ECLI:NL:RBOBR:2023:2890

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 mei 2023
Publicatiedatum
13 juni 2023
Zaaknummer
C/01/392429 FT RK 23/223 en C/01/392430 FT RK 23/224
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking verzoek verlenging afkoelingsperiode en ambtshalve opheffing afkoelingsperiode in faillissementsprocedure

In deze zaak hebben de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid [A] B.V. en [B] B.V. op 25 november 2022 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet ter griffie gedeponeerd. Ze verzochten de rechtbank om een herstructureringsdeskundige te benoemen en een afkoelingsperiode van vier maanden te gelasten. De rechtbank heeft op 16 december 2022 een afkoelingsperiode van vier maanden afgekondigd, ingaande 23 december 2022, en mr. I.C.J.C. van de Klundert aangewezen als herstructureringsdeskundige.

Op 21 april 2023 hebben verzoeksters een verzoek ingediend tot verlenging van de afkoelingsperiode met vier maanden. De rechtbank heeft op 25 april 2023 bepaald dat de afkoelingsperiode voortduurt totdat een eindbeslissing op het verzoek is gegeven. De herstructureringsdeskundige en andere betrokken partijen hebben hun zienswijzen gegeven op het verzoek tot verlenging.

Echter, op 24 mei 2023 hebben verzoeksters hun verzoek tot verlenging ingetrokken, evenals de herstructureringsdeskundige haar aanwijzing. De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve besloten de afkoelingsperiode op te heffen en de aanwijzing van mr. Van de Klundert als herstructureringsdeskundige in te trekken. De beschikking is gegeven door de meervoudige kamer van de Rechtbank Oost-Brabant op 25 mei 2023.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Team toezicht – Insolventies – meervoudige kamer
Beslissing op verzoek verlenging afkoelingsperiode
rekestnummers:
C/01/392429 FT RK 23/223
C/01/392430 FT RK 23/224
uitspraakdatum: 25 mei 2023
beschikking op het ingekomen verzoekschrift ex artikel 376, lid 5 Faillissementswet van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaats] , [adres] ,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [nummer] ,
hierna te noemen: [A] ,
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B] B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaats] , [adres] ,
ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer [nummer] ,
hierna te noemen: [B]
hierna gezamenlijk te noemen: verzoeksters.

1.1. De procedure

1.1
Verzoeksters hebben elk op 25 november 2022 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet (Fw) ter griffie gedeponeerd.
1.2
Bij brief van 25 november 2022, diezelfde datum ter griffie ontvangen, hebben verzoeksters de rechtbank verzocht voor elk ex artikel 371 Fw een herstructureringsdeskundige te benoemen en bij toewijzing van dit verzoek voor elk ex artikel 3d (juncto artikel 376) Fw een afkoelingsperiode te gelasten voor een periode van vier maanden.
1.3
Bij beschikking van deze rechtbank van 16 december 2022 is – kort weergegeven – een afkoelingsperiode van vier maanden, ingaande 23 december 2022, afgekondigd en is
mr. I.C.J.C van de Klundert, advocaat te Eindhoven, aangewezen tot herstructureringsdeskundige in de besloten akkoordprocedure van verzoeksters.
1.4
Op 21 april 2023 is ter griffie van deze rechtbank een verzoekschrift ontvangen strekkende tot het voor elk van de verzoeksters afkondigen van een verlenging van de afkoelingsperiode met vier maanden vanaf 23 april 2023.
1.5
Bij beschikking van 25 april 2023 van deze rechtbank is bepaald dat de bij beschikking van 16 december 2022 afgekondigde afkoelingsperiode voortduurt totdat de eindbeslissing op onderhavig verzoek is gegeven. Tevens zijn de besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. en [Y] B.V. (hierna te noemen: [X] c.s.) alsmede de herstructureringsdeskundige in de gelegenheid gesteld om uiterlijk woensdag 10 mei 2023 te 17:00 uur schriftelijk, per e-mail, hun zienswijze op onderhavig verzoek aan de rechtbank kenbaar te maken.
1.6
De herstructureringsdeskundige heeft op 10 mei 2023 per e-mail haar zienswijze gegeven op het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode.
1.7
Mr. I.P. de Groot, advocaat te Rotterdam, heeft per e-mail van 10 mei 2023 namens [X] c.s. hun zienswijze gegeven op het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode.
1.8
Bij e-mail van 24 mei 2023 heeft mr. G.J.C. Wessels, advocaat te Den Haag, namens verzoeksters het verzoek tot verlenging van de afkoelingsperiode ingetrokken.
1.9
Bij e-mail van 24 mei 2023 heeft mr. Van de Klundert de rechtbank verzocht tot intrekking van haar aanwijzing als herstructureringsdeskundige.

2.De beoordeling

2.1.
Nu het verzoek tot verlenging is ingetrokken, terwijl de rechtbank de afkoelingsperiode reeds heeft verlengd bij beschikking van 25 april 2023, zal de rechtbank ambtshalve tot opheffing van de afkoelingsperiode overgaan. De rechtbank zal eveneens de aanwijzing van mr. Van de Klundert als herstructureringsdeskundige intrekken. Bij separate beschikking zal het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en van de derden die door haar worden geraadpleegd ten hoogste mogen kosten worden vastgesteld.

3.De beslissing

De rechtbank:
- heft de afkoelingsperiode op;
- trekt de aanwijzing van mr. I.C.J.C. van de Klundert als herstructureringsdeskundige in.
Deze beschikking is gegeven door mr. V.G.T. van Emstede, voorzitter, mr. H.J. Idzenga en mr. M.D.E. Leppens en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.