vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.211636.22
Parketnummer vordering na voorwaardelijke veroordeling: 10.173120.21
Datum uitspraak: 13 juni 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2002,
preventief gedetineerd in de penitentiaire inrichting te Vught.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 december 2022, 13 maart 2023 en 30 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 november 2022.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 13 maart 2023 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
t.a.v. feit 1:
hij op of omstreeks 27 juli 2022 te ’s-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kinderen opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven te beroven, met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
- zich met een voorwerp houdende een explosieve stof naar een woning, gelegen aan de [adres 1] , te begeven en/of
- voornoemd voorwerp houdende een explosieve stof te plaatsen en/of aan te brengen op/tegen de voorgevel/voordeur van, althans in de directe nabijheid van, de woning aan de [adres 1] en/of
- (vervolgens) voornoemd voorwerp houdende een explosieve stof tot ontbranding/ontploffing te brengen, tengevolge waarvan een explosie is ontstaan,
terwijl de bewoners van voornoemde woning, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kinderen in de woning lagen te slapen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
t.a.v. feit 2 primair:
hij op of omstreeks 27 juli 2022 te ’s-Hertogenbosch, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door opzettelijk
- een voorwerp houdende een explosieve stof te plaatsen en/of aan te brengen op/tegen de voorgevel/voordeur van, althans in de directe nabijheid van, de woning aan de [adres 1] en/of
- (vervolgens) voornoemd voorwerp houdende een explosieve stof tot ontbranding/ontploffing te brengen,
terwijl de bewoners van voornoemde woning, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kinderen in de woning lagen te slapen,
en daarvan gemeen gevaar voor aangrenzende en/of belendende woning(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was en/of
levensgevaar althans gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in voornoemde woning bevindende personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kinderen en/of anderen zich in omliggende woningen bevindende personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 27 juli 2022 te ’s-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een woning (gelegen aan de [adres 1] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
t.a.v. feit 3:
hij op of omstreeks 31 juli 2022 te ’s-Hertogenbosch, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 3] en/of haar partner opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade van het leven te beroven,
met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
- zich met een voorwerp houdende een explosieve stof naar een woning, gelegen aan de [adres 2] , te begeven en/of
- voornoemd voorwerp houdende een explosieve stof te plaatsen en/of aan te brengen op/tegen, de voorgevel/voordeur van, althans in de directe nabijheid van, de woning aan de [adres 2] en/of
- (vervolgens) voornoemd voorwerp houdende een explosieve stof tot ontbranding/ontploffing te brengen, tengevolge waarvan een explosie is ontstaan,
terwijl de bewoners van voornoemde woning, te weten [slachtoffer 3] en/of haar partner in de woning lagen te slapen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
t.a.v. feit 4 primair:
hij op of omstreeks 31 juli 2022 te ’s-Hertogenbosch, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht door opzettelijk
- een voorwerp houdende een explosieve stof te plaatsen en/of aan te brengen op/tegen de voorgevel/voordeur van, althans in de directe nabijheid van, de woning aan de [adres 2] en/of
- (vervolgens) voornoemd voorwerp houdende een explosieve stof tot ontbranding/tot ontploffing te brengen,
terwijl de bewoners van voornoemde woning, te weten [slachtoffer 3] en/of haar partner in de woning lagen te slapen,
en daarvan gemeen gevaar voor aangrenzende en/of belendende woning(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen, te duchten was en/of
levensgevaar althans gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de zich in voornoemde woning bevindende personen, te weten [slachtoffer 3] en/of haar partner en/of anderen zich in omliggende woningen bevindende personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 juli 2022 te ’s-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een woning (gelegen aan de [adres 2] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of haar partner, in elk geval aan een ander toebehoorde(n), heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De zaak met parketnummer 10.173120.21 is aangebracht bij vordering van 22 november 2022. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de politierechter te Rotterdam d.d. 19 oktober 2021.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Beoordeling van het bewijs.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie concludeert tot vrijspraak van het onder feit 1 en onder feit 3 tenlastegelegde en stelt dat kan worden bewezen dat verdachte het onder feit 2 primair en onder feit 4 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging bepleit vrijspraak voor het onder feit 1 en feit 3 tenlastegelegde.
