ECLI:NL:RBOBR:2023:1952

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
24 april 2023
Zaaknummer
01/993361-20
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen en bedreiging in de context van synthetische drugsproductie

Op 25 april 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet, gericht op de productie en handel in synthetische drugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het voorbereiden van de productie van fentanyl en andere synthetische drugs, en dat hij bedreigingen heeft geuit aan een medeverdachte. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 24 maanden, met aftrek van het voorarrest, en een geldboete van € 15.000,-- subsidiair 110 dagen hechtenis. De verdachte werd vrijgesproken van het aanwezig hebben van 1280 gram fentanyl, omdat het bewijs, bestaande uit een vingerafdruk en OVC-gesprekken, onvoldoende was om tot een bewezenverklaring te komen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich niet rekenschap had gegeven van de schadelijke gevolgen van zijn handelen en dat zijn gedrag een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormde. De rechtbank heeft ook de voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, omdat hij de voorwaarden van de schorsing had overtreden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01/993361-20
Datum uitspraak: 25 april 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979,
ingeschreven te [woonadres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 september 2021, 15 november 2021, 11 februari 2022, 11 mei 2022, 31 augustus 2022 en 11 april 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 3 augustus 2021.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 15 november 2021 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
primair:
hij op of omstreeks 03 februari 2020, althans op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 3 februari 2020, althans op enig moment, te Eindhoven, en/of elders in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of aanwezig heeft gehad, ongeveer 1280 gram (netto) fentanyl, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende fentanyl, zijnde fentanyl een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
subsidiair:
hij op of omstreeks 03 februari 2020 althans op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 3 februari 2020,althans op enig moment, te Eindhoven en/of elders in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van fentanyl, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende fentanyl, zijnde fentanyl een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden of te bevorderen,
-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
-zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s)wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en).
immers heeft hij en/of zijn medeverdachte(n) met doel de beschikking gehad over een hoeveelheid fentanyl;
2
.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 19 mei 2021 te [gemeente] , althans (elders) in Nederland en/of Oekraïne, althans (elders) in Europa, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of LSD en/of mefedron en/of cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of metamfetamine zijnde amfetamine en/of metamfetamine, (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
-zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
-voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s)wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
immers heeft/hebbende hij en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe

1. (communicatie met [betrokkene] )

- contact gelegd en onderhouden met [betrokkene] en/of
- een of meer jerrycans bevattende een of meer hoeveelhe(i)d(en) BMK voorhanden gehad en/of
- een of meer opslaglocaties voor die(/een) hoeveelhe(i)d(en) BMK en/of (overige) (pre-)precursoren en/of chemicaliën en/of (lijst I-)stoffen, waaronder het pand [adres] te [gemeente] , geregeld en/of gebruikt en/of gehuurd en/of voorhanden gehad en/of
- afspraken gemaakt met (die) [betrokkene] over betalingen aan voornoemde

[betrokkene] (voor het regelen en/of gebruiken en/of huren en/of voorhanden hebben van die(/een) opslaglocatie(s)) en/of

2. (communicatie met ‘ [gebruikersnaam] ’)

