I. Essentie van het geschil
l. De verzoeker [slachtoffer 2] heeft een verzoekschrift ingediend bij het gerecht met verzoek om een gerechtelijke toestemming af te geven voor de terugkeer van de minderjarige dochter [slachtoffer 1] , van hem en van de belanghebbende [verdachte] , vanuit de Republiek Litouwen naar het land van haar gewone verblijfplaats - het Koninkrijk der Nederlanden.
2. De verzoeker gaf aan dat hij en de belanghebbende persoon [verdachte] de ouders zijn van het minderjarig kind [slachtoffer 1] dat op [geboortedatum 2] 2017 werd geboren. De gewone verblijfplaats van de dochter is in Nederland, waar zij vanaf haar geboorte heeft gewoond en waar voor haar alle geschikte leefomstandigheden werden gecreëerd. De moeder heeft in februari 2019 het kind meegenomen vanuit Nederland en houdt haar ongeoorloofd vast in Litouwen, zonder toestemming van de verzoeker. De verzoeker stemde daarmee in uitsluitend voor de vakantie van het kind, om met de moeder voor 4 weken naar Litouwen te gaan, maar niet voor een duurzaam verblijf.
(…)
Omtrent de (on)geoorloofdheid van de overbrenging van het kind vanuit het Koninkrijk der Nederlanden en het vasthouden in de Republiek Litouwen
24. In het onderzochte geval werd vastgesteld dat de verzoeker [slachtoffer 2] , de belanghebbende [verdachte] en hun dochter [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2017) alle drie samen hebben gewoond in het huis van de verzoeker in het Koninkrijk der Nederlanden tot het vertrek op 2 februari 2019 van de belanghebbende met dochter naar de Republiek Litouwen. Sindsdien is de betrokken niet teruggekomen naar het Koninkrijk der Nederlanden. Vanaf 21 februari 2019 is de woonplaats van de betrokkene persoon en van [slachtoffer 1] gedeclareerd in Litouwen, in Gargzdai, op het adres van de ouders van [verdachte] .
25. Op grond van art. 2 lid 11 van de Verordening (
de rechtbank begrijpt: Verordening (EG) Nr. 2201/2003 van de Raad van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid) is het overbrengen of niet doen terugkeren van een kind ongeoorloofd indien: dit geschiedt in strijd met het recht van gezag dat ingevolge een beslissing, van rechtswege of bij een rechtsgeldige overeenkomst is toegekend overeenkomstig het recht van de lidstaat waar het kind onmiddellijk voor zijn overbrenging of niet doen terugkeren, zijn gewone verblijfplaats had; en b) indien dit recht van gezag op het tijdstip van overbrenging of niet doen terugkeren, alleen of gezamenlijk, daadwerkelijk werd uitgeoefend, dan wel zou zijn uitgeoefend indien een zodanige gebeurtenis niet had plaatsgevonden. Het gezag wordt geacht gezamenlijk te worden uitgeoefend als een van de personen die, ingevolge een beslissing of van rechtswege, de ouderlijke verantwoordelijkheid draagt, de verblijfplaats van het kind niet kan bepalen zonder de instemming van een andere persoon die de ouderlijke verantwoordelijkheid draagt. In art. 3 Verdrag van 's-Gravenhage wordt vastgesteld dat het overbrengen of het niet doen terugkeren van een kind als ongeoorloofd wordt beschouwd, wanneer: a) dit geschiedt in strijd met een recht van gezag, dat is toegekend aan een persoon, een instelling of enig ander lichaam, alleen of gezamenlijk, ingevolge het recht van de Staat waarin het kind onmiddellijk voor zijn overbrenging of vasthouding zijn gewone verblijfplaats had; en b) dit recht alleen of gezamenlijk daadwerkelijk werd uitgeoefend op het tijdstip van het overbrengen of het niet doen terugkeren, dan wel zou zijn uitgeoefend, indien een zodanige gebeurtenis niet had plaatsgevonden. Het recht van gezag, dat in lid a) is vastgesteld, kan toegekend worden op grond van de wet of op grond van de rechterlijke beslissing of de beslissing van de administratieve institutie of op grond van de overeenkomstig die rechtsgeldig is volgens de wetten van dat land.
26. In deze zaak verschillen partijen niet van mening dat de vaste woonplaats van het kind voor het overbrengen het Koninkrijk der Nederlanden was. De verzoeker bestrijdt niet dat hij had ingestemd met het vertrek van [verdachte] met hun dochter naar de Republiek Litouwen. Daarom heeft het gerecht in eerste aanleg terecht geconstateerd dat het overbrengen van het kind, in het kader van het Verdrag van 's-Gravenhage en de Verordening, geoorloofd is. Maar het rechterlijke college ziet geen grondslag om het eens te zijn met de conclusie van het gerecht in eerste aanleg dat de verzoeker instemde met het verblijf in de Republiek Litouwen en dat daarom het vasthouden van het kind in de Republiek Litouwen geoorloofd is.
