Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 juli 2023 in de zaak tussen
[bedrijf] V.O.F., eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente 's-Hertogenbosch.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
[naam] . Deze stukken zijn buiten de termijn van vier weken door de rechtbank ontvangen. Een uittreksel van de kamer van koophandel zat daar niet bij en ter zitting zegt mr. [naam] dat [naam] ook niet de vertegenwoordiger is van eiseres maar van de besloten vennootschap als franchisegever en opdrachtgever van mr. [naam] . Kortom, de machtiging die mr. [naam] op 22 februari 2022 had ingestuurd zag hoe dan ook niet op eiseres. Reeds om die reden moet al vastgesteld worden dat mr. [naam] niet binnen de gestelde termijn een rechtsgeldige machtiging had ingediend en dus niet bevoegd was om namens eiseres beroep in te stellen. Het beroep is om die reden niet-ontvankelijk. De rechtbank wijst op artikel 8:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Awb in samenhang met artikel 6:5 van de Awb.
Redelijke termijn
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
A. Ibrahimovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 13 juli 2023.