- (via Whatsapp) contact gelegd met een (vooralsnog) onbekend gebleven persoon met de gebruikersnaam [gebruikersnaam] en/of
- gesprekken gevoerd met deze NN-persoon over (de investering in) de productie en/of de levering en/of het vervoer en/of de opslag en/of de betaling van amfetamine en/of MDMA en/of LSD en/of mefedron en/of cocaïne en/of grondstoffen van synthetische drugs (onder meer BMK(-glycidaat) en/of PMK(-glycidaat)) en/of (overige) chemicaliën;
3.
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2021 tot en met 29 april 2021 te Nederland en/of Oekraïne, althans (elders) in Europa, [betrokkene] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met gijzeling en/of met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte, (via Whatsapp) de volgende berichten gestuurd naar voornoemde [betrokkene] :
- ‘Ja als je iets iemand gezegd hebt zeg het eerlijk want hier gaan doden voor vallen’ en/of
- ‘Die spullen terug ga maar goed nadenken en anders heb je laatste uur geslahen dag zweer ik op mijn kinderen’ en/of
- ‘Dit is van mij en Russen ik kok er niey mee weg hier ze hebben mensen nl die blijven mensen ophalen tot terug is’ en/of
- ‘Je gaat gewoon de kofferbak in en dan hoop ik voor je dat je info hebt want anders stoppen ze niet’ en/of
- ‘Je gaat grote prijs betalen’ en/of
- ‘Denk heel goed na want als ze je hebben kom je niet meer weg voordat het opgelost is’ en/of
- ‘Geloof me maar als het niet terug komt dat je er niet ongeschonden afkomt’ en/of
- ‘Is voor jou ook beter want beter bajes dan dood als je niks van weet’ en/of
- ‘Ik zou zo bidden en smeken en me snel positief nieuws geven’ en/of
- ‘[…] want zou niks erger vinden als jij onterecht een marteldood sterft of een kogelregen treft’ en/of
- ‘[…] en dan ben je ook de domste en slechtste man en stiefvader ook die zijn eigen gezin in de vuurlinie zet’ en/of
- ‘[…] ik heb alles geprobeerd om het vreedzaam op te lossen’ en/of
- ‘Ik stuur een chauffeur die pikt alles netjes op en jij ziet geen politie kan weer naar huis en jij of je broer worden niet afgeknald dan wel gemarteld tot alles terug is’ en/of
- ‘Jouw gedrag klopt niet, de feiten niet, en je gaat liever dood dan je toegeeft maar je zal snel zien waarom je de fout van je leven begaat’ en/of
- ‘[…] je bent een waardeloze gast die nu ook nog liever oorlog heeft met mensen die levens gevaarlijk zijn, je brengt je broer, vrouw en kind in gevaar’ en/of
- ‘[…] ik had het beste met je voor en als je ergens bloedend op de grond ligt of je zit te beschijten in een auto dan heb je dat aan jezelf te danken’ en/of
- ‘Ze hebben mijn beste vriend voor mijn ogen afgeknald die was ook eigenwijs’ en/of
- ‘Als ik mensen op je afstuur dan kan je vrouw mss nog een voiceappje inspreken maar die mensen gaan niet voor jij je leugens rechtgezet hebt en de juiste straf gekregen hebt’
en/of
hij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 februari 2021 tot en met 29 april 2021 te Nederland en/of Oekraïne, althans (elders) in Europa, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [betrokkene] , door geweld of enige andere feitelijkheid en / of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen [betrokkene] wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten de afgifte van een hoeveelheid BMK en/of geld aan hem, verdachte, (via Whatsapp) de volgende berichten heeft gestuurd naar voornoemde [betrokkene] :
- ‘Ja als je iets iemand gezegd hebt zeg het eerlijk want hier gaan doden voor vallen’ en/of
- ‘Die spullen terug ga maar goed nadenken en anders heb je laatste uur geslahen dag zweer ik op mijn kinderen’ en/of
- ‘Dit is van mij en Russen ik kok er niey mee weg hier ze hebben mensen nl die blijven mensen ophalen tot terug is’ en/of
- ‘Je gaat gewoon de kofferbak in en dan hoop ik voor je dat je info hebt want anders stoppen ze niet’ en/of
- ‘Je gaat grote prijs betalen’ en/of
- ‘Denk heel goed na want als ze je hebben kom je niet meer weg voordat het opgelost is’ en/of
- ‘Geloof me maar als het niet terug komt dat je er niet ongeschonden afkomt’ en/of
- ‘Is voor jou ook beter want beter bajes dan dood als je niks van weet’ en/of
- ‘Ik zou zo bidden en smeken en me snel positief nieuws geven’ en/of
- ‘[…] want zou niks erger vinden als jij onterecht een marteldood sterft of een kogelregen treft’ en/of
- ‘[…] en dan ben je ook de domste en slechtste man en stiefvader ook die zijn eigen gezin in de vuurlinie zet’ en/of
- ‘[…] ik heb alles geprobeerd om het vreedzaam op te lossen’ en/of
- ‘Ik stuur een chauffeur die pikt alles netjes op en jij ziet geen politie kan weer naar huis en jij of je broer worden niet afgeknald dan wel gemarteld tot alles terug is’ en/of
- ‘Jouw gedrag klopt niet, de feiten niet, en je gaat liever dood dan je toegeeft maar je zal snel zien waarom je de fout van je leven begaat’ en/of
- ‘[…] je bent een waardeloze gast die nu ook nog liever oorlog heeft met mensen die levens gevaarlijk zijn, je brengt je broer, vrouw en kind in gevaar’ en/of
- ‘[…] ik had het beste met je voor en als je ergens bloedend op de grond ligt of je zit te beschijten in een auto dan heb je dat aan jezelf te danken’ en/of
- ‘Ze hebben mijn beste vriend voor mijn ogen afgeknald die was ook eigenwijs’ en/of
- ‘Als ik mensen op je afstuur dan kan je vrouw mss nog een voiceappje inspreken maar die mensen gaan niet voor jij je leugens rechtgezet hebt en de juiste straf gekregen hebt’

