ECLI:NL:RBOBR:2023:3491

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
7 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
C/01/389991 / FA RK 23-561
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en erkenning van een Somalisch kindhuwelijk met betrekking tot minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, beiden afkomstig uit Somalië. De rechtbank heeft de rechtsgeldigheid en erkenning van een traditioneel Somalisch huwelijk tussen partijen beoordeeld. Partijen hebben verklaard dat zij op [huwelijksdatum] te [huwelijksplaats], Somalië, met elkaar zijn gehuwd, en hebben een verklaring onder ede overgelegd ter ondersteuning van hun verzoek tot erkenning van het huwelijk in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk naar Somalisch recht als rechtsgeldig moet worden aangemerkt, ondanks de minderjarigheid van partijen ten tijde van de huwelijkssluiting. De rechtbank oordeelt dat de minderjarigheid niet in de weg staat aan de erkenning van het huwelijk in Nederland, omdat partijen inmiddels de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en om erkenning van hun huwelijk hebben verzocht. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen, het ouderschapsplan van partijen als onderdeel van de beschikking opgenomen, en bepaald dat de vrouw huurster van de echtelijke woning zal zijn. De proceskosten zijn voor elke partij afzonderlijk.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
locatie 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rekestnummer: C/01/389991 / FA RK 23-561
Beschikking d.d. 7 juli 2023 betreffende de echtscheiding
in de zaak van:
[naam vrouw],
blijkens de verklaring onder ede: [naam vrouw] [naam verklaring onder ede] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. A. Sanders-Maanurdin, gevestigd te Valkenswaard,
en
[naam man],
blijkens de verklaring onder ede: [naam verklaring onder ede] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. A. Sanders-Maanurdin, gevestigd te Valkenswaard .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van partijen, ingekomen op 6 februari 2023;
- de correspondentie, waaronder met name:
- het F9-formulier met bijlage van mr. Sanders-Maanurdin van 22 februari 2023;
- het F9-formulier van mr. Sanders-Maanurdin van 3 april 2023;
- het F9-formulier met bijlagen van mr. Sanders-Maanurdin van 10 mei 2023.
1.2.
Bij de stukken bevindt zich een ouderschapsplan.
1.3.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 mei 2023. Bij die gelegenheid zijn verschenen de man en de vrouw, bijgestaan door hun advocaat en de heer [naam] als tolk Somalisch.

2.De feiten

2.1.
In de Basisregistratie Personen (BRP) is opgenomen dat partijen op [huwelijksdatum] te [huwelijksplaats] , Somalië, met elkaar zijn gehuwd. De gegevens voor deze opname in de BRP zijn ontleend aan een verklaring onder ede van de man op [datum] in de gemeente [woonplaats] .
2.2.
Partijen zijn afkomstig uit Somalië. De man heeft zich op 2 [datum] in Nederland gevestigd. De vrouw heeft zich op [datum] in Nederland gevestigd. Partijen bezitten beiden de Nederlandse nationaliteit.
2.3.
Uit de vrouw zijn de volgende minderjarige kinderen geboren:
- [minderjarige A] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
- [minderjarige B] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
- [minderjarige C] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en
- [minderjaige D] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
De man staat als vader op de geboorteakten van de minderjarigen vermeld.

