ECLI:NL:RBOBR:2023:2077

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
8 mei 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
01/125154-21
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht en bezit van kinderpornografisch materiaal door een verzorger van minderjarigen

In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 8 mei 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht met twee jonge meisjes en het bezit van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 1972, was verantwoordelijk voor de zorg van de meisjes, die respectievelijk 9 en 6 jaar oud waren ten tijde van de feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich gedurende een periode van meer dan tien jaar schuldig heeft gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben en toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, en bijzondere voorwaarden. De benadeelde partijen zijn niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de kwetsbaarheid van de slachtoffers en de lange periode van misbruik in aanmerking genomen bij het bepalen van de straf. De verdachte heeft verklaard spijt te hebben, maar toont onvoldoende inzicht in zijn daden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische rapportages die wijzen op een persoonlijkheidsstoornis en pedofilie. De opgelegde maatregel is bedoeld om de veiligheid van anderen te waarborgen en om de verdachte te begeleiden in zijn behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.125154.21
Datum uitspraak: 08 mei 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1972,
thans gedetineerd te: P.I. Grave.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 8 februari 2023 en 24 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 3 januari 2023.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
t.a.v. feit 1:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 mei 2020 tot en met 18 juni 2020 te Heesch, in elk geval in Nederland, (telkens) met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten onder meer
- het meermalen, althans eenmaal, duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, van die [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, betasten en/of aanraken van de bil(len) en/of de vagina, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, filmen en/of fotograferen van de bil(len) en/of de (ontblote) vagina, althans de (ontblote) schaamstreek, van die [slachtoffer 1] ,

terwijl die [slachtoffer 1] aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;

t.a.v. feit 2:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 17 mei 2020 tot en met 18 juni 2020 te Heesch, in elk geval in Nederland, (telkens) met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten onder meer
- het meermalen, althans eenmaal, betasten en/of aanraken van de bil(len) en/of de vagina, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 1] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, filmen en/of fotograferen van de bil(len) en/of de (ontblote) vagina, althans de (ontblote) schaamstreek, van die [slachtoffer 1] ,

terwijl die [slachtoffer 1] aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;

t.a.v. feit 3:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 juli 2017 tot en met 30 mei 2020 te Heesch, in elk geval in Nederland, met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het meermalen, althans eenmaal, betasten en/of aanraken van en/of knijpen in de bil(len) van die [slachtoffer 2] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, betasten en/of aanraken van de vagina, althans de schaamstreek, van die [slachtoffer 2] en/of
- het meermalen, althans eenmaal, filmen en/of fotograferen van de (ontblote) vagina, althans de (ontblote) schaamstreek, van die [slachtoffer 2] ,

terwijl die [slachtoffer 2] aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;

