Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.De vordering van [eiser] in de hoofdzaak
4.Het verweer van de bewindvoerder in de hoofdzaak en de eis in het incident
5.Het verweer van [eiser] in het incident
6.De beoordeling in de hoofdzaak en in het incident
“Huur is de overeenkomst waarbij de ene partij, de verhuurder, zich verbindt aan de andere partij, de huurder, een zaak of een gedeelte daarvan in gebruik te verstrekken en de huurder zich verbindt tot een tegenprestatie.”De kenmerken van huur zijn dus het verschaffen van het gebruik van een zaak door de verhuurder en het verrichten van een tegenprestatie hiervoor door de huurder. Ontbreekt één van de essentialia “gebruik” of “tegenprestatie” dan is geen sprake van huur, maar van een andersoortige overeenkomst. Een “tegenprestatie” houdt kort gezegd in, dat er iets tegenover het gebruik van de zaak moet staan. De huurder moet een voldoende bepaalbare tegenprestatie leveren. Of daarvan sprake is, hangt af van de omstandigheden van het geval.
“De stelling dat er sprake is van een (mondelinge) huurovereenkomst kan enkel bevestigd worden door [eiser] zelf en mevrouw [rechthebbende] .”Vast staat dat [rechthebbende] wegens haar medische beperkingen (dementie) niet meer in staat is om een (betrouwbare) verklaring af te leggen. Gelet hierop en gelet op de overige hiervoor genoemde omstandigheden wordt daarom niet toegekomen aan het geven van een bewijsopdracht. [eiser] heeft onvoldoende aangevoerd om ook maar het vermoeden aan te nemen dat er sprake zou kunnen zijn van een huurovereenkomst.