De GI heeft het verzoek als volgt onderbouwd.
[naam minderjarige] doet het goed bij opa en oma. [naam minderjarige] is een vrolijk en gezellig ventje. Hij ontwikkelt zich prima. Opa en oma hebben alle tijd en aandacht voor hem. Zij hebben een vaste structuur in de dag gecreëerd. Opa en oma staan open voor de pleegzorgbegeleiding vanuit [organisatie 2] . Opa en oma willen voor [naam minderjarige] blijven zorgen, ook als dat tot zijn 18de levensjaar is.
Ouders hebben vanaf de start van de ondertoezichtstelling de keuze gehad om mee te werken aan een observatietraject van [organisatie] . Dit hebben ouders niet willen doen. Daarna is een traject met [organisatie 2] uitgezet met begeleide bezoeken. Ouders zijn de afspraken in dit kader niet goed nagekomen. Ouders zijn van mening dat zij de begeleiding bij de bezoeken niet nodig hebben. Ouders hebben veel weerstand tegen hulpverlening en accepteren deze onvoldoende. Ouders willen niet meer meewerken aan de begeleide bezoeken. De GI heeft geen onderzoek kunnen doen naar het perspectief of de mogelijkheden van de ouders, omdat de ouders niet meewerkten, zij geen eigen woning hebben, zij hun leven op financieel gebied niet op orde hebben en er waarschijnlijk sprake is van psychische problematiek bij moeder.
De GI is van mening dat de veiligheid van [naam minderjarige] enkel gewaarborgd kan worden als ouders bereid zijn om met [naam minderjarige] naar een ouder-kind traject te gaan om daar te wonen. In verband met de vele onzekerheden dient er 24-uurs toezicht te zijn. Ouders willen geen gebruik maken van deze kans, omdat ze niet in een instantie willen wonen. Voor de GI is duidelijk geworden dat [naam minderjarige] niet in veiligheid bij ouders kan gaan wonen.
Voor [naam minderjarige] is het van belang om een stabiele woonplek te hebben en te houden waarin opvoeders zijn die weten wat [naam minderjarige] nodig heeft, dat aanvoelen en daarop inspelen. Dat zijn de opa en oma van [naam minderjarige] . Dit is de reden waarom de GI, met dit verlengingsverzoek, tevens een verzoek heeft ingediend om het door de GI genomen perspectiefbesluit te beoordelen. Ouders zijn hierover geïnformeerd en vader geeft daarop op 28 februari 2023 aan dat ouders het eens zijn met een plaatsing van [naam minderjarige] bij opa en oma tot zijn achttiende levensjaar. Het komende jaar zal er aandacht komen voor het aanvragen van (pleegouder)voogdij waarbij een voorwaarde is dat de omgangsregeling tussen ouders en [naam minderjarige] vastgesteld wordt. Daarbij moet tevens onderzocht worden wat er voor nodig is om ouders te blijven motiveren en stimuleren om het contact met [naam minderjarige] op een prettige manier aan te gaan.
Ter mondelinge behandeling heeft de GI in aanvulling op het voorgaande verklaard dat de ouders zich soms wel en soms niet erbij neer lijken te leggen dat [naam minderjarige] niet meer bij hen, maar bij grootouders zal opgroeien. Zij geven namelijk ook aan te denken in de toekomst (als de schadevergoeding van het ongeluk uitgekeerd is en zij een huis hebben) zelf voor [naam minderjarige] te kunnen zorgen. De gezinsvoogd heeft het gevoel dat de aanwezigheid van de GI (en hulpverlening in het algemeen) slechts als olie op het vuur werkt en stress oplevert voor de ouders en dat de ouders niet inzien wat zij ermee zouden kunnen bereiken als zij met deze instanties zouden meewerken. De GI zal toewerken naar pleegoudervoogdij. Tot die tijd is het van belang om duidelijkheid te creëren over het perspectief van [naam minderjarige] . zodat hij zich volledig open kan stellen voor de hechting met zijn opvoeders.