t.a.v. feit 4:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 19 september 2021, te Heesch, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens
afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s, en/of gegevensdragers, te weten onder meer een of meerdere notebook(s) en/of een of meerdere telefoon(s) en/of een of meerdere geheugenstick(s) en/of een of meerdere externe harde schijf/schijven en/of een USB stick,
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met (een) voorwerp(en) anaal penetreren van het eigen lichaam
bestandsnaam: [bestandsnaam 1] , p. 1 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 2] , p. 8 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 3] , p. 10 toonmap
en/of het met de penis en/of (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel
bestandsnaam: [bestandsnaam 4] , p. 6 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 5] , p. 14 toonmap
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandsnaam: [bestandsnaam 6] , p. 4 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 7] p. 11 toonmap
en/of het ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandsnaam: [bestandsnaam 8] p. 6 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 9] , p. 6 toonmap
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Inleiding.
Op 26 april 2021 wordt aan het Team Bestrijding Kinderpornografie en Kindersekstoerisme van de Eenheid Oost-Brabant informatie verstrekt over een onbekende verdachte die onder de naam “ [naam] ” actief is op een website op het Dark-Web/Tor netwerk, te weten de website
[website] .Van deze website is bekend dat daarop kinderpornografische afbeeldingen worden gedeeld. De onbekende verdachte zou al langere tijd actief zijn op deze website. Middels een verkregen IP-adres komt verdachte in beeld bij de politie. In september 2021 wordt verdachte aangehouden op verdenking van bezit kinderpornografie. Op het moment van de inval zit verdachte achter zijn laptop. Op de laptop staan dan verschillende kinderpornografische sites open.
In zijn woning worden gegevensdragers in beslag genomen, waarop een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen worden aangetroffen. Daarnaast kwam uit het onderzoek naar voren dat er sprake was van vermoedelijk door verdachte zelf vervaardigde afbeeldingen waarbij tevens sprake was van door hem gepleegde ontucht met twee jonge vriendinnetjes van zijn zoontje.
Op grond hiervan zijn de feiten 1 tot en met 4 aan verdachte ten laste gelegd.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie acht alle feiten die aan de verdachte ten laste zijn gelegd wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de feiten 1 tot en met 4 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard en refereert zich om deze reden aan het oordeel van de rechtbank. De verdediging merkt daarbij op dat de feiten 1 en 2 in eendaadse samenloop zijn gepleegd.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
Op grond van de bekennende verklaring van verdachte ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten, in samenhang bezien met de bewijsmiddelen zoals opgenomen in het dossier, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder de feiten 1 tot en met 4 ten laste gelegde heeft begaan op de wijze zoals in de bewezenverklaring is vermeld.
Ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen overweegt de rechtbank als volgt. Op basis van de bekennende verklaring van verdachte in samenhang met het aangetroffen beeldmateriaal is er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden dat verdachte filmbeelden heeft gemaakt van de door hem gepleegde ontuchtige handelingen met de twee vriendinnetjes van zijn zoontje. Nu dit echter niet is verfeitelijkt in de tenlastelegging kan de rechtbank niet kan komen tot een bewezenverklaring van het vervaardigen van kinderporno. De rechtbank spreek verdachte daarom partieel vrij van dit onderdeel. De rechtbank zal het feit dat verdachte kinderporno heeft vervaardigd echter wel meenemen in de strafmaat.
De rechtbank volstaat ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte de bewezenverklaarde feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en ten aanzien daarvan geen vrijspraak is bepleit.
De bewijsmiddelen:
  • de verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 24 april 2023;
  • het proces-verbaal van bevindingen (p. 154, 156, 157, 160, 161, 163, 165 – 175 en 177);
  • het uittreksel uit de geboorteakte betreffende [slachtoffer 1] (p. 326);
  • het uittreksel uit de geboorteakte betreffende [slachtoffer 2] (p. 334);
  • het proces-verbaal beschrijving kinderpornografische afbeeldingen (p. 62, 63. 68 – 72, 75 – 77, 79 en 80); en
  • het aanvullend proces-verbaal van bevindingen (p. 1 en 2).

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
t.a.v. feit 1:
in de periode van 17 mei 2020 tot en met 18 juni 2020 te Heesch met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , te weten onder meer
- het duwen en/of brengen en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, vinger tussen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en
- het meermalen betasten en/of aanraken van de billen en/of de schaamstreek, van die [slachtoffer 1] en
- het meermalen filmen van de billen en/of de (ontblote) schaamstreek, van die [slachtoffer 1] ,

terwijl die [slachtoffer 1] aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;

t.a.v. feit 2:
in de periode van 17 mei 2020 tot en met 18 juni 2020 te Heesch met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten onder meer
- het meermalen betasten en/of aanraken van de billen en de schaamstreek, van die [slachtoffer 1] en
- het meermalen filmen van de billen en/of de (ontblote) schaamstreek, van die [slachtoffer 1] ,

terwijl die [slachtoffer 1] aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;

t.a.v. feit 3:
op 9 juli 2017 te Heesch met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten - het meermalen betasten en/of aanraken van en/of knijpen in de billen van die [slachtoffer 2] terwijl die [slachtoffer 2] aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd
en
op 30 mei 2020 te Heesch met [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] 2011, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten - het meermalen filmen van de schaamstreek, van die [slachtoffer 2] ,
terwijl die [slachtoffer 2] aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd.
t.a.v. feit 4:
in de periode van 1 maart 2020 tot en met 19 september 2021 te Heesch afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of gegevensdragers, te weten notebooks en een telefoon en geheugensticks en externe harde schijven en/of een USB stick,
bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met een voorwerp anaal penetreren van het eigen lichaam
bestandsnaam: [bestandsnaam 10] , p. 1 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 2] , p. 8 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 3] , p. 10 toonmap
en/of
het met de handen betasten/aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel
bestandsnaam: [bestandsnaam 4] , p. 6 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 5] , p. 14 toonmap
en/of
het gedeeltelijk naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandsnaam: [bestandsnaam 6] , p. 4 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 7] p. 11 toonmap
en/of
het houden van een penis bij/naast het gezicht van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
bestandsnaam: [bestandsnaam 8] p. 6 toonmap
bestandsnaam: [bestandsnaam 9] , p. 6 toonmap
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie vordert een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Aan deze voorwaardelijke straf dienen de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering zijn geadviseerd, te worden verbonden. Daarnaast vordert de officier van justitie oplegging van de gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf passend is, maar dat een gedragsbeïnvloedende- en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z Sr niet noodzakelijk is, gelet op de bijzondere voorwaarden die kunnen worden gekoppeld aan de voorwaardelijke gevangenisstraf. Ten aanzien van de hoogte van de op te leggen straf, refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De ernst van de bewezen verklaarde feiten.
Verdachte heeft zich ten aanzien van de destijds 9-jarige [slachtoffer 1] (hierna [slachtoffer 1] ) en de destijds 6-jarige en vervolgens 8-jarige [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) schuldig gemaakt aan het plegen van ontucht.
Bij [slachtoffer 1] is verdachte daarbij zelfs seksueel binnengedrongen door met zijn vinger tussen de schaamlippen te gaan. Dit alles terwijl de jonge meisjes aan de zorg en waakzaamheid van verdachte waren toevertrouwd.
Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben en de toegang verschaffen tot kinderpornografisch materiaal waarvan hij een gewoonte heeft gemaakt. Verdachte heeft verklaard dat hij gedurende meer dan 10 jaar kinderporno heeft gedownload.
In totaal werden ruim tien miljoen vierhonderd en vijftigduizend (10.450.000) afbeeldingen (foto’s en video’s) aangetroffen. Vanwege de grote hoeveelheid is besloten een selectie van 35% hiervan te beoordelen op strafbaarheid. In deze selectie kwamen ruim 314.000 afbeeldingen voor die als kinderpornografisch zijn beoordeeld.
De andere 65% van de afbeeldingen betroffen een soortgelijke collectie maar is niet nader onderzocht. De rechtbank stelt vast dat verdachte een extreem grote hoeveelheid kinderpornografisch afbeeldingen in bezit had. Daarbij geldt dat de vervaardiging van iedere afbeelding gepaard is gegaan met ernstig misbruik en exploitatie van (soms zeer jonge) kinderen. Verdachte is aldus mede verantwoordelijk te houden voor dat misbruik, omdat hij door kinderporno te verzamelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van de vraag naar dergelijk strafbaar beeldmateriaal.
Dat verdachte, zoals hij stelt, de bewezen verklaarde feiten heeft gepleegd voor ‘onderzoeksdoeleinden’ acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig.
De rechtbank neemt voorts in strafverzwarende zin mee dat verdachte opnames heeft gemaakt van het door hem met de meisjes [slachtoffers 1 en 2] gepleegde misbruik. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . waren vriendinnetjes van het zoontje van verdachte en de meisjes kwamen regelmatig bij hem thuis. Verdachte heeft met zijn handelen misbruik gemaakt van het vertrouwen dat de ouders van de meisjes in hem stelden door met een vooropgezet plan bij [slachtoffer 1] seksueel binnen te dringen en met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . ontucht te plegen, terwijl hij dit heimelijk filmde. Verdachte ging daarbij op zeer slinkse wijze te werk. Hij heeft zich geen enkel moment bekommerd om de mogelijke gevolgen van zijn handelen voor de jonge meisjes.
Verdachte heeft door zijn handelenberokkend inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de meisjes en hun lichamelijke integriteit aangetast. Dat de meisjes er tot op heden geen blijk van geven hiervan schade te hebben ondervonden doet daaraan niet af. Uit de toelichting op de vorderingen van de benadeelde partijen en de ter terechtzitting voorgedragen slachtofferverklaringen blijkt dat de ouders van de meisjes leed is berokkend. Ook verkeren zij in angst en onzekerheid of verdachte het beeldmateriaal dat hij van de meisjes heeft vervaardigd niet heeft verspreid op het internet.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies d.d. 13 april 2023 en de aanvullende psychologische Pro Justitia rapportage d.d. 26 januari 2023. Uit de Pro Justitia rapportage blijkt – kort samengevat – dat verdachte lijdend is aan een anders gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met vooral narcistische en dwangmatige trekken en pedofilie van het niet-exclusieve type. De persoonlijkheidsstoornis bestond ten tijde van het bewezenverklaarde. Ook verklaart de pedofilie de belangstelling voor hetgeen bewezen is verklaard. Ondanks een duidelijk verband tussen de persoonlijkheidspathologie en het handelen van verdachte heeft de deskundige geen beperking van zijn wilsvrijheid kunnen constateren. Er was geenszins sprake van handelingen waarbij verdachte geen besef had van wat hij deed en de deskundige adviseert dan ook niet tot het vaststellen van enige vermindering van de toerekenbaarheid. De rechtbank neemt deze conclusies over.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij walgt van zichzelf en heeft spijt betuigd. Toch neemt hij slechts in beperkte mate verantwoordelijkheid voor zijn strafbaar handelen. In het nadeel van verdachte weegt de rechtbank bij de strafoplegging dan ook mee dat hij geen blijk geeft van inzicht in hetgeen heeft geleid tot het verrichten van zijn strafbare handelingen. Verdachte blijft zich verschuilen achter zijn verklaring dat hij onderzoek deed naar daders van kindermisbruik en neemt daardoor niet de gehele verantwoordelijkheid voor wat hij heeft aangericht met zijn handelen.
De op te leggen straf.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank voor wat betreft feit4 aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten, waarbij de rechtbank niet alleen uitgaat van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen maar ook van het vervaardigen daarvan Voor wat betreft de feiten 1 tot en met 3 heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd. De oriëntatiepunten en jurisprudentie dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 12 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
De rechtbank zal de opgelegde gevangenisstraf voor een deel voorwaardelijk opleggen, om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zullen na te noemen bijzondere voorwaarden worden gekoppeld.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
De op te leggen maatregel.
De door de officier van justitie gevorderde maatregel ex artikel 38z Sr is een maatregel van toezicht waarmee door het stellen van voorwaarden ter bescherming van de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen of goederen na een detentie of terbeschikkingstelling langdurig toezicht kan worden gehouden op daders van zedenfeiten of ernstige geweldsfeiten.
Anders dan de verdediging ziet de rechtbank in de aard en ernst van de gepleegde delicten, de omstandigheden waaronder deze delicten zijn begaan en de persoon van verdachte aanleiding ter bescherming van de algemene veiligheid van personen, voormelde maatregel op te leggen. De rechtbank heeft het volgende in haar overwegingen betrokken.
De reclassering adviseert in haar rapport d.d. 13 april 2023 om over te gaan tot oplegging van deze maatregel nu sprake is van een ernstig zedendelict in combinatie met bij verdachte vastgestelde persoonlijkheidsproblematiek en pedoseksuele interesses dan wel geaardheid. Vanwege de aard, de duur van het (delict) gedrag en de zienswijze van verdachte wordt een langer durende begeleiding, controle en behandeling noodzakelijk geacht. Enkel het opleggen van een gevangenisstraf zal volgens de deskundige voor onvoldoende verandering kunnen zorgen.
De rechtbank acht het noodzakelijk dat verdachte aan het einde van de detentie of voorwaardelijke invrijheidsstelling langdurig onder toezicht kan worden gesteld om het recidiverisico op dat moment (nogmaals) in kaart te brengen en (indien alsdan nodig) een behandeling voor de persoonlijkheidsproblematiek te doen plaatsvinden. Ook kan op dat moment worden bekeken of het in het kader van het recidiverisico noodzakelijk is om verdachte te begeleiden.
De rechtbank is van oordeel dat een eventuele behandeling en begeleiding in het kader van bijzondere voorwaarden niet volstaat. Verdachte ontkent dat bij hem sprake is van pedofilie en heeft aldus onvoldoende probleembesef en/of ziekte-inzicht. Indien verdachte zich niet kan of wenst te conformeren aan een noodzakelijk geachte behandeling kan hij ervoor kiezen om deze behandeling niet aan te gaan, maar in plaats daarvan het voorwaardelijk strafdeel uit te zitten met alle (recidive)risico’s van dien.
Gelet op de aard en ernst van de feiten en de persoon van verdachte is de rechtbank van oordeel dat de mogelijkheid van een langdurig(er) toezicht dan bij een voorwaardelijke invrijheidsstelling, na detentie dan ook open moet worden gehouden.
Aan de bij de wet gestelde eisen voor het opleggen van de maatregel wordt voldaan. Verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf wegens misdrijven, die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en de rechtbank acht de maatregel noodzakelijk ter bescherming van de algemene veiligheid van personen.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .

De benadeelde partij vordert een bedrag van 1.500,00 euro aan immateriële schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie is van mening dat de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering nu er sprake moet zijn van een bepaalde mate van schade door het handelen van verdachte. Dergelijke schade aan de zijde van de benadeelde partij is niet vastgesteld.
Beoordeling.
Uit het dossier (pagina 325) blijkt dat [slachtoffer 1] niet is gehoord in verband met de door verdachte gepleegde strafbare feiten, nu zij aan de ouders geen enkele uitlating heeft gedaan omtrent hetgeen is voorgevallen en [slachtoffer 1] de handelingen van verdachte kennelijk niet heeft ervaren of opgevat als strafbare handelingen. Nu een nadere onderbouwing van de gestelde schade ontbreekt is niet eenvoudig vast te stellen in hoeverre schade door de benadeelde partij is geleden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de kosten van partijen compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .

De benadeelde partij vordert een bedrag van 1.000,00 euro aan immateriële schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie is van mening dat de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kan worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering nu er sprake moet zijn van een bepaalde mate van schade door het handelen van verdachte. Dergelijke schade aan de zijde van de benadeelde partij is niet vastgesteld.
Beoordeling.
Uit het dossier (pagina 343) blijkt dat [slachtoffer 2] . niet is gehoord in verband met de door verdachte gepleegde strafbare feiten, nu zij aan de ouders geen enkele uitlating heeft gedaan omtrent hetgeen is voorgevallen en [slachtoffer 2] . de handelingen van verdachte kennelijk niet heeft ervaren of opgevat als strafbare handelingen. Nu een nadere onderbouwing van de gestelde schade ontbreekt is niet eenvoudig vast te stellen in hoeverre schade door de benadeelde partij is geleden. De rechtbank zal de benadeelde partij daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
De benadeelde partij kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de kosten van partijen compenseren aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
14a, 14b, 14c, 38z, 55, 57, 240b, 244, 247, 248 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
t.a.v. feit 1:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
t.a.v. feit 2:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
de feiten 1 en 2 begaan in eendaadse samenloop;
t.a.v. feit 3:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
t.a.v. feit 4:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straf en maatregel.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4:
een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 12 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
En stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat verdachte zich meldt volgens afspraak of anders binnen 48 uur na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland, locatie ’s-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, telefoonnummer 088-8041504. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat veroordeelde zich laat behandelen door een forensische zorgverlener te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra veroordeelde aangenomen is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- dat veroordeelde op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- dat veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is; en
- dat veroordeelde zoveel mogelijk contact vermijdt met minderjarigen. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde dat er een handelingsbekwame volwassen, door de reclassering aangewezen contactpersoon, hierbij aanwezig is. Voorgaande zolang de reclassering dit nodig vindt.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4:
een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] :
Bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding.
Compenseert de kosten van partijen, aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
Bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding.
Compenseert de kosten van partijen, aldus dat elke partij haar eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.A. van Roosmalen, voorzitter,
mr. H.M. Hettinga en mr. J.J.A. Donkersloot, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F.H.R.M. Robbers, griffier,
en is uitgesproken op 08 mei 2023.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren opgenomen in het einddossier van de politie Eenheid Oost-Brabant, Team Kinderporno, onderzoeksnummer OBRBD21014, onderzoek [onderzoeksnaam] , afgesloten op 12 december 2022, aantal pagina’s: 1 tot en met 365. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen opgenomen in genoemd einddossier.