Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Inleiding
Wat ging aan deze procedure vooraf
Wat vindt het UWV
.In beroep heeft het UWV een rapport van een arbeidsdeskundige B&B van 9 maart 2023 ingediend.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 21 juni 2023, zaaknummer 22/1554, is het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om een WIA-uitkering toe te kennen ongegrond verklaard. Eiser, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering na een ziekmelding in 2019. Het UWV had vastgesteld dat eiser op 18 augustus 2021 voor 18,67% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van de aanvraag. Eiser was het niet eens met deze beslissing en stelde dat het UWV niet zorgvuldig had gehandeld en dat zijn medische situatie onvoldoende was onderkend.
De rechtbank beoordeelde de argumenten van eiser en concludeerde dat het UWV terecht had geoordeeld dat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek door het UWV zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts B&B voldoende rekening had gehouden met de medische situatie van eiser. Eiser had geen overtuigende argumenten aangedragen die de geschiktheid van de vastgestelde functies in twijfel trokken. De rechtbank oordeelde dat de aan eiser toegewezen functies passend waren en dat er geen reden was om een deskundige te benoemen.
De rechtbank veroordeelde het UWV wel in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 837,- en bepaalde dat het UWV het door eiser betaalde griffierecht moest vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van medische rapportages in dit proces.