De verdediging stelt dat kan worden bewezen dat verdachte schuldig is aan het (medeplegen) van het veroorzaken van de explosies op 27 juli 2023 en 31 juli 2023 maar bepleit partiële vrijspraak voor het bestanddelen “levensgevaar” en “zwaar lichamelijk letsel” zoals tenlastegelegd onder feit 2 en onder feit 4. Voor het overige refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Vrijspraak van het onder feit 1 en feit 3 tenlastegelegde.
Verdachte is onder beide feiten (medeplegen) van poging tot moord dan wel doodslag tenlastegelegd.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat op grond van de inhoud van het eindproces-verbaal, het forensisch dossier en het onderzoek ter terechtzitting geen bewezenverklaring kan volgen voor de tenlastegelegde poging tot moord of poging tot doodslag (al dan niet in vereniging gepleegd).
Voor een bewezenverklaring van poging tot moord of poging tot doodslag is vereist dat verdachte opzet had, al dan niet in voorwaardelijke zin, op de dood van de bewoners van de woning dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan die bewoners.
De rechtbank overweegt dat, in aanmerking genomen de locatie van de explosie, de aard en constructie van de woningen, de kracht van de explosie en de plaats waar de bewoners zich op dat moment in de woning bevonden, niet is komen vast te staan dat er een aanmerkelijke kans bestond (een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten) dat de bewoners van de woningen (genoemd in de tenlastelegging) door het handelen van verdachte, te weten het veroorzaken van een explosie, zouden komen te overlijden of ten gevolge daarvan zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen.
Het feit dat een gevolg is ingetreden (zoals in dit geval beschadigingen aan de woning en andere goederen in de nabijheid) of had kunnen intreden (zoals zwaar letsel of overlijden van de bewoners) en ook de aard en de ernst van de door de explosies veroorzaakte schade maken niet dat er sprake was van een aanmerkelijke kans.
Zou er een aanmerkelijke kans hebben bestaan, dan kan niet worden vastgesteld dat deze door verdachte bewust is aanvaard.
De rechtbank neemt in aanmerking dat niet is vast komen staan dat verdachte wist dat er die nacht personen in de woning aanwezig waren en evenmin is komen vast te staan dat verdachte dat kon vermoeden (bijvoorbeeld omdat er licht in de woning brandde). Verdachte stelt dat hij ervan uit ging dat de bewoners niet thuis waren, maar op vakantie waren, zoals hem was verteld.
De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder feit 1 en onder feit 3 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring van feit 2 primair en feit 4 primair.
Verdachte is onder beide feiten tenlastegelegd (medeplegen van) het opzettelijk veroorzaken van een explosie, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Bewijsoverwegingen.
De rechtbank stelt voorop dat het opzet van verdachte slechts gericht hoeft te zijn op het teweegbrengen van de ontploffing en niet op het teweegbrengen van de gevolgen. Het is een feit van algemene bekendheid dat zwaar en illegaal vuurwerk (waaronder de gebruikte ladingen met flitspoeder vallen) bij een ontbranding een ontploffing teweeg kan brengen.
De door verdachte gebruikte explosieven werden, zoals blijkt uit het in het dossier aanwezige rapport van forensisch onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut
voor het eerst vooral bij zogenaamde plofkraken gebruikt en worden tegenwoordig in een breder verband toegepast (zoals bij aanslagen op woningen).
Gemeen gevaar voor goederen.
De rechtbank is van oordeel dat het handelen van verdachte en zijn medeverdachte(n) bij uitstek een situatie oplevert waarin naar algemene ervaringsregels gemeen gevaar voor de woning (inclusief de inboedel) en objecten in de nabijheid daarvan te duchten was, hetgeen zich ook heeft verwezenlijkt nu uit de vastgestelde feiten volgt dat bepaalde goederen door de ontploffing daadwerkelijk (fors) zijn beschadigd of zelfs zijn vernield. Ten aanzien van de tweede ontploffing geldt dat verdachte een soortgelijk pakket als bij de eerste woning tot ontploffing heeft gebracht, terwijl hij wist dat er bij de eerste ontploffing zeer krachtige explosie was gevolgd.
Levensgevaar voor een ander.