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsvraag.

Het standpunt van de officier van justitie.
Op basis van de in het schriftelijk requisitoir uitgewerkte gronden heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft op de gronden als vermeld in zijn pleitaantekeningen betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank.
De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen zijn uitgewerkt in de aan dit vonnis gehechte bewijsbijlage. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de bewijsbeslissing voorts als volgt.
Ten aanzien van feit 1.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er voldoende bewijs voorhanden is voor het medeplegen van het aanwezig hebben van fentanyl door verdachte. Dit gelet op het feit dat een vingerafdruk van verdachte is aangetroffen op de tas met daarin de fentanyl en op basis van OVC-gesprekken waaraan [medeverdachte] , de bewoner van de woning waar de fentanyl is aangetroffen, deelnam en waaruit zou volgen dat de vingerafdruk is van diegene die de fentanyl in de tas heeft gedaan en dat die persoon verdachte is.
Verdachte ontkent iets met de aangetroffen fentanyl te maken te hebben. De raadsman van verdachte heeft daarbij bepleit dat de enkele vingerafdruk op de tas onvoldoende onderscheidend is en dat de interpretatie die het openbaar ministerie aan de OVC-gesprekken geeft, onjuist is.
De rechtbank stelt voorop dat uit de jurisprudentie volgt dat wanneer de verdachte ontkent, dan wel de OVC-gesprekken niet voor één uitleg vatbaar zijn, niet zonder meer kan worden aangenomen dat de gesprekken over strafbare feiten gaan. Om de betekenis en strekking van die gesprekken te duiden als - kort gezegd - betrekking hebbend op het medeplegen van het aanwezig hebben van fentanyl door verdachte, is het nodig dat bij de bewijslevering behoedzaamheid wordt betracht. Immers, wanneer het ten aanzien van de betekenis van deze gesprekken in overwegende mate aankomt op de uitleg en interpretatie daarvan, is het risico op een verkeerd begrip daarvan aanwezig.
Hoewel er wel aanwijzingen zijn dat verdachte betrokkenheid heeft gehad bij de in een Albert Heijn-tas aangetroffen fentanyl in de schuur van [medeverdachte] , is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte over die fentanyl de beschikking heeft gehad. Weliswaar is op de tas een vingerafdruk van verdachte aangetroffen, maar de vingerafdruk bevond zich (enkel) aan de buitenkant op een veel voorkomende boodschappentas die bovendien verplaatsbaar is. Dat betekent dat deze vingerafdruk van verdachte op zichzelf nog niet bewijst dat verdachte de fentanyl op enig moment in bezit heeft gehad. Maar ook de OVC-gesprekken in het dossier zijn, op zichzelf en in samenhang met de aangetroffen vingerafdruk, onvoldoende om tot dat bewijs te kunnen komen. Deze OVC-gesprekken lijken wel te gaan over de tas met fentanyl die in Eindhoven is aangetroffen, maar zijn – zonder verdere context of duiding door de personen die bij die gesprekken betrokken waren – niet zodanig concreet en eenduidig dat daaruit blijkt dat verdachte de fentanyl in de tas heeft gestopt en heeft overhandigd aan [medeverdachte] .
Nu niet is vast te stellen dat verdachte de beschikking heeft gehad over de bij [medeverdachte] aangetroffen tas met fentanyl, komt de rechtbank niet toe aan een verdere beoordeling van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1 is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2.
De raadsman heeft bepleit dat de gesprekken tussen verdachte en [betrokkene] en [gebruikersnaam] via WhatsApp in context moeten worden geplaatst en niet gingen over de voorbereiding van de productie van harddrugs, maar over legale zaken.
Ter terechtzitting heeft de raadsman het ter terechtzitting van 31 augustus 2022 gedane verzoek herhaald om de persoon [persoon] , die schriftelijk heeft verklaard [gebruikersnaam] te zijn, te horen over de inhoud van de WhatsApp-gesprekken tussen hem en verdachte.
