ECLI:NL:RBOBR:2023:2035
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter en de gehele rechtbank Oost-Brabant
Op 1 maart 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, die zich gedagvaard voelde door de besloten vennootschappen [naam] B.V. en Advocatenkantoor [naam] B.V. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een mondelinge behandeling die op 26 januari 2023 had plaatsgevonden. Verzoeker stelde dat hij niet alleen de rechter, mr. J.P.M. van der Ham, maar de gehele rechtbank Oost-Brabant wraakte, omdat hij meende dat er sprake was van eenzijdigheid, partijdigheid en corruptie binnen de rechtbank. Hij voerde aan dat hij in de afgelopen drie jaar onrecht was aangedaan en eiste een onafhankelijk onderzoek naar de betrokken rechters.
De rechter reageerde op het wrakingsverzoek en gaf aan dat er geen feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen. De wrakingskamer oordeelde dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen de individuele rechter die de hoofdzaak behandelt. Het verzoek tot wraking van de gehele rechtbank werd daarom niet-ontvankelijk verklaard, terwijl het verzoek tot wraking van de rechter werd afgewezen, omdat verzoeker geen relevante feiten of omstandigheden had aangedragen die duidden op partijdigheid.
De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking van de gehele rechtbank en wees het verzoek tot wraking van de rechter af. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 1 maart 2023, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.