Om in een dergelijk geval als onder de feiten 2 en 4 is tenlastegelegd het levensgevaar voor in het bijzonder de bewoner(s) als vaststaand te kunnen aannemen is vereist dat uit de inhoud van wettige bewijsmiddelen volgt dat dat levensgevaar inderdaad te duchten was. Dit betekent dat het levensgevaar ten tijde van de explosie naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. Dat de dader zelf dat gevaar wellicht niet heeft voorzien, is in dat verband dus niet van belang. Dit is dus een ander criterium dan het voor feit 1 en 3 (poging moord/doodslag) vereiste opzet.
Met betrekking tot het veroorzaken van de explosie op 31 juli 2022 h is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende bewijs voorhanden is dat er gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of levensgevaar voor een ander te duchten was. Tijdens het ter plaatse door de politie verrichte forensisch
opsporingsonderzoek werd vastgesteld dat er schade aan het pand was veroorzaakt, die bestond uit een losgeraakte dakpan, een losgeraakte en ontzette
beschermingskap van een rolluik, een barst in een glazen afdak bij de voordeur en een scheur in de voorgevel van de woning. De schade paste in het beeld dat er in de voortuin een explosie had plaatsgevonden. Ook blijkt van een geringe hoeveelheid gebruikt flitspoeder (50-100 gram). Er waren geen ruiten gesneuveld en in de woning was niets beschadigd. De schade past volgens het verrichte forensisch onderzoek bij het beeld dat in de voortuin een explosie heeft plaatsgevonden.
Met betrekking tot het veroorzaken van de explosie op 27 juli 2022 (feit 2 primair) is de rechtbank van oordeel dat gelet op:
- het tijdstip waarop de ontploffing teweeg is gebracht (in de nachtelijke uren);
- het feit dat de bewoners in de woning aanwezig waren (en al lagen te slapen);
- de locatie waar de lading flitspoeder mortierbom tot ontploffing is gebracht (bij de
voordeur);
- de kracht van de explosie die af te leiden is uit de schade (zware beschadiging van
de voordeur, het voorportaal en de hal van de woning, gescheurde muren,
vernielde ruiten, puin (gevelplaten en bouwmateriaal) tot op 19 meter afstand van
de woning, de bestrating bij de voordeur waar het ontplofte pakket lag beschadigd
is en 2,5 tot 3 cm. lager ligt dan de andere bestrating);
- het aantreffen van glasscherven op de overloop en op de vloer van een
kinderslaapkamer en bloedsporen op de vloer van de overloop),
naar algemene ervaringsregels gemeten voor verdachte en zijn medeverdachte(n) voorzienbaar moet zijn geweest dat door hun handelen levensgevaar voor de bewoners van die woning te duchten was.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat gelet op:
- de verklaring van verdachte dat het plan voor het teweegbrengen van de explosies
door een ander is gemaakt, een ander de explosieven heeft verzorgd en hij door een
ander naar de locatie is gebracht waar de explosies plaats hebben gevonden;
- de omstandigheid dat verdachte nadat was gebleken dat de explosie op 27 juli 2022
bij de verkeerde woning had plaatsgevonden, hij zich door die ander heeft laten
bewegen opnieuw een explosie te veroorzaken op 31 juli 2022;
- de adressen waar de explosieven tot ontploffing moesten worden gebracht
door die ander aan verdachte bekend zijn gemaakt of zijn aangewezen;
- de verklaring van voornoemde chauffeur dat hem door een ander was gevraagd
een persoon naar ’s-Hertogenbosch te brengen en dat hij daarop met verdachte
naar s‘-Hertogenbosch is gereden,
het niet anders kan dan dat er sprake is geweest van een gezamenlijke organisatie. Daarbij is een en ander gepland en met elkaar afgestemd met een gemeenschappelijk doel, namelijk veroorzaken van explosies bij twee woningen. Er was sprake van een duidelijke rolverdeling, waarbij iemand verdachte en de chauffeur heeft benaderd, de chauffeur verdachte naar
’s-Hertogenbosch en daarna terug naar Rotterdam heeft gebracht, iemand de explosieven samenstelde en verdachte het explosief ter plaatse heeft geplaatst en ontstoken.
De verdachte is daarmee telkens een onmisbare schakel bij het tenlastegelegde geweest. Er is sprake geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestond uit een gezamenlijk plan en een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
Gebruikte bewijsmiddelen.
De rechtbank heeft bij de beoordeling acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.