De rechtbank gaat ervan uit dat de brief, die door de raadsman ter terechtzitting van 31 augustus 2022 is overhandigd, afkomstig is van [gebruikersnaam] . Gelet op de opmerking van de raadsman op die zitting, dat in het geval de rechtbank van oordeel is dat de brief van getuige [gebruikersnaam] afkomstig is, kan worden volstaan met diens schriftelijke verklaring en van het verhoor afgezien kon worden, werd het horen van deze getuige door de rechtbank destijds als niet noodzakelijk geacht. De rechtbank oordeelt nu niet anders en is bereid om aan te nemen dat de brief afkomstig is van [gebruikersnaam] . Naar oordeel van de rechtbank is er om die reden geen noodzaak om deze persoon als getuige te horen en wijst zij dat verzoek af.
De rechtbank overweegt dat de verklaring van verdachte en [gebruikersnaam] , dat het om legale zaken ging, wordt weersproken door hetgeen door de materiedeskundige wordt gezegd. Weliswaar wordt er in de gesprekken met verhullend taalgebruik gesproken, onmiskenbaar is dat het gaat over zaken die te maken hebben met harddrugs. Daarbij overweegt de rechtbank dat het geen logische en gebruikelijke conversatie is als het, zoals verdachte verklaart, om legale zaken gaat. Naar het oordeel van de rechtbank, gebaseerd op de uitleg van de materiedeskundige, blijkt uit de gesprekken dat verdachte en [gebruikersnaam] een partij van 1000 kilogram pre precursor voor amfetamine hebben aangekocht en dit willen omzetten naar amfetamine-olie. Ook wordt er in de WhatsApp-gesprekken gesproken over de vraag en het aanbod van andere drugs, zoals MDMA (cola), 4-MMC (Meow), amfetamine (Beans), PMK-glycidate en APAA.
De rechtbank kan niet anders dan de gesprekken tussen verdachte en [gebruikersnaam] duiden als gesprekken over de productie van bij de Opiumwet behorende Lijst I stoffen, en dus als voorbereidingshandelingen voor de productie van harddrugs.
Met betrekking tot de gesprekken tussen verdachte en [betrokkene] overweegt de rechtbank dat de verklaring van verdachte dat het zou gaan om hennep, dan wel om legale activiteiten, volstrekt onaannemelijk is. De verklaring van verdachte wordt immers weerlegt door de inhoud van het gesprek tussen hem en [betrokkene] . Zo is op basis van de foto’s in het dossier waar te nemen dat er een donkere vloeistof in de jerrycans zat. Daarnaast wijst de rechtbank op de discussie die verdachte met [betrokkene] had over het feit dat het geen goed idee is om aan hennep te beginnen omdat de kans op ontneming dan veel groter is en het feit dat er blijkbaar iemand wordt gestuurd die de afgelopen week nog een miljoen XTC pillen heeft gedraaid. Ook blijkt uit de bevindingen van de materiedeskundige dat de uitleg van verdachte dat waar hij spreekt over “nieuwe b olie” dit zou gaan over een vloeistof die wordt gebruikt in combinatie met (destijds) legale designerdrugs, niet juist kan zijn.
Het feit dat verdachte met twee verschillende personen dergelijke gesprekken voert en dat er in de conversatie met [betrokkene] ook daadwerkelijk sprake is van jerrycans die op afbeeldingen te zien zijn, sterkt de rechtbank in de overtuiging dat verdachte zich bezighield met voorbereidingshandelingen zoals hierna bewezen is verklaard.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de bewezenverklaarde periode tezamen en in vereniging en twee verschillende personen voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor de productie en handel in synthetische drugs.
Ten aanzien van feit 3.
Gelet op het bepaalde in artikel 359, derde lid van het Wetboek van Strafvordering volstaat de rechtbank ten aanzien van dit feit met een opgave van bewijsmiddelen in de bewijsbijlage, nu verdachte dit feit heeft bekend en de raadsman ten aanzien van het bewezenverklaarde geen vrijspraak heeft bepleit.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de in de bewijsbijlage uitgewerkte of opgegeven bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
2
.
in de periode van 6 januari 2021 tot en met 19 mei 2021 in Europa, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of metamfetamine en/of MDMA en/of mefedron, zijnde middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s)wisten of ernstige redenen had/hadden om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
immers hebbende hij en/of één of meer van zijn mededaders opzettelijk daartoe

