Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2023 in de zaak tussen
[eiseres] ., uit [vestigingsplaats] , eiseres
[naam]uit [woonplaats] (werkneemster)
Rechtbank Oost-Brabant
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiseres tegen de beslissing van het UWV om geen IVA-uitkering toe te kennen aan werkneemster. De rechtbank stelt vast dat het UWV werkneemster volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt heeft geacht. Eiseres, de werkgever, is het hier niet mee eens en voert aan dat werkneemster wel degelijk recht heeft op een IVA-uitkering. De rechtbank behandelt de argumenten van eiseres, waaronder de claim dat de verzekeringsarts onvoldoende onderzoek heeft gedaan en dat de door het UWV geselecteerde functies niet geschikt zijn voor werkneemster.
De rechtbank legt uit dat de beoordeling van arbeidsongeschiktheid gebonden is aan een wettelijk kader, zoals vastgelegd in de Wet WIA. De rechtbank concludeert dat het UWV zorgvuldig heeft gehandeld in zijn besluitvorming en dat de verzekeringsarts voldoende informatie heeft verzameld om tot zijn conclusie te komen. De rechtbank wijst erop dat de verzekeringsarts B&B geen persoonlijk contact met werkneemster heeft gehad, maar dat dit in dit geval niet noodzakelijk was gezien de beschikbare informatie.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat werkneemster geen recht heeft op een IVA-uitkering, omdat de geselecteerde functies binnen haar belastbaarheid vallen. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.