Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een zout van) BMK-glycidezuur, zijnde
- (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (van een zout van) PMK-glycidezuur, zijnde
- een zending met Bill of Lading nummer RTM507059117 en/of Ocean Bill of
Lading nummer HNLRTM5G002 en/of
- een zending met Bill of Lading nummer RTM510017517 en/of Ocean Bill of
Lading nummer HNLRTM5I009 (RTM-2) en/of
- een zending met Bill of Lading nummer RTM510071521 en/of Ocean Bill of
De formele voorvragen.
Bewijs
wallpaper glue’ uit Hongkong in de periode van 7 juli 2015 tot en met 17 november 2015. Ten aanzien van deze zendingen trad medeverdachte [medeverdachte] , in dienst bij [bedrijf 1] . en later bij [bedrijf 2] ., op als expediteur. Uit onderzoek van de douane is gebleken dat de zendingen (een zout van) BMK-glycidezuur en (een zout van) PMK-glycidezuur bevatten in plaats van wat in de
Bill of Lading (B/L)en/of
invoicewerd opgegeven. BMK- en PMK-glycidezuur kunnen worden omgezet in de precursoren BMK en PMK, beide essentiële grondstoffen voor de productie van MDMA. Verdachte wordt verweten opdrachtgever van deze zendingen te zijn geweest en zich in die hoedanigheid schuldig te hebben gemaakt aan voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet.
Bill of Ladingnummer RTM507059117 die verwijst naar de
Ocean Bill of Ladingmet nummer HNLRTM5G002 van 14 juli 2015. In deze
Bills of Lading, oftewel ladingsbrieven, staat dat zij betrekking hebben op de zending van 3.191 kg ‘
wallpaper glue’ van Hongkong naar Rotterdam (zending 2). Volgens de
shipping invoicevan deze zending, zou deze echter geen
wallpaper glue, maar
construction gypsumen
construction sinbasbevatten. Op 12 augustus 2015 werd de zending via een aangifte IM-A in het vrije verkeer van de Europese Unie gebracht. Deze aangifte werd door de douane geselecteerd voor een fysieke controle aan de goederen. Daarbij werd een monster van de goederen genomen. De uitslag van het monsteronderzoek door het Douanelaboratorium toonde aan dat het genomen monster (het zout van) BMK-glycidezuur bevatte.
Bill of Ladingnummer RTM510017517 die verwijst naar de
Ocean Bill of Ladingmet nummer HNLRTM5I009 (RTM-2) van 6 oktober 2015. In deze ladingsbrieven staat dat zij betrekking hebben op de zending van 1.884 kg ‘
wallpaper glue’ van Hongkong naar Rotterdam (zending 4). Volgens de
shipping invoicevan deze zending zou deze echter geen
wallpaper glue, maar
Master Lawn Foodbevatten. Op 2 november 2015 kwam deze zending aan in de haven van Rotterdam, waarna de zending in het kader van een douanecontrole werden bemonsterd. De uitslag van het monsteronderzoek door het Douanelaboratorium toonde aan dat ook deze zending (het zout van) BMK-glycidezuur bevatte. Deze gehele zending werd vervolgens door de douane inbeslaggenomen.
Bill of Ladingmet nummer RTM510071521 die verwijst naar de
Ocean Bill of Ladingmet nummer HNLRTM5J002 (RTM-3A en RTM-3B) van 20 oktober 2015. In deze ladingsbrieven staat dat zij betrekking hebben op de zending van 2.508 kg ‘
wallpaper glue’ van Hongkong naar Rotterdam (zending 5). Volgens een tweede versie van de
bill of ladingzou de zending echter geen
wallpaper glue, maar
Spaud Growen
Ligne Lawn Foodbevatten. Deze zending is op 16 november 2015 aangekomen in de haven van Rotterdam en gecontroleerd door de douane, waarbij is gebleken dat de zending BMK- en PMK-glycidezuur bevatte. De volledige zending is vervolgens door de douane in beslag genomen.
Feitelijke betrokkenheid medeverdachte [medeverdachte]
Financiële betrokkenheid verdachte en medeverdachte [medeverdachte]
Actieve rol verdachte zoals blijkt uit e-mailberichten
cnee/consignee(ontvanger), waaruit blijkt dat deze ‘ [verdachte] ’ diverse voor de zendingen benodigde documenten, waaronder de
invoiceen
packing list, verzorgt en waarin staat dat [medeverdachte] bij ‘ [verdachte] ’ moet zijn om die documenten te verkrijgen.
doc 13en “mr [verdachte] have new shipment ready, please directly to get the inv/pl from mr [verdachte] ”
doc 35). [persoon 5] , één van de medewerkers van [bedrijf 6] die e-mailberichten over “ [verdachte] ” heeft verstuurd aan [medeverdachte] , heeft verklaard dat er maar één [verdachte] is met wie zij bij [bedrijf 3] contact heeft gehad en dat dat [verdachte] , te weten verdachte, betreft, die zij heeft herkend op een foto. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat verdachte, zoals hiervoor overwogen, de facturen heeft betaald van verschepingen waarover wordt gesproken in de betreffende e-mailberichten en heeft hij medeverdachte [medeverdachte] , expediteur, op indirecte wijze grote geldbedragen betaald.
Conclusie ten aanzien van verdachte
Conclusie ten aanzien van medeverdachte [medeverdachte]
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straffen.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
Een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht
Een geldboete ter hoogte van 80.000,00 euro subsidiair 365 dagen hechtenis