1. (communicatie met [betrokkene] )

- contact gelegd en onderhouden met [betrokkene] en/of
- jerrycans bevattende hoeveelheden BMK voorhanden gehad en/of
- een opslaglocatie voor die hoeveelheden BMK, te weten het pand [adres] te [gemeente] , geregeld en/of gebruikt en/of voorhanden gehad en/of
- afspraken gemaakt met die [betrokkene] over betalingen aan voornoemde [betrokkene] voor het gebruiken van die opslaglocatie en

2. (communicatie met ‘ [gebruikersnaam] ’)

- via Whatsapp contact gelegd met een persoon met de gebruikersnaam [gebruikersnaam] en/of
- gesprekken gevoerd met deze persoon over de productie en/of de levering en/of het vervoer en/of de opslag en/of de betaling van amfetamine en/of MDMA en/of mefedron en/of grondstoffen van synthetische drugs (onder meer BMK(-glycidaat) en/of PMK(-glycidaat)) en/of overige chemicaliën;
3.
in de periode van 18 februari 2021 tot en met 20 april 2021 in Europa, [betrokkene] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het even gericht, en/of met gijzeling en/of met zware mishandeling, immers heeft hij, verdachte, via Whatsapp de volgende berichten gestuurd naar voornoemde [betrokkene] :
- ‘Ja als je iets iemand gezegd hebt zeg het eerlijk want hier gaan doden voor vallen’ en
- ‘Die spullen terug ga maar goed nadenken en anders heb je laatste uur geslahen dag zweer ik op mijn kinderen’ en
- ‘Dit is van mij en Russen ik kok er niey mee weg hier ze hebben mensen nl die blijven mensen ophalen tot terug is’ en
- ‘Je gaat gewoon de kofferbak in en dan hoop ik voor je dat je info hebt want anders stoppen ze niet’ en
- ‘Je gaat grote prijs betalen’ en
- ‘Denk heel goed na want als ze je hebben kom je niet meer weg voordat het opgelost is’ en
- ‘Geloof me maar als het niet terug komt dat je er niet ongeschonden afkomt’ en
- ‘Is voor jou ook beter want beter bajes dan dood als je niks van weet’ en
- ‘Ik zou zo bidden en smeken en me snel positief nieuws geven’ en
- ‘[…] want zou niks erger vinden als jij onterecht een marteldood sterft of een kogelregen treft’ en
- ‘[…] en dan ben je ook de domste en slechtste man en stiefvader ook die zijn eigen gezin in de vuurlinie zet’ en
- ‘[…] ik heb alles geprobeerd om het vreedzaam op te lossen’ en
- ‘Ik stuur een chauffeur die pikt alles netjes op en jij ziet geen politie kan weer naar huis en jij of je broer worden niet afgeknald dan wel gemarteld tot alles terug is’ en
- ‘Jouw gedrag klopt niet, de feiten niet, en je gaat liever dood dan je toegeeft maar je zal snel zien waarom je de fout van je leven begaat’ en
- ‘[…] je bent een waardeloze gast die nu ook nog liever oorlog heeft met mensen die levens gevaarlijk zijn, je brengt je broer, vrouw en kind in gevaar’ en
- ‘[…] ik had het beste met je voor en als je ergens bloedend op de grond ligt of je zit te beschijten in een auto dan heb je dat aan jezelf te danken’ en
- ‘Ze hebben mijn beste vriend voor mijn ogen afgeknald die was ook eigenwijs’ en
- ‘Als ik mensen op je afstuur dan kan je vrouw mss nog een voiceappje inspreken maar die mensen gaan niet voor jij je leugens rechtgezet hebt en de juiste straf gekregen hebt’
en
in de periode van 18 februari 2021 tot en met 20 april 2021 in Europa, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [betrokkene] , door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen [betrokkene] wederrechtelijk te dwingen iets te doen, te weten de afgifte van een hoeveelheid BMK en/of geld aan hem, verdachte, via Whatsapp de volgende berichten heeft gestuurd naar voornoemde [betrokkene] :
- ‘Ja als je iets iemand gezegd hebt zeg het eerlijk want hier gaan doden voor vallen’ en
- ‘Die spullen terug ga maar goed nadenken en anders heb je laatste uur geslahen dag zweer ik op mijn kinderen’ en
- ‘Dit is van mij en Russen ik kok er niey mee weg hier ze hebben mensen nl die blijven mensen ophalen tot terug is’ en
- ‘Je gaat gewoon de kofferbak in en dan hoop ik voor je dat je info hebt want anders stoppen ze niet’ en
- ‘Je gaat grote prijs betalen’ en
- ‘Denk heel goed na want als ze je hebben kom je niet meer weg voordat het opgelost is’ en
- ‘Geloof me maar als het niet terug komt dat je er niet ongeschonden afkomt’ en
- ‘Is voor jou ook beter want beter bajes dan dood als je niks van weet’ en
- ‘Ik zou zo bidden en smeken en me snel positief nieuws geven’ en
- ‘[…] want zou niks erger vinden als jij onterecht een marteldood sterft of een kogelregen treft’ en
- ‘[…] en dan ben je ook de domste en slechtste man en stiefvader ook die zijn eigen gezin in de vuurlinie zet’ en
- ‘[…] ik heb alles geprobeerd om het vreedzaam op te lossen’ en
- ‘Ik stuur een chauffeur die pikt alles netjes op en jij ziet geen politie kan weer naar huis en jij of je broer worden niet afgeknald dan wel gemarteld tot alles terug is’ en
- ‘Jouw gedrag klopt niet, de feiten niet, en je gaat liever dood dan je toegeeft maar je zal snel zien waarom je de fout van je leven begaat’ en
- ‘[…] je bent een waardeloze gast die nu ook nog liever oorlog heeft met mensen die levens gevaarlijk zijn, je brengt je broer, vrouw en kind in gevaar’ en
- ‘[…] ik had het beste met je voor en als je ergens bloedend op de grond ligt of je zit te beschijten in een auto dan heb je dat aan jezelf te danken’ en
- ‘Ze hebben mijn beste vriend voor mijn ogen afgeknald die was ook eigenwijs’ en
- ‘Als ik mensen op je afstuur dan kan je vrouw mss nog een voiceappje inspreken maar die mensen gaan niet voor jij je leugens rechtgezet hebt en de juiste straf gekregen hebt’,

