Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Verhees bewindvoering, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [rechthebbende]
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2023 met 24 producties;
- de brief van 3 mei 2023 van mr. Poort met de producties 25 en 26;
- de brief van 3 mei 2023 van mr. Houben met 1 productie;
- de mondelinge behandeling op 9 mei 2023;
- de pleitnota van mr. Poort;
- de pleitnotitie van mr. Houben.
2.De feiten
huurder zal (woon)begeleiding accepteren van Wij Eindhoven en Het Werkt. De wenselijkheid en duur hiervan staat ter beoordeling van de hulpverlenende instantie. Ook begeleiding voortvloeiend uit adviezen zal huurder accepteren;
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ten aanzien van de primaire vordering
nietverplicht is te verhelpen. Het eerste lid van artikel 7:206 BW legt de verhuurder de verplichting op desverlangd gebreken aan het gehuurde te herstellen, “tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van de verhuurder zijn te vergen”.
houdt er rekening mee dat omgekeerd ook de huurder jegens de verhuurder een aansprakelijkheid heeft ter zake van de toestand van het gehuurde, met name op grond van zijn verplichting tot het doen van kleine herstellingen (art. 217) en zijn verplichting zich als een goed huurder te gedragen (art. 213), die nader wordt bepaald door zijn aansprakelijkheid voor de personen bedoeld in art. 219. Voor gebreken waarvoor de huurder aldus aansprakelijk is, behoort de verhuurder het niet te zijn.
behoudens brandschadeen, bij huur van een onroerende zaak (of een deel ervan), schade aan de buitenzijde van het gehuurde. De Memorie van Toelichting [2] zegt hierover het volgende:
junks’, ‘kopen en gebruiken van drugs’, ‘personen die drugs gebruiken’, ‘vermoeden van handelen in drugs en aanloop van junks/gebruikers’, ‘drugsdealers en/of drugsgebruikers’, ‘drugshol’en ‘
verslavingsproblematiek van [gedaagde sub 2] , GHB en/of cocaïne”. Woonbedrijf heeft nagelaten om ter zake deze suggestie enige concrete en enigzins verifieerbare onderbouwing aan te leveren (uitgezonderd de meerbesproken anonieme meldingen uit de buurt). Woonbedrijf kondigde in haar dagvaarding weliswaar aan (randnummer 12) dat zij te die zake nog vóór de zitting beeldmateriaal in het geding zou brengen, doch dat heeft zij nagelaten. Op dit punt had tenminste – gezien de ernst en het gewicht van de suggestie – verwacht mogen worden dat Woonbedrijf berichten van de wijkagent in het geding in het geding zou brengen ter onderbouwing van de gesuggereerde drugsgerelateerdheid van de gestelde overlastklachten. Bij gebreke daarvan blijven de stellingen van Woonbedrijf op dit punt steken op het niveau van blote, niet onderbouwde beweringen. De voorzieningenrechter acht dit kwalijk omdat ernstige beschuldigingen gepaard dienen te gaan met een serieuze onderbouwing en bij gebreke daarvan achterwege behoren te blijven.
1.079,00