ECLI:NL:RBOBR:2023:2918

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
C/01/392988 / JE RK 23-653
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 14 mei 2023 een spoedmachtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, hierna te noemen [naam minderjarige]. Het verzoek is ingediend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaatsnaam]. De ouders van [naam minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag en hebben ingestemd met het verzoek voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het verzoek afwijkt van het mondelinge verzoek, maar heeft besloten het mondelinge verzoek leidend te verklaren. De kinderrechter heeft geoordeeld dat er voldoende gronden zijn voor de spoedmachtiging, gezien de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de jeugdige.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend tot 18.00 uur op dezelfde dag, met de bedoeling dat een onafhankelijk gedragswetenschapper de minderjarige zou onderzoeken. Echter, omdat er geen gedragswetenschappers beschikbaar waren, heeft de kinderrechter om 17.55 uur alsnog een spoedmachtiging verleend voor de duur van twee weken, nadat een gedragswetenschapper de minderjarige had bezocht en ingestemd met de gesloten plaatsing. De beslissing houdt in dat de ouders, het college en de minderjarige gehoord zullen worden tijdens de mondelinge behandeling op 24 mei 2023. Hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/01/392988 / JE RK 23-653
Datum uitspraak: 14 mei 2023

Beschikking van de kinderrechter over een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente [plaatsnaam] ,

hierna te noemen het college,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , [land] ,

hierna te noemen: [naam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] , gemeente [plaatsnaam] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] , gemeente [plaatsnaam] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het telefonisch verzoek van het college van 14 mei 2023;
- het verzoekschrift met bijlagen van het college van 15 mei 2023, ingekomen bij de griffie op 15 mei 2023.
Aan [naam minderjarige] is als advocaat toegevoegd, mr. M.H.A.J. Slaats, te Eindhoven.

De feiten

De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam minderjarige] .
[naam minderjarige] woont bij haar ouders.

Het verzoek

Namens het college is mondeling verzocht om [naam minderjarige] met spoed in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken.
De gedragswetenschapper heeft voor de duur van twee weken ingestemd met het verzoek. Dit blijkt uit de verklaring van 14 mei 2023.
De ouders stemmen in met het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.

De beoordeling

Rechtsmacht
De ouders en de minderjarige [naam minderjarige] hebben de [land] nationaliteit. De Nederlandse rechter is bevoegd om kennis te nemen van het verzoek, gelet op het feit dat de minderjarige [naam minderjarige] ten tijde van de indiening van het verzoek de gewone verblijfplaats in Nederland had (artikel 7 van de Brussel II-ter verordening).
Relatieve bevoegdheid
Op grond van artikel 265 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) is de rechter van de woonplaats van de minderjarige of, bij gebreke van een woonplaats in Nederland, van het werkelijk verblijf van de minderjarige, bevoegd om van het onderhavig verzoek kennis te nemen. Ingevolge artikel 1:12 van het Burgerlijk Wetboek is de woonplaats van de minderjarigen dezelfde als de woonplaats van degene die het gezag over de minderjarigen uitoefent. De ouders wonen in het arrondissement Oost-Brabant, zodat deze rechtbank bevoegd is op het verzoek te beslissen.
Toepasselijk recht
Nu de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de verzoeken is Nederlands recht van toepassing (artikel 15 lid 1 Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996).
De inhoudelijke beoordeling
De kinderrechter constateert dat het verzoek, zoals dat is geformuleerd in het door het college ingediende verzoekschrift, afwijkt van het mondeling gedane verzoek. Immers mondeling is verzocht om de spoedmachtiging te verlenen voor de duur van vier weken. In het schriftelijke verzoek wordt verzocht om de spoedmachtiging te verlenen voor de duur van twee weken. Het mondeling gedane verzoek is leidend en de kinderrechter zal dit verzoek in behandeling nemen en beoordelen.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet, dient onmiddellijke verlening van jeugdzorg noodzakelijk te zijn in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren of een ernstig vermoeden daarvan. Bovendien dient een uithuisplaatsing noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de zorg die de jeugdige nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken.
De kinderrechter is van oordeel dat sprake is van een situatie als hiervoor bedoeld en acht voldoende gronden aanwezig om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp te verlenen. Die machtiging is op 14 mei 2023 om 04.45 uur verleend tot 18.00 uur diezelfde dag, zulks met de bedoeling dat een onafhankelijk gedragswetenschapper voor 18.00 uur de minderjarige zou onderzoeken. Omdat onafhankelijk gedragswetenschappers niet bereikbaar bleken te zijn voor het college, had geen onderzoek plaatsgevonden vóór indiening van het mondelinge verzoek. Om 17.55 uur die dag heeft de kinderrechter een spoedmachtiging voor de duur van twee weken verleend. Dat is gebeurd nadat namens het college kenbaar was gemaakt dat een onafhankelijk gedragswetenschapper de minderjarige had bezocht, onderzoek had gedaan en had ingestemd met een gesloten plaatsing voor de duur van twee weken.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een spoedmachtiging om [naam minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 14 mei 2023 tot 28 mei 2023;
bepaalt dat het college, de ouders, [naam minderjarige] en haar advocaat zullen worden gehoord tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Oost-Brabant, in het gerechtsgebouw aan Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch, op 24 mei 2023 om 9:30 uur;
wijst het meer of anders verzochte af.
Aldus gegeven en uitgesproken op 14 mei 2023 door mr. J.W. Brunt, kinderrechter, welke uitspraak op 16 mei 2023 op schrift is gesteld.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.