geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). De mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 0,00%.
Met het besluit van 4 mei 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 9 januari 2023 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres werkte als sales advisor bij Systems Integrated Telemarketing Netherlands B.V. voor 32 uur per week. Zij heeft zich op 12 september 2018 wegens psychische en lichamelijke klachten na een auto-ongeval ziekgemeld.
2. Vervolgens heeft het UWV de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet WIA beoordeeld.
3. Een arts [1] van het UWV heeft eiseres onderzocht en aan de hand van alle beschikbare medische gegevens beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn. Deze beperkingen heeft de arts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 25 september 2020. Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor haar eigen werk als sales advisor, maar dat er drie functies (en twee reservefuncties) zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog wel zou kunnen doen. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze functies 100% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 0,00%. Eiseres kan daarom volgens het UWV geen WIA-uitkering krijgen.
4. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep (B&B) en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (B&B) hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts B&B zijn de beperkingen juist vastgesteld. Zij heeft de FML geactualiseerd naar 5 november 2021. De arbeidsdeskundige B&B heeft daarom het CBBS opnieuw geraadpleegd. De geduide functies komen ook per die datum voor, en zijn geschikt. De mate van arbeidsongeschiktheid blijft dus 0,00%. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

5. Eiseres is het niet eens met het UWV. Eiseres voert aan dat haar beperkingen niet volledig en niet juist zijn meegenomen. Zo is eiseres niet alleen minder stressbestendig door pijnklachten, maar ook doordat zij cognitieve en energetische beperkingen ervaart. Eiseres voert aan dat zij niet alleen gebaat is bij dag-nachtritme, maar ook bij rustmomenten overdag. Eiseres stelt dat zij kan werken, maar niet als voorheen en niet voor 32 uur per week. Daarom verzoekt eiseres een urenbeperking. Ter ondersteuning van haar standpunt heeft eiseres een rapport van haar klinisch psycholoog-psychotherapeut overgelegd. Eiseres voert aan dat uit dit rapport naar voren komt dat zij (meer) beperkt geacht hoort te worden voor persoonlijk functioneren, sociaal functioneren en werktijden. Ter zitting heeft eiseres de rechtbank verzocht om een onafhankelijke deskundige te benoemen.

Waarover het gaat in deze zaak

6. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres voor 0,00 % arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiser op 6 november 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

7. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 6 november 2021 voor 0,00% arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van (verzekerings-)artsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De arts heeft de aanwezige medische informatie bestudeerd en contact opgenomen met de bedrijfsarts. Zij heeft aangenomen dat eiseres verminderd belastbaar is als rechtstreeks gevolg van ziekte. De belastbaarheid van eiseres is vastgelegd in de FML van 25 september 2020.
10. De verzekeringsarts B&B heeft het standpunt van de arts in haar rapport van 19 april 2021 heroverwogen. Zij heeft het dossier bestudeerd, kennis genomen van de bezwaargronden en van de in bezwaar door eiseres overgelegde informatie. Tevens heeft de verzekeringsarts B&B eiseres gezien en onderzocht. De verzekeringsarts B&B heeft gemotiveerd waarom zij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de arts.
11
.De verzekeringsarts B&B heeft ook gereageerd op de informatie die eiseres in beroep heeft overgelegd.
12. De (verzekerings-)artsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De (verzekerings-)artsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
De medische beoordeling
13. De arts heeft aangenomen dat op grond van de ontvangen gegevens er medisch gezien sprake is van een whiplash associated disorder type 1, chronische schouder artralgie links en een behandeld bursitis beeld linkerschouder. Op grond van de door eiseres ervaren belemmeringen en de gestelde diagnoses is het aannemelijk dat eiseres is aangewezen op werkzaamheden waarbij zwaar schouder belastende activiteiten voorkomen dienen te worden. Ten aanzien van de nek geldt dat uiterste rotatie-standen en snelle nekbewegingen voorkomen dienen te worden. Ten gevolge van de chronische pijn is het aannemelijk dat er sprake is van een verminderede stressbestendigheid. In de FML heeft de arts beperkingen opgenomen voor het persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
14. De verzekeringsarts B&B heeft in het rapport van 19 april 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de arts over de belastbaarheid van eiseres in stand kan blijven. De verzekeringsarts B&B stelt net als de verzekeringsarts vast dat er sprake is van beperkingen. De aangenomen beperkingen sluiten aan bij de aard en ernst van de aanwezige medische problematiek. De verzekeringsarts B&B stelt vast dat er geen medische grond bestaat voor de geclaimde beperking in de duurbelasting. Bij eiseres zijn er geen energetische tekorten die herleidbaar zijn tot een medisch objectiveerbare oorzaak, die een beperking in de duurbelasting zou rechtvaardigen. Ook is er geen sprake van onbeschikbaarheid wegens medische behandeling of van een beperking op grond van preventieve redenen.
15. Eiseres voert aan dat zij meer beperkt is wegens cognitieve en energetische redenen. Tevens stelt eiseres dat zij gebaat zou zijn bij een verdergaande urenbeperking, nu zij ook overdag behoefte heeft aan een rustmoment. Ter ondersteuning van haar standpunt overlegt eiseres een rapport van haar klinisch psycholoog-psychiater.
16. De verzekeringsarts B&B heeft in haar aanvullend rapport van 24 januari 2022 gemotiveerd waarom de in beroep ingediende stukken niet tot verdergaande beperkingen kunnen leiden. De verzekeringsarts B&B merkt allereerst op dat de uitslagen van het onderzoek niet zijn aangeleverd en dat er geen symptoomvalidatie onderzoek heeft plaatsgevonden. De resultaten van dit onderzoek zoals weergegeven, hebben hierdoor een beperktere waarde dan een lege artis uitgevoerd neuropsychologisch onderzoek (NPO). Bovendien zijn de IQ-waardes niet concreet aangegeven. De verzekeringsarts B&B concludeert dat voor zover de cognitieve problematiek in lijn ligt met het opleidingsniveau, duidelijk dient te blijken dat dit niet het gevolg is van medisch objectiveerbare pathologie, maar van de cognitieve capaciteiten welke eiseres van zichzelf heeft. Wel is voorstelbaar dat spanningsproblematiek voor toegenomen ervaren belemmeringen zorg hebben gedragen, die haar beperken voor mentaal stresserende activiteiten. Hiervoor is eiseres al beperkt geacht. Voor het duiden van meer/sterkere beperkingen op deze vlakken is geen medische grondslag te geven. Ten aanzien van de urenbeperking en rustmomenten overweegt de verzekeringsarts B&B dat ook hier geen aanleiding voor is. Ook het NPO leidt niet tot een ander oordeel, nu hierin vermoeidheidsklachten aan spanningen worden toegeschreven, maar niet is onderbouwd dat eiseres op medisch voorschrift meer rust in acht dient te nemen. In het aanvullend rapport van 6 december 2022 motiveert de verzekeringsarts B&B nogmaals dat er geen reden is om verdergaande beperkingen aan te nemen. De verzekeringsarts B&B benadrukt dat een PTSS na een traumatische gebeurtenis kan optreden, maar dit niet direct volgend op deze gebeurtenis hoeft plaats te vinden. Ten tijde van datum in geding heeft eiseres een revalidatietraject doorlopen bij Winnock. Hier is PTSS niet geconstateerd. Dit geeft aan dat psychopathologie, indien op enig punt opgetreden bij eiseres, niet direct na de traumatische gebeurtenis is ontstaan. Door de klinisch psycholoog-psychotherapeut is aangevoerd dat de Whiplash ten onrechte niet als somatische symptoomstoornis geclassificeerd is. De verzekeringsarts B&B merkt op dat hiervoor gronden aanwezig waren. Eiseres heeft namelijk aanvankelijk middels het ongeval daadwerkelijk een Whiplash beeld opgelopen, op welk punt de diagnose Whiplash (WAD) is gesteld. Men kan de diagnose WAD blijven hanteren of kan het als somatische symptoomstoornis classificeren. Al deze benamingen betreffen feitelijke dezelfde toestand waarin iemand klachten ervaart die lichamelijk niet of niet volledig verklaard kunnen worden. Indien bij eiseres de ervaren spanningen meer op de voorgrond hadden gelegen en zij bij de psychiater of psycholoog zou zijn gediagnosticeerd had deze hoogstwaarschijnlijk een somatische symptoomstoornis vastgesteld. Echter, dit heeft verder geen gevolg voor de verzekeringsgeneeskundige beoordeling. Juist omdat dit fenomeen bekend is, zullen bij elk van deze diagnoses de hiervoor benodigde beperkingen geduid worden. De beperkingen hangen hierbij minder af van de diagnose.
17. De rechtbank kan de motivering van de verzekeringsarts B&B volgen en ziet geen aanleiding te twijfelen aan de medische beoordeling. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiseres ervaren impact van haar klachten op het dagelijks leven, ontbreekt een medisch objectieve onderbouwing van de klachten die eiseres ervaart op 6 november 2020. Omdat de rechtbank niet twijfelt aan de medische beoordeling zal het verzoek van eiseres voor het benoemen van een onafhankelijke deskundige worden afgewezen.
De arbeidskundige beoordeling
18. Uitgaande van de juistheid van de bij eiseres vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
19. De arbeidsdeskundige heeft voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiseres. Hij heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. De arbeidskundige B&B heeft de motivering van de arbeidskundige gevolgd. De toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Eiseres heeft hier in beroep ook geen argumenten tegen aangevoerd.
De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
20. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 28 april 2021 met de middelste van deze functies 100,00% kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende, zodat eiseres voor de overige 0,00% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

21. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed. Het UWV heeft de aanvraag van de WIA‑uitkering van eiseres per 6 november 2020 terecht afgewezen.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 24 januari 2023 door mr. M.A. Broekhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. C. Deve, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Het sociaal medisch oordeel van 24 september 2020 is getoetst en akkoord bevonden door de verzekeringsarts.