Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 januari 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [vestigingsplaats] , eiseres
het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant (het college)
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Door het shredderen van hele CRT-apparaten wordt niet voldaan aan het eerste vereiste dat uit AEEA de beeldbuizen moeten worden afgezonderd, omdat daarbij op geen enkel punt in het verwerkingsproces de beeldbuizen worden afgezonderd uit de CRT-apparaten. Bij het shredderen worden de beeldbuizen in de CRT-apparaten verkleind tot CRT-glas, waarna er in het geshredderde materiaal geen beeldbuizen meer aanwezig zijn die afgezonderd kunnen worden. Met het afzonderen van het CRT-glas uit het geshredderde materiaal wordt niet voldaan aan het vereiste dat de beeldbuizen moeten worden afgezonderd uit AEEA.” Verder heeft de Afdeling in deze uitspraak overwogen dat, zolang in de inrichting van [eiseres] uitsluitend verwerkingshandelingen worden verricht die voldoen aan de in artikel 11, tweede lid, van de Regeling vermelde criteria, zij niet in strijd handelt met dat artikel door CRT-glas af te voeren naar een derde voor de afzondering van de fluorescerende laag, aldus de Afdeling. De Afdeling heeft in de uitspraak van 22 januari 2020 ook nog het volgende overwogen in rechtsoverweging 8.3: “
Anders dan waar de staatssecretaris van uitgaat, is het shredderen van afgezonderde beeldbuizen op zichzelf echter niet in strijd met Bijlage VII van de Richtlijn en de voorschriften 5.1.1, 5.1.3 en 5.2.3 van Part II van de WEEELABEX Standard. Indien [naam] namelijk de beeldbuizen zou afzonderen uit de CRT-apparaten en deze afgezonderde beeldbuizen vervolgens zou shredderen onder afzuiging van het daarbij vrijkomende fluorescentiepoeder, omvat de verwerking een selectieve behandeling overeenkomstig Bijlage VII van de Richtlijn.” [naam] is de rechtsvoorganger van [eiseres] .
kan met het afzonderen van CRT-glas na het shredderen van hele CRT-apparaten niet worden voldaan aan het vereiste dat de beeldschermen moeten worden afgezonderd. De Engelstalige en Duitstalige versie van bijlage VII van de Richtlijn dwingen naar het oordeel van de Afdeling niet tot een andere uitleg. Het shredderen van hele CRT-apparaten leidt er verder onvermijdelijk toe dat kunststof- en elektronicafracties met fluorescentiepoeder worden besmet.“ De Afdeling overweegt in overweging 10.3 ook: ”
De Afdeling is van oordeel dat de onderdelen 2 en 3 van de bij besluit van 12 juni 2020 aan [eiseres] opgelegde last er niet aan in de weg staan dat [eiseres] na een passende verwerking van CRT-apparaten binnen de eigen inrichting de fluorescerende laag van het CRT-glas door een andere verwerker laat verwijderen.”