Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
[bedrijf] Uitzendbureau B.V.uit Breda, de ex-werkgever
Rechtbank Oost-Brabant
Op 28 april 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer SHE 21/1081-H, waarin het beroep van eiser gegrond werd verklaard en de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand zijn gelaten. Echter, de rechtbank constateerde ambtshalve een kennelijke fout in de uitspraak. In overweging 5.1. stond ten onrechte dat het beroep ongegrond was verklaard, terwijl in overweging 7 en het dictum correct was dat het beroep gegrond werd verklaard. Deze fout leent zich voor eenvoudig herstel, zoals bedoeld in artikel 2.23 van het Procesreglement bestuursrecht rechtbanken (Niet-KEI zaken) 2017.
De rechtbank heeft partijen op 11 mei 2023 geïnformeerd over het voornemen om de uitspraak te rectificeren en hen de gelegenheid gegeven om zich over het herstel uit te laten. Aangezien partijen niet binnen de gestelde termijn hebben gereageerd, heeft de rechtbank besloten de uitspraak te herstellen. De rechtbank vervangt de tekst van overweging 5.1. door de correcte formulering dat het beroep van eiser gegrond is. Voor het overige blijft de uitspraak van 28 april 2023 ongewijzigd.
Deze hersteluitspraak is gedaan door mr. A.F. Vink, rechter, in aanwezigheid van E.H.J.M.T. van der Steen, griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 juni 2023. De uitspraak heeft geen invloed op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.