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten stonden, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Ten gevolge van een kennelijke omissie in de tenlastelegging begaan, is in feit 3 aan het eind van het tenlastegelegde de zinsnede ‘terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid’ niet opgenomen. De rechtbank heeft dit in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd om aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 4,5 jaar op te leggen met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie een geldboete van € 30.000,00 gevorderd.
Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd de inbeslaggenomen telefoon verbeurd te verklaren, omdat de bedreigende teksten met deze telefoon naar het slachtoffer zijn gestuurd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft bepleit om zijn cliënt geen langere gevangenisstraf dan het reeds ondergane voorarrest te laten ondergaan, mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden en de draagkracht van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van strafbare voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 10a van de Opiumwet, gericht op de productie en de handel in synthetische drugs. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de bedreiging van [betrokkene] (hierna: aangever) en aan een poging tot dwang.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van synthetische drugs een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormt. Het gebruik van synthetische drugs kan leiden tot verslaving en een deel van de verslaafde gebruikers pleegt vermogensdelicten om deze verslaving te kunnen bekostigen.
De productie van, de handel in en het gebruik van drugs leidt bovendien direct en indirect tot vele andere (ernstige en ondermijnende) vormen van criminaliteit en vormt een bron van overlast voor de samenleving. Het is een feit van algemene bekendheid dat de productie van en de handel in synthetische drugs in handen is van grote, georganiseerde criminele verbanden die daarmee grote winsten maken en hun belangen in de handel en productie beschermen met geweld en bedreiging met geweld, hetgeen ook in deze zaak het geval is geweest. Ook van het witwassen van deze grote winsten gaat een corrumperende en ondermijnende werking uit voor de maatschappij.
Verdachte heeft bij het plegen van de feiten gehandeld uit puur winstbejag en heeft zich geen rekenschap gegeven van de schadelijke gevolgen van zijn handelen.
Met de bedreigingen en de poging tot dwang jegens aangever heeft verdachte een grote inbeuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangever. De bedreigingen en de dwang moeten een grote indruk op aangever hebben gemaakt. Gelet op de aard van de door verdachte gestuurde teksten aan het slachtoffer, gecombineerd met het daadwerkelijk langs sturen van personen aan het adres van het slachtoffer, heeft het slachtoffer zich met zijn gezin op een geheime locatie in veiligheid gebracht. Dit illustreert heel goed de intimiderende en gewelddadige sfeer die gepaard gaat met het illegale circuit van harddrugsproductie en handel. De rechtbank weegt dit feit zwaar mee in haar strafmaat.
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat uit een hem betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 13 maart 2023 blijkt dat verdachte in 2017 eerder voor bedreiging werd veroordeeld. Recent, nog na het plegen van de feiten in deze zaak, werd verdachte in Spanje veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden voor de bedreiging van een vertegenwoordiger van het gezag. Daarnaast werd verdachte in 2014 in België tot een langdurige gevangenisstraf veroordeeld voor softdrugsdelicten.
De rechtbank acht uit een oogpunt van vergelding en ter beveiliging van de maatschappij een vrijheidsbeneming van lange duur op zijn plaats. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Omdat verdachtes handelen voortkomt uit winstbejag en om dat gedrag te demotiveren zal de rechtbank naast de gevangenisstraf tevens een forse geldboete opleggen.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, passend en geboden is. Daarnaast acht de rechtbank tevens een geldboete ter hoogte van € 15.000,00 passend en geboden.
De rechtbank zal al met al een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank (anders dan de officier van justitie) niet tot bewezenverklaring van het onder feit 1 ten laste gelegde komt. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat, gelet op het voorgaande, de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Voorlopige hechtenis.

Bij afzonderlijke beslissing heeft de rechtbank de schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte opgeheven, nu hij de voorwaarden van de schorsing heeft overtreden.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de ernstige bezwaren en gronden waarop de voorlopige hechtenis van de verdachte is gebaseerd ook thans nog aanwezig. Aan de gronden voor voorlopige hechtenis van verdachte voegt de rechtbank toe dat thans ook sprake is van ernstig gevaar voor vlucht, nu de verdachte in Oekraïne verblijft en hij meermaals niet ter terechtzitting is verschenen– zelfs niet nadat de rechtbank het verschijnen als voorwaarde voor de schorsing van de voorlopige hechtenis had gemaakt.
Gelet op de aan verdachte op te leggen straf is artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering niet aan de orde.
De rechtbank wijst het verzoek van de verdediging tot opheffing van het bevel tot voorlopige hechtenis dan ook af.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerp vatbaar is voor verbeurdverklaring, omdat dit een voorwerp is met behulp waarvan de bedreiging jegens aangever is begaan en dit voorwerp ten tijde van het begaan van het feit aan verdachte toebehoorde.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
23, 24c, 33, 33a, 45, 47, 55, 57, 284 en 285 van het Wetboek van Strafrecht,
10 en 10a van de Opiumwet.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder
feit 1is ten laste gelegd en
spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
2.
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn, om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd;
3.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met gijzeling en/of met zware mishandeling, meermalen gepleegd

in eendaadse samenloop gepleegd met

poging tot een ander door bedreiging met geweld of een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen.
De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt op de volgende straffen:

een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht;

een geldboete van € 15.000,00 subsidiair 110 dagen hechtenis;
en legt op de volgende bijkomende straf:
* verbeurdverklaring van het inbeslaggenomen goed, te weten:
- 1 STK Telefoontoestel IPhone, zwart.
Beslissing met betrekking tot de voorlopige hechtenis.
De rechtbank wijst af het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. W.M.T. Keukens en mr. C.W.H. Houg, leden,
in tegenwoordigheid van mr. G.H.P. van den Berkmortel, griffier,
en is uitgesproken op 25 april 2023.