3.De beoordeling

3.1.
Scheiding
3.1.1.
Partijen hebben verzocht de echtscheiding tussen hen uit te spreken. Zij hebben gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
3.1.2.
Nu partijen ten tijde van de indiening van het verzoekschrift hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.
3.1.3.
Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing. Voordat de rechtbank toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek, moet worden beoordeeld of partijen rechtsgeldig zijn gehuwd en vervolgens of dit huwelijk in Nederland kan worden erkend.
Rechtsgeldigheid huwelijk
3.1.4.
Als uitgangspunt geldt dat een buiten Nederland gesloten huwelijk in Nederland wordt erkend als het volgens het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden (artikel 10:31, eerste lid, BW). Daarbij geldt dat een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn als een huwelijksverklaring is afgegeven door een bevoegde autoriteit (artikel 10:31, vierde lid, BW).
3.1.5.
Partijen beschikken niet over een huwelijksverklaring zoals hiervoor bedoeld. Zij stellen dat tussen hen een traditioneel Somalisch huwelijk is gesloten dat niet in Somalië is geregistreerd. Ten bewijze van het bestaan van het huwelijk hebben zij voornoemde door de man afgelegde verklaring onder ede overgelegd, aangevuld met het IND-rapport van nader gehoor van de man. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man het volgende verklaard over de huwelijkssluiting. Het huwelijk is geïnitieerd door de ouders van partijen nadat zij erachter waren gekomen dat partijen, die destijds beiden minderjarig waren, verliefd waren. De ouders van partijen hebben een imam uitgezocht die het huwelijk heeft voltrokken in de woning van de familie van de vrouw. Tijdens die voltrekking heeft de imam de ouders om hun toestemming voor het huwelijk gevraagd. Naast de ouders van partijen waren er andere familieleden en buren aanwezig bij de huwelijksvoltrekking. Andere (overheids)autoriteiten dan de imam waren niet aanwezig, omdat er op dat moment in Somalië werd gestreden om de macht en er geen eenduidige autoriteit was. De vrouw heeft deze verklaringen van de man bevestigd. De rechtbank is van oordeel dat hiermee voldoende aannemelijk is geworden dat partijen op [huwelijksdatum] in Somalië zijn gehuwd. De vraag is echter of dit huwelijk in Somalië rechtsgeldig is gesloten, nu sprake is van een traditioneel huwelijk tussen twee minderjarigen. Ten tijde van voornoemde huwelijksdatum was de man [minderjarige leeftijd] oud en de vrouw [minderjarige leeftijd] oud.
3.1.6.
Uit de informatie die ten aanzien van Somalië door VIND Burgerzaken wordt verstrekt blijkt het volgende. In beginsel geldt voor het sluiten van het huwelijk een minimumleeftijd van achttien jaar. Uitzonderingen op dit leeftijdsvereiste kunnen worden gemaakt door de rechtbank. Voor meisjes vanaf zestien jaar geldt daarnaast dat zij met toestemming van de (huwelijks)voogd kunnen huwen. In de praktijk wordt in het overgrote deel van Somalië echter uitgegaan van het traditionele recht, volgens welk recht een kind vanaf zijn vijftiende meerderjarig wordt. Vanaf die leeftijd wordt een kind geacht te moeten kunnen huwen. Het is ook niet ongebruikelijk om jongere meisjes, vanaf circa twaalf jaar, uit te huwelijken in Somalië. De antwoorden op onder andere de volgende (voorbeeld)vragen kunnen een indicatie geven over de rechtsgeldigheid van een in Somalië gesloten traditioneel huwelijk:
  • Wie heeft het huwelijk gesloten (rechter, aangewezen persoon of een persoon met kennis van de islam)?
  • Zijn er twee meerderjarige getuigen, die beschikken over hun verstandelijke vermogens, bij het huwelijk geweest?
  • Stonden de echtgenoten niet in een te nauwe verwantschapsrelatie tot elkaar?
  • Waren zij beiden handelingsbekwaam?
  • Was de vrouw ongehuwd toen zij het huwelijk aanging of was een mogelijke iddah-periode verstreken?
3.1.7.
Gelet op de verklaringen van partijen over de huwelijksvoltrekking, de overgelegde stukken en de Somalische praktijk omtrent traditionele huwelijken (tussen minderjarigen), is de rechtbank van oordeel dat het huwelijk tussen partijen naar Somalisch recht als rechtsgeldig moet worden aangemerkt.
Erkenning huwelijk in Nederland
3.1.8.
Op het in artikel 10:31 BW geformuleerde uitgangspunt dat een in het buitenland rechtsgeldig gesloten huwelijk in Nederland wordt erkend, gelden een aantal uitzonderingen. Op grond van artikel 10:32 wordt aan zo’n huwelijk erkenning onthouden als deze erkenning kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde. Sinds 5 december 2015 is dit artikel uitgebreid met de bepaling dat die erkenning in ieder geval wordt onthouden als (een van) de echtgenoten op het tijdstip van de huwelijkssluiting de leeftijd van achttien jaar niet had bereikt, tenzij de echtgenoten op het moment dat erkenning van het huwelijk gevraagd wordt beiden de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt (artikel 10:32, aanhef en onder c BW).
3.1.9.
Vast staat dat partijen ten tijde van de huwelijkssluiting minderjarig waren. De rechtbank is van oordeel dat deze minderjarigheid niet aan erkenning van het huwelijk in Nederland in de weg staat, omdat partijen na het bereiken van de achttienjarige leeftijd om erkenning van hun huwelijk hebben gevraagd. In de eerste plaats kan het afleggen van de verklaring onder ede over het huwelijk door de man als een verzoek om erkenning worden beschouwd. Daarnaast beschouwt de rechtbank het feit dat partijen, zowel in de stukken als tijdens de mondelinge behandeling, hebben gesteld dat hun huwelijk dient te worden erkend als een verzoek om erkenning. Zo’n verzoek hoeft immers niet formeel in een afzonderlijke procedure bij de rechter of de ambtenaar van de burgerlijke stand te worden gedaan (ECLI:NL:GHSHE:2022:940). Naar het oordeel van de rechtbank kan het huwelijk dan ook in Nederland worden erkend, ongeacht de vraag of de gewijzigde (striktere) erkenningsregel ook van toepassing is op huwelijken gesloten voor 5 december 2015.
Echtscheiding
3.1.10.
Nu sprake is van een rechtsgeldig huwelijk dat in Nederland kan worden erkend, kan het verzoek tot echtscheiding als op de wet gegrond worden toegewezen.
3.2.
Ouderschapsplan
3.2.1.
Partijen hebben een ouderschapsplan opgesteld. Nu de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft met betrekking tot het verzoek tot echtscheiding, heeft hij tevens rechtsmacht met betrekking tot het verzoek het ouderschapsplan deel uit te laten maken van deze beschikking. De rechtbank zal op dit verzoek Nederlands recht als haar interne recht toepassen.
3.2.2.
De rechtbank zal overeenkomstig het verzoek bepalen dat het door partijen opgestelde ouderschapsplan deel uitmaakt van deze beschikking.
3.3.
Woning
3.3.1.
Partijen hebben verzocht om het huurrecht van de woning aan de vrouw toe te kennen.
3.3.2.
De woning is in Nederland gelegen. Gelet op artikel 4, lid 3, aanhef en sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek ter zake van het huurrecht van deze woning. De rechtbank zal op dit verzoek Nederlands recht als haar interne recht toepassen.
3.3.3.
De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot de echtelijke woning als op de wet gegrond toewijzen.
3.4.
Proceskosten
3.4.1.
Gelet op de aard van de procedure zal de rechtbank bepalen dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te [huwelijksplaats] , Somalië op [huwelijksdatum] ;
4.2.
bepaalt dat het aangehechte ouderschapsplan deel uitmaakt van deze beschikking;
4.3.
bepaalt dat de vrouw huurster zal zijn van de woning aan het adres Kerstroosstraat 99, [postcode] [plaats] met ingang van de dag waarop de beschikking tot echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand;
4.4.
bepaalt dat elke partij de eigen kosten van deze procedure draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.J. Raeijmaekers, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 7 juli 2023.
.