27. Het rechterlijke college oordeelt dat door het gerecht in eerste aanleg genoemde uitwisseling van berichten, tussen de verzoeker en [verdachte] in de geappelleerde beschikking, geen bevestiging is dat de verzoeker niet tegen het blijven van de belanghebbende en de dochter in de Republiek Litouwen was. Er moet opgemerkt worden dat de e-mails in het dossier op 12 februari 2019 werden geschreven. Op dat moment waren 4 weken nog niet verstreken (de periode waarvoor de verzoeker de toestemming had gegeven om [slachtoffer 1] in de Republiek Litouwen vast te houden) na het meenemen van het meisje. Daarom betekent het feit - dat de verzoeker in de genoemde brieven niet vraagt om de dochter terug te brengen naar het Koninkrijk der Nederlanden - niet dat de verzoeker instemt met het blijven van de dochter in Litouwen, des te meer omdat in de genoemde brieven zelfs niet gesproken wordt over de plannen van [verdachte] en [slachtoffer 1] om terug te keren naar het Koninkrijk der Nederlanden. Bovendien merkt het rechterlijke college op dat de stukken in het dossier bevestigen dat de verzoeker onverwijld contact heeft opgenomen met de bevoegde instelling in het Koninkrijk der Nederlanden omtrent het terugkeren van het kind wegens het ongeoorloofde vast houden, toen na de afgesproken 4 weken de belanghebbende met de dochter niet terugkwam naar het Koninkrijk der Nederlanden (op 4 maart 2019 heeft de verzoeker contact opgenomen met de centrale institutie van het koninkrijk der Nederlanden, op 26 maart 2019 werd het verzoek van de verzoeker doorgestuurd naar de Raad. Dat bevestigt dat de verzoeker, in tegenstelling tot de bewering van het gerecht in eerste aanleg, tegen een langer dan 4 weken verblijf van zijn dochter in de Republiek Litouwen was.
28. De rechten van de moeder en van de vader zijn gelijk over kinderen. Het ouderlijk gezag van de vader [slachtoffer 2] over zijn minderjarige dochter is niet beperkt. Er is geen reden om te beweren dat de verzoeker geen gebruik heeft gemaakt van het recht van ouderlijk gezag. Hij naam (
de rechtbank begrijpt: nam) deel aan de verzorging en de opvoeding van het kind. De omstandigheid, dat de verzoeker was gestopt met het onderhouden nadat de belanghebbende met de dochter vanuit het huis van de verzoeker was verhuisd of de omstandigheid dat hij nauwelijks contact had met het meisje nadat zij naar Litouwen werd gebracht (heeft één keer contact met haar gehad), biedt geen grondslag voor de bewering dat de verzoeker geen gebruik heeft gemaakt van het recht van het ouderlijke gezag. Op dit moment kan de verzoeker geen volledig gebruik maken van het recht van ouderlijk gezag wegens het vasthouden van het kind in de Republiek Litouwen.
29. Na de beoordeling van de vastgestelde omstandigheden en rekening houdend met het feit - dat tot de komst van het kind naar Litouwen alle twee ouders op gelijke wijze gebruik hebben gemaakt van het recht van het ouderlijk gezag; dat de verzoeker aan [verdachte] de toestemming had gegeven om met [slachtoffer 1] 4 weken in Litouwen door te brengen - kan gesteld worden dat het vast houden van het meisje vanaf 2 maart 2019 in de Republiek Litouwen ongeoorloofd is.
- een van de stukken deel uitmakend proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de
rechter-commissaris op 12 september 2022, onder meer inhoudende als verklaring
van verdachte:
Omstreeks 01 februari 2019 ben ik met [slachtoffer 1] naar Litouwen gegaan.
Met meneer [naam 1] heb ik tenminste twee keer of meer besproken hoe het zou gaan als ik zou vertrekken. De tweede keer dat wij spraken was dat ik zei dat ik voor altijd weg zou gaan en dat ik in Litouwen zou blijven.
Op (ik meen) 21 februari 2019 heb ik in Litouwen laten registreren dat [slachtoffer 1] in
Litouwen woont en op welke adres zij werd geregistreerd.
Ik heb [slachtoffer 1] geregistreerd in Litouwen en ik heb daarover geen overleg gevoerd met de heer [naam 1] .
- de schriftelijke bescheiden, te weten de op verzoek van de officier van justitie aan het dossier toegevoegde chatberichten tussen verdachte en de vader, weergegeven op pagina’s 30, 31, 43, 54, 56, 57, 71, 74, 100 en 108, voor zover inhoudende:
p. 30:
11 februari 2019:
verdachte:
Hella, could you send me some of mine and [slachtoffer 1] things?
15 feb. 2019:
verdachte:
Hella [slachtoffer 2] , i need for kindergarden [slachtoffer 1] vaccination page (purple white) and birth certificate. Can you send them with registered post to [adres] , Gargzdai, Lithuania.
p. 31:
15 februari 2019:
verdachte:
She is not kidnapped, you know where she is and you can carne to see her. I am still thinking if i want this deal or i want to go to court. 1 have to think this through, she is very attached to me.
p. 43:
27 februari 2019:
vader:
So if I am correct you have no intention to let me have [slachtoffer 1] ? And you are not bringing her back to me this week or let me pick her up?
Verdachte: we need some different agreement, i think,
vader: I will make no other agreement than the one we had at this moment. You are not keeping your end of the promise already after the time she should be with me for a few weeks.
p. 54:
8 maart 2019:
verdachte:
You had a zombie on your coach which started planning the Big escape. for me it was hell with no way out. And you were the guard in the tower. 1 couldnt reach you as a person and you couldnt reach me.
p. 56:
28 februari 2019:
vader:
My lawyer asked me to send you this link [internet link 1] .
[internet link 2] .
p.57:
Verdachte:
You don’t need to inform about kidnapping now, can do it later, after few weeks. At the moment you know what I want.
p. 71:
6 maart 2019:
vader:
You are making it more difficult than it had to be by kidnapping our child. You also have your parents and family to support you. I haven't seen [slachtoffer 1] tor more than a month. (…)
verdachte:
I also have to adapt to changes, the family we had is gone, and about [slachtoffer 1] , its just divorces are messed up often, at some point you will see her, its temporary.
p. 72:
1. was the main carer of the child, so she stays with the main carer. At the moment she needs stability and i will give it as long as i can, it doesn’t make me happy to be this way, its going to be stressful in the future, but it makes her happy. She needs mother tor life, a nanny wont do. And she is being taken care in a better way then it was in Netherlands.
p. 74:
1. think it called mothers instinct, i am a good person, but i cant make you and [slachtoffer 1] happy at the same time.
p. 100:
28 februari 2019:
verdachte:
Hello, my lawyer can wrap up a divorce and custody agreement in couple months. l could translate everything officially. The agreement would be you get [slachtoffer 1] 8 weeks per year, (if divorced fathers get children 1 day a week, that counts to this amount).
When she gets older, it can be expanded according to her wishes.
vader:
I don't agree with that arrangement. And I am not planning to wait a couple months to have [slachtoffer 1] . We agreed at 50/50 custody.
vader:
This is what you do when I even trust you enough to take [slachtoffer 1] for a maximum of 4 weeks to Lithuania so that we could both calm down. I wanted when you where back to talk everything over and make a plan together what we both agreed on. As long as you keep [slachtoffer 1] against my will in Lithuania I will not sign anything. You are using our child as leverage.
p. 108-109:
4 maart 2019:
vader:
I haven’t seen her for a month and find out you registered her in Lithuania without consulting me. I don’t agree with that.
verdachte:
I don’t know how we will solve this peacefully. Maybe we need a mediator. solving this personally is way too difficult.
(…) The question would be what to solve and how. To give you possibility to see [slachtoffer 1] this way? Try to look for physically easy job so i would stay in Netherlands? Or just come for short stays? 1 am trying to figure this out as well.
- de op verzoek van de verdediging aan het dossier toegevoegde vertaling uit het Litouws van het vonnis van het Kantongerecht van Taurage, namens de Republiek Litouwen van 8 september 2020, voor zover inhoudende
De regeling voor omgang van [slachtoffer 2] met minderjarige dochter [slachtoffer 1] te bepalen als volgt: . ·
de verweerder heeft het recht met de dochter in aanwezigheid van de verzoekster tot 8 weken per jaar in Litouwen te omgaan totdat dochter 5 jaar oud wordt. De verweerder moet over aanstaande vakanties en voornemen om tijd met dochter door te brengen de verzoekster uiterlijk voor 10 dagen mededelen;
de verweerder heeft het recht met de dochter tot 8 weken per jaar in Nederland te omgaan, als de dochter 5 jaar oud wordt, met het voorbehoud dat de verweerder vooraf de dochter had bezoekt en er emotionele betrekkingen tussen hun zijn. Tijd van omgang kan niet langer dan 14 dagen achtereenvolgens duren;
3) als de dochter 5 jaar oud wordt, heeft de verweerder het recht in even jaren de dochter naar Nederland voor Kerstavond en Kerstmis op te halen en in oneven jaren voor Oudejaar en Paasfeest.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de pleegperiode dat uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte vanaf 2 maart 2019 [slachtoffer 1] daadwerkelijk aan het gezag van haar vader onttrok, omdat op die datum de toestemming van vader dat [slachtoffer 1] in Litouwen verbleef eindigde. De rechtbank hanteert als einddatum van de pleegperiode het moment waarop door het Kantongerecht van Taurage een omgangsregeling is bepaald. Hoewel er in het dossier aanwijzingen bestaan dat verdachte ook hieraan geen of onvoldoende navolging geeft, ontbreekt het aan bewijs dat zij ook vanaf dat moment nog opzettelijk [slachtoffer 1] aan het gezag van vader